25 905
Wijziging van de Wet geluidhinder

A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 21 januari 1998 en het nader rapport d.d. 24 februari 1998, aangeboden aan de Koningin door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 1 december 1997, no.97.005756, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging van de Wet geluidhinder.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 december 1997, nr. 97.005756, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 21 januari 1998, nr. W08.97.0756, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan zijn opmerkingen aandacht zal zijn geschonken.

1. In artikel I, onderdeel A, onder 2, wordt voorgesteld aan de omschrijving van het begrip «gevel» in artikel 1, eerste lid, van de Wet geluidhinder een zinsdeel toe te voegen, luidende: met uitzondering van een constructie zonder te openen delen en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 35 dB(A). In de toelichting op artikel I, onderdeel A, onder 1 en 2, wordt opgemerkt dat deze wijziging inhoudt dat een scheidingsconstructie zonder te openen delen geen «gevel» in de zin van de Wet geluidhinder is en dat voor een dergelijke scheidingsconstructie daarom geen geluidbelasting overeenkomstig die wet wordt bepaald. Hierdoor wordt, aldus de toelichting, nieuwbouw van woningen op geluidbelaste locaties onder bepaalde voorwaarden mogelijk, waarvan er een is dat in het desbetreffende bestemmingsplan in ieder geval de volgende twee voorschriften zullen worden opgenomen:

1. de naar de geluidsbron gerichte scheidingsconstructie mag geen te openen delen bevatten, en

2. de onder 1 bedoelde scheidingsconstructie moet een overeenkomstig NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering hebben die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 35 dB(A).

De Raad van State mist in de memorie van toelichting een uiteenzetting waaruit blijkt waarom de voorgestelde wijziging nodig is om een oplossing te vinden voor nieuwbouw van woningen op geluidbelaste locaties en geen andere oplossingen voorhanden zijn. In de toelichting op artikel I, onderdeel a, onder 1 en 2, wordt opgemerkt dat de eisen ter bescherming tegen geluid van buiten, opgenomen in artikel 22, eerste lid, (voor woningen) en artikel 194, eerste lid, (voor andere gebouwen) van het Bouwbesluit niet van toepassing zijn, maar als voorwaarde wordt onder meer gesteld dat de scheidingsconstructie een overeenkomstig NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering moet hebben die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 35 dB(A). Ook in beide genoemde voorschriften van het Bouwbesluit wordt de norm van NEN 5077 toegepast en wordt als binnenwaardegrens 35 dB(A) gehanteerd. Uit de toelichting blijkt niet waarom in deze gevallen niet kan worden volstaan met het vaststellen van hogere grenswaarden.

In de toelichting wordt de voorwaarde gesteld dat de beide genoemde voorschriften in het desbetreffende bestemmingsplan worden opgenomen. Naar aanleiding hiervan merkt de Raad op dat beide voorschriften niet kunnen worden aangemerkt als voorschriften als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en derhalve niet in een bestemmingsplan behoren te worden opgenomen. Bovendien is niet duidelijk op welk wettelijk voorschrift deze verplichting berust.

De Raad adviseert de voorgestelde wijziging van de omschrijving van «gevel» in artikel 1 van de Wet geluidhinder van een draagkrachtiger motivering te voorzien.

1. Naar aanleiding van de onder dit punt gemaakte opmerking van de Raad is in de artikelsgewijze toelichting bij Artikel I, in de memorie van toelichting beter aangegeven waarom de voorgestelde wijziging van het begrip «gevel» nodig is om een oplossing te vinden voor nieuwbouw van woningen op geluidsbelaste locaties en waarom niet kan worden volstaan met het volstaan van hogere grenswaarden.

Voorts ben ik met de Raad van mening dat in de memorie van toelichting ten onrechte wordt vermeld dat het mogelijk is in een bestemmingsplan bouwvoorschriften op te nemen. De memorie van toelichting is op dit punt aangepast.

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

2. De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn overgenomen, met uitzondering van het eerste gedachtestreepje. De begripsomschrijving «uitwendige scheidingsconstructie» is niet opgenomen in artikel 1, eerste lid, doch geschrapt in de eerste alinea van de memorie van toelichting. Dit begrip komt namelijk nergens in de tekst van het wetsvoorstel voor.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State,

P. J. Boukema

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 21 januari 1998, no.W08.97.0756, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– In artikel 1, eerste lid, een begripsomschrijving opnemen van «uitwendige scheidingsconstructie», zoals aangegeven in de eerste alinea van de memorie van toelichting.

– De afkortingen VNG en IPO verklaren (derde alinea van de memorie van toelichting).

– In de toelichting op onderdeel C de zin die aanvangt met «De strekking van deze regeling» herredigeren.


XNoot
1

De tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven