nr. 16
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel O, wordt als volgt gewijzigd:
I
Sub-onderdeel 1 wordt vervangen door:
1. Het eerste lid, onderdeel c, komt als volgt te luiden:
c. met ingang van 1 januari 1998 op de nabestaandenuitkering het overig
inkomen in mindering wordt gebracht overeenkomstig het tweede lid, waarbij
van de nabestaandenuitkering een bedrag gelijk aan 30% van het bruto-minimumloon
buiten aanmerking blijft.
II
Na sub-onderdeel 1 wordt een nieuw sub-onderdeel ingevoegd, luidende:
1a. In het tweede lid wordt de zinsnede «50% van het bruto-minimumloon»
telkens vervangen door: 70% van het bruto-minimumloon.
III
In sub-onderdeel 2 wordt in het voorgestelde artikel 67, derde lid, de
zinsnede «30% van het netto-minimumloon» vervangen door: 30% van
het bruto-minimumloon.
IV
In sub-onderdeel 4 wordt in het voorgestelde artikel 67, negende lid,
de zinsnede «30% van het netto-minimumloon» vervangen door: 30%
van het bruto-minimumloon.
B
Artikel V komt te luiden:
Beschikkingen voor de inwerkingtreding van deze wet gegeven door de Bank,
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene nabestaandenwet,
op grond van artikel 67, achtste lid, van die wet en de daarop berustende
bepalingen, worden in overeenstemming gebracht met de bepalingen van deze
wet en aangemerkt als beschikkingen op grond van artikel 67 van de Algemene
nabestaandenwet zoals dat artikel luidt na inwerkingtreding van deze wet.
Toelichting
Onderdeel A
Onderdeel A, onder I, van deze nota van wijziging beoogt de zogenaamde
«bodemuitkering» voor voormalig AWW-ers die inkomen uit of in
verband met arbeid genieten te verhogen van 30% van het netto-minimumloon
tot 30% van het bruto-minimumloon.
De wijziging onder II beoogt de vrijlating voor voormalig AWW-ers te verhogen
van 50% tot 70% van het bruto-minimumloon.
De wijzigingen onder III en IV van deze nota van wijziging beogen de «bodemuitkering»
voor voormalig AWW-ers die samenwoonden voor 1 juli 1996 te verhogen tot 30%
van het bruto-minimumloon.
Onderdeel B
Ten behoeve van wijzigingen in de nabestaandenuitkering per 1 januari
1998 voor voormalig AWW-ers is een ministeriële regeling getroffen. Op
grond van die regeling zijn door de SVB beschikkingen afgegeven. Als gevolg
van de in onderdeel A voorgestelde wijzigingen zal een deel van deze beschikkingen
moeten worden herzien. Onderdeel B beoogt de voorgestelde overgangsbepaling,
artikel V, als gevolg van de wijzigingen in onderdeel A aan te passen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
F. H. G. de Grave