25 886
Satellietcommunicatie voor militair gebruik

nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2005

Inleiding

Het multiservice project militaire satellietcommunicatie (Milsatcom) voorziet in de behoefte van Defensie aan satellietcommunicatie voor militair gebruik. De Koninklijke marine is belast met de uitvoering van dit project. Het project omvat gegarandeerde huur van satellietcapaciteit (het ruimtesegment) alsmede de bouw van twee grondstations en de verwerving van terminals (het grondsegment). Het project is verdeeld in de behoefte voor de korte termijn en de behoefte voor de lange termijn.

De verwervingsvoorbereiding van het korte-termijndeel is voltooid met de brief van 28 februari 2002 en de beantwoording van vragen hierover (Kamerstukken 25 886 nr. 5 en def 0200093). Over de studiefase van het lange-termijndeel is de Tweede Kamer op 9 maart 2001 geïnformeerd (Kamerstuk 25 886, nr.4 en def 01-106). Over de ondertekening van een Memorandum of Understanding (MoU) over een eigen vaste Advanced Extreme High Frequency (AEHF) satellietcapaciteit is de Tweede Kamer op 9 juli 2002 geïnformeerd (Kamerstuk 25 886 nr. 6).

Naast een overzicht van de stand van zaken van het project Milsatcom en de behoefte aan satellietcommunicatie, informeer ik u in deze brief over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding van de landterminals in het lange-termijndeel.

Behoefte

Zoals in de Prinsjesdagbrief is gesteld, zal de toekomstige krijgsmacht uit kwalitatief hoogwaardige eenheden bestaan en geschikt zijn voor expeditionair optreden samen met krijgsmachten van andere landen. De inzet op grote afstand van de thuisbasis moet mogelijk zijn door een logistiek grotendeels zelfstandige krijgsmacht in multinationale bevelsstructuren. Eenheden opereren voorts meer en meer in een netwerk (Network centric operations) en hebben te maken met strengere rules of engagement waarbij consultatie en communicatie belangrijker zijn geworden.

De informatiebehoefte ten behoeve van de operationele en ondersteunende processen van de krijgsmacht is met deze ontwikkelingen sterk toegenomen. Dit heeft geleid tot de behoefte aan mobiele of transportabele communicatiemiddelen voor de lange afstand met een grote capaciteit. Hiervoor zijn de traditionele communicatiemiddelen (lijn-, straal- en HF-verbindingen) vanwege hun beperkte mobiliteit, bereik en capaciteit niet geschikt. Satellietcommunicatie is daarom het aangewezen middel.

Militaire satellietcommunicatie is onder meer door technieken zoals «Electronic Protection Measures» (EPM) betrouwbaarder dan civiele satellietcommunicatie en aanzienlijk minder kwetsbaar voor onderschepping of storing. Daarnaast kan het dekkingsgebied van militaire satcom beter worden afgestemd op de behoefte van militaire gebruikers en is interoperabiliteit gewaarborgd als men van dezelfde technische Navo-standaarden gebruikmaakt.

Omdat er bij andere bondgenoten met een eigen militair ruimtesegment – Frankrijk, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten – een structureel tekort aan satellietcapaciteit bestaat, heeft de Nederlandse krijgsmacht behoefte aan de gegarandeerde beschikbaarheid van eigen militaire satellietcapaciteit. Naast dit ruimtesegment is er behoefte aan een grondsegment bestaande uit land- en scheepsterminals en grondstations.

Overzicht stand van zaken Project Milsatcom

Met het korte-termijndeel van het project Milsatcom is een (statisch) grondstation in Nederland gebouwd, worden 37 verplaatsbare «tactische» Super High Frequency (SHF)-terminals verworven en zijn met het Britse ministerie van Defensie raamovereenkomsten gesloten voor het gebruik van (SHF) satellietcapaciteit. Het grondstation te Lauwersmeer is sinds 3 november 2004 operationeel. De eerste vier SHF-terminals zijn geleverd en voldoen. Deze terminals hebben een positieve bijgdrage geleverd aan de Navo-certificering voor de deelneming aan de Nato Response Force 4. Als de levering van alle SHF-terminals midden 2005 is voltooid, is voldaan aan de behoefte voor de korte termijn.

Het lange-termijndeel behelst de gegarandeerde beschikbaarheid van eigen satellietcapaciteit, terminals en de laatste details van de grondstations. Omdat de benodigde Amerikaanse satellieten later zullen worden gelanceerd dan eerder was voorzien, zal dit deel van het project in 2010 worden voltooid.

Satellietcapaciteit

Aan de orde is de verwerving van capaciteit op militaire satellieten (SHF en AEHF) en van civiele satellietcapaciteit. De civiele satellietcapaciteit (zonder beveiliging) betreft capaciteit voor operaties laag in het geweldspectrum. Deze capaciteit, die wordt bekostigd uit de exploitatiebudgetten en geen investeringen vergen, blijft hier verder buiten beschouwing.

Voor de eigen SHF-satellietcapaciteit (met beperkte beveiliging) zijn nieuwe afspraken nodig omdat de raamovereenkomsten met het Britse ministerie van Defensie over het korte-termijndeel tijdelijk zijn en omdat de beschikbaarheid van de SHF-capaciteiten beperkingen kent. Over de verwervingsvoorbereiding van de SHF-satellietcapaciteit zal ik u in de tweede helft van 2005 informeren.

De satellietcapaciteit met de maximale beveiliging betreft de «Advanced (of Processed) Extreme High Frequency (AEHF). AEHF is de nieuwste generatie satelliettechnologie. In november 2002 heeft Nederland, evenals twee andere internationale partners, namelijk Canada en het Verenigd Koninkrijk, een ontwikkelingsen productie-MoU getekend. Door dit MoU krijgt Nederland vanaf 2009 de beschikking over een vaste AEHF-satellietcapaciteit, waarmee AEHF-interoperabiliteit met Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten verzekerd is. Er zal voor deze AEHF-capaciteit tevens een Operations and Support-MoU worden getekend. Hierover zal ik u in de tweede helft van 2005 informeren.

Terminals

Ook voor het lange-termijndeel worden terminals verworven, zowel SHF als AEHF. De SHF-terminals zijn draagbare stations voor alle krijgsmachtdelen en tactische terminals voor het Korps mariniers. De SHF-terminals zullen worden voorzien van «Electronic Protection Measures» (EPM)-modems. Tevens worden in deze fase van het project AEHF-terminals voor op zee en voor op land verworven. In deze brief informeer ik u over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding van de landterminals (SHF en AEHF) voor de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht. In de tweede helft van 2005 zal ik u informeren over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding van de AEHF-terminals op schepen.

Grondstations

Het grondstation te Lauwersmeer zal in 2005 worden uitgerust met een tweede SHF-schotel. Op Curaçao zal in 2006 een eenvoudig grondstation voor SHF worden ingericht.

De behoefte aan landterminals

De beschikbare soorten satellietcapaciteit kunnen worden ingedeeld op volgorde van beveiliging. AEHF-satellietcapaciteit biedt maximale beveiliging en kan worden gebruikt voor vitale verbindingen. SHF-satellietcapaciteit biedt beperkte beveiliging, onder meer de hulp van een EPM-modem. Zowel de SHFals de AEHF-capaciteit bestaan uit een vaste, gegarandeerde capaciteit. Tot slot is er de civiele capaciteit die geen beveiliging biedt en die kan worden gebruikt voor onbeveiligde verbindingen.

In het kader van de verwervingsvoorbereiding is begin dit jaar uit de Verenigde Staten voorlopige informatie ontvangen over AEHF-terminals. Onlangs is een definitief aanbod gedaan. De kosten voor de oorspronkelijk geraamde 21 AEHF-terminals bleken aanzienlijk hoger, ongeveer € 51 miljoen, dan geraamd in de studiefase van het lange-termijndeel (Kamerstuk 25 886, nr.4 en def 01-106). Deze kostentoename heeft verschillende oorzaken. Allereerst is de ombouw van tactische SHF-terminals naar AEHF-terminals niet mogelijk gebleken en moeten dus nieuw ontwikkelde terminals worden aangeschaft. Daarnaast nemen de deelnemende landen minder terminals af, waardoor de ontwikkelingskosten worden doorberekend in minder terminals. Ten slotte is de kostentoename te wijten aan enkele kleinere posten, waaronder prijspeileffecten en de kosten die zijn verbonden aan de aanpassing van de terminals voor bondgenootschappelijk gebruik. Deze aanpassing betreft het ongeschikt maken van de terminals voor gebruik van de Amerikaanse Milstar-satellieten. De internationale partners hebben geen toegang tot de Milstar-satellieten vanwege nationale veiligheidsoverwegingen van de Verenigde Staten.

Herijking

In de Verenigde Staten is inmiddels de zienswijze op het gebruik van AEHF aangepast. Aanvankelijk was voorzien dat AEHF grootschalig bij veel eenheden zou worden toegepast. Inmiddels is het inzicht ontstaan dat de specifieke beveiligingseigenschappen van AEHF ook beperkingen met zich brengen. Zo zijn de prestaties bij spraakoverdracht en bij Video teleconferencing minder goed dan voorzien. Wat de beveiliging betreft zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de studiefase en wordt voldaan aan de maximaal te stellen eisen voor beveiliging.

Op grond van bovenstaande ontwikkelingen is de militaire satellietcommunicatie herijkt. De conclusie hiervan is dat voor de maximaal te beveiligen communicatie AEHF noodzakelijk blijft. Op grond van prestaties en kosten is echter besloten een groter deel in het lange-termijndeel met SHF af te dekken en een kleiner deel met AEHF. In verband hiermee wordt het aantal AEHF-stations tot het absolute minimum beperkt en wordt een aantal SHF-terminals extra aangeschaft.

Om op een toereikende manier in de oorspronkelijke behoefte voor landoperaties te voorzien, kunnen de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht samen volstaan met zeven tactische AEHF-terminals en veertien extra tactische SHF-terminals.

De zeven AEHF-terminals zullen worden gebruikt voor operaties die samen met coalitiepartners worden uitgevoerd en een bijzondere beveiliging vereisen. Daarnaast zullen deze AEHF-terminals worden gebruikt voor de vitale verbindingen tussen eenheden in het operatiegebied en het Defensie Operatie Centrum in Den Haag. De veertien SHF-terminals zullen vooral voor de commandoverbindingen van het Duits-Nederlandse legerkorps en de Nato Response Force worden gebruikt.

Verder was er aanvankelijk sprake van een behoefte aan draagbare AEHF-terminals voor de Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht. Inmiddels is er ook meer bekend over de beperkingen van draagbare AEHF-terminals. De prestaties in dichte begroeiing, zoals een tropisch regenwoud, zijn niet optimaal. Ook het gewicht blijkt hoger dan verwacht. Daarom wordt afgezien van draagbare AEHF-terminals en worden voor deze behoefte draagbare SHF-terminals gebruikt.

In de studiefase van het lange-termijndeel is ook een behoefte aan vijf tactische terminals voor het Korps Mariniers vastgesteld. De definitieve keuze voor de frequentieband (SHF of AEHF) was nog niet gemaakt. Met de herijking is vastgesteld dat het Korps Mariniers behoefte heeft aan vijf SHF-terminals.

Een aantal SHF-terminals zal met een EPM-modem worden voorzien van beperkte beveiliging tegen vijandelijke elektronische storingen.

Verwerving

Pas begin december is het definitieve aanbod ontvangen voor zeven tactische AEHF-terminals. Verwerving in de Verenigde Staten is mogelijk door middel van Foreign Military Sales (FMS). Deze terminals zijn afgeleid van het type SMART-T (Secure Mobile Anti-Jam Reliable Tactical Terminal) van het Amerikaanse bedrijf Raytheon. De terminals worden geleverd vanaf 2008. De benodigde investeringen hangen af van het moment van besluitvorming over deelneming. Als voor 1 maart 2005 wordt aangesloten bij de laatste bestelling van de Verenigde Staten (US Army) bedragen de investeringen € 24,9 miljoen. De investeringskosten omvatten ook aspecten zoals FMS-management, training, documentatie en reservedelen. Indien niet wordt aangesloten bij de laatste bestelling van de Verenigde Staten, moet speciaal voor Nederland worden geproduceerd. In dat geval zal rekening moeten worden gehouden met een stijging van de investeringskosten met € 16 miljoen.

De veertien extra SHF-terminals kunnen van de plank worden gekocht. Deze aanschaf is voorzien vanaf 2007. De investering die hiermee is gemoeid bedraagt € 9 miljoen. Hiervoor zal een afzonderlijk contract worden gesloten.

Compensatie

Het Ministerie van Economische Zaken heeft met Raytheon overeenstemming bereikt over compensatieopdrachten voor de AEHF-terminals.

Voor de aanschaf van de SHF-terminals vanaf 2007 zal bij de verwerving een afzonderlijke compensatieregeling worden gesloten.

Financiën

De aangepaste behoefte aan landterminals leidt tot een investering van € 38,4 miljoen, inclusief een risicoreservering. Dit bedrag is opgebouwd uit € 24,9 miljoen voor zeven AEHF-landterminals, € 9 miljoen voor veertien SHF-terminals, € 3,3 miljoen voor 22 EPM-modems en € 1,2 miljoen voor overige kleine aanpassingen en voor de risicoreservering.

In totaal zal het projectbudget Milsatcom worden overschreden met € 14,4 miljoen (inclusief risicoreservering). Dit zal in de plannen worden verwerkt.

Beheersing van risico's

De technische risico's van dit projectdeel zijn beperkt, omdat hoofdzakelijk bestaande technieken worden toegepast. De Verenigde Staten hebben sinds de jaren 80 uit de vorige eeuw ervaring met AEHF opgedaan en er is sprake van een doorontwikkeling van technologie uit een eerder Amerikaans programma, te weten Milstar. Omdat de productie onderdeel is van de serie voor de US Army, is het tijdrisico beperkt.

Tijdschema

Met het oog op het nog te verwezenlijken SHF-ruimtesegment, de AEHF-scheepsterminals en het vervolg-MoU voor het AEHF ruimtesegment (Operations and Support-MoU) zullen de resultaten van de verwervingsvoorbereiding in de tweede helft van 2005 worden aangeboden.

Slotopmerking

Ik ben voornemens, eventueel na overleg met u, de Koninklijke marine opdracht te geven tot de verwerving van de zeven AEHF-landterminals en veertien extra SHF-terminals.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven