nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 12 juni 1998
Naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel regeling decentralisatie
wachtgelden BVE (Kamerstukken II, 1997/98 25 899) doe ik u onderstaand
de door mw Van der Hoeven genoemde «delta» voor de BVE-instellingen
toekomen. Tevens is naar aanleiding van uw verzoek een uitgewerkte Cfi toets
bijgevoegd.1
Delta
Aanvankelijk werd nog uitgegaan van een realisatie van 161 mln. Dit is
het bedrag voor het gehele BVE-veld zoals die door PF is geadministreerd.
Daar zitten dan ook de Landelijke organen en CINOP in. Als dat bedrag wordt
uitgesplitst en herijkt op de realisatie USZO Groningen komt het uit op 170
mln, bestaande uit de volgende componenten:
157 mln: Realisatie voor de BVE-instellingen zoals bijgehouden door USZO
Groningen.
8 mln: Dit betreft de suppleties die door USZO Heerlen worden verstrekt.
Bij USZO Heerlen wordt niet bijgehouden welke schoolsoort welke kosten veroorzaakt.
Als er ponds-ponds wordt omgeslagen komen de kosten op 7 á 8 mln. Dit
laatste bedrag wordt veiligheidshalve aangehouden.
5 mln: In het akkoord is afgesproken dat er 5 mln extra zal worden uitgetrokken
i.v.m. afschaffen van de BAPO-quoteringsregeling.
Uitgaande van een enerzijds ingeschatte ontwikkeling van de wachtgelduitgaven
en anderzijds het verwerken van een structureel (constant) wachtgeldbudget
in de lump-sum ontstaat de volgende delta ten opzichte van de genoemde 170
mln. Voor de dekking van de delta is dekking gezocht in de niet-wettelijke
uitgaven.
Deze middelen vallen eerst vrij indien de ROC's er in slagen deze 25%
daling van de wachtgelduitgaven te realiseren.
| 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
|---|
| 4,3 | 8,5 | 12,8 | 17,0 | 21,3 | 25,6 | 29,8 | 34,0 | 38,3 | 42,6 |
Na 2007 blijven deze middelen ad 170 mln structureel beschikbaar voor
de BVE-sector.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen