25 886
Satellietcommunicatie voor militair gebruik

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2002

Inleiding

Het multiserviceproject militaire satellietcommunicatie (Milsatcom) voorziet in de behoefte van Defensie aan satellietcommunicatie voor militair gebruik. De Koninklijke marine is belast met de uitvoering van dit project. Het project is gesplitst in twee delen: deel-I voor de korte termijn, voor operationeel gebruik vanaf 2003 en deel-II voor de lange termijn, voor operationeel gebruik vanaf 2007. Met ingang van de studiefase doorlopen beide delen een gescheiden DMP-traject. Met mijn brief van 3 november 1999 (C1-brief; Kamerstuk 25 886, nr. 3) informeerde ik u over de resultaten van de studie naar het korte termijndeel van het project. Met mijn brief van 9 maart 2001 (C2-brief; Kamerstuk 25 886, nr. 4) en de antwoorden op schriftelijke vragen over deze brief (Kamerstuk def 0000106) heb ik u geïnformeerd over de studiefase van het lange termijndeel. Hierbij informeer ik u over de verwervingsvoorbereiding van het korte termijndeel (D1-brief).

Behoefte

De in 1995 vastgestelde behoefte aan Milsatcom in eigen beheer komt voort uit de gewijzigde, flexibele inzet van de krijgsmacht en de sterk toegenomen informatiebehoefte. Hierdoor zijn de huidige middelen voor lange afstand-verbindingen niet meer toereikend. Milsatcom in eigen beheer is noodzakelijk omdat hiermee de vereiste beschikbaarheid van satellietcapaciteit en de beveiliging en bescherming van gevoelige informatie kunnen worden gegarandeerd. Civiele satcom wordt aanvullend gebruikt, vooral voor operaties laag in het geweldsspectrum.

Invulling van de behoefte

Voor Milsatcom in eigen beheer moet Defensie beschikken over een satcom-systeem bestaande uit drie delen: een statisch grondsegment, een mobiel grondsegment en satellietcapaciteit. Het mobiele grondsegment bestaat uit verplaatsbare, niet-draagbare, tactische terminals en «man packs» die wel draagbaar zijn. Ter verduidelijking worden genoemde componenten in bijlage A1 schematisch weergegeven.

Korte termijndeel

Statisch grondsegment

Een eerste onderdeel betreft de verwerving van een statisch grondsegment voor Defensie, bestaande uit een op afstand bedienbaar ankerstation te Lauwersmeer en een bijbehorend geautomatiseerd netwerk management systeem. Bij dit ankerstation vindt de koppeling plaats tussen het satcom-systeem en het «aardse» NAFIN-communicatienetwerk. In mijn brief van 3 november 1999 meldde ik in verband met het tijdschema alvast met de bouw van de infrastructuur van dit ankerstation te willen beginnen. Op 5 september 2001 heb ik de eerste steen gelegd en de oplevering wordt dit jaar verwacht.

Mobiel grondsegment

Een tweede onderdeel betreft de verwerving van tactische terminals voor de «super high frequency» (SHF) frequentiebanden voor de Koninklijke landmacht en voor de Koninklijke luchtmacht. De schepen van de Koninklijke marine zijn al van adequate SHF-terminals voorzien. De tactische terminals zijn, evenals het ankerstation, geschikt voor het gebruik van zowel militaire als civiele (SHF) frequentiegebieden. Voor de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht worden respectievelijk 32 en 5 tactische terminals (SHF) verworven. De vervanging van het mobiele grondsegment van het Korps mariniers is voorzien in het lange termijndeel van dit project. Het Korps mariniers voorziet thans in zijn behoefte aan satellietcommunicatie door een combinatie van lange afstand verbindingsshelters en civiele satcom-systemen die nog zeker enkele jaren voldoet. Overigens kunnen de krijgsmachtdelen indien de soort operatie dat noodzakelijk maakt de mobiele grondsegmenten van elkaar gebruiken.

Satellietcapaciteit

Een derde onderdeel is de realisatie van satellietcapaciteit voor Defensie. Deze behoefte wordt ingevuld door het afsluiten van raamovereenkomsten met bondgenoten en civiele partijen. Zo is met het Verenigd Koninkrijk een raamovereenkomst over het medegebruik van Britse milsatcom opgesteld. Met andere Europese bondgenoten zijn nog gesprekken gaande. Voor aanvullende civiele satcom worden vóór 2004 raamovereenkomsten met marktpartijen afgesloten. De kosten van het gebruik van satellietcapaciteit komen ten laste van de exploitatiebegrotingen van de krijgsmachtdelen. Tot Defensie in het lange termijndeel van het project de beschikking krijgt over eigen satellietcapaciteit, wordt zo voorzien in de behoefte aan satellietcapaciteit.

Lange termijndeel

Zoals in de C2-brief van 9 maart 2001 is gemeld, wordt het Milsatcom-systeem in het lange termijndeel van het project verder aangevuld om volledig in de behoefte aan Milsatcom in eigen beheer te voorzien. Het lange termijndeel houdt rekening met de verwachte groei in het gebruik van specifiek militaire frequentiebanden. Verder wordt naast militaire SHF aanvullend een hogere frequentieband («extreme high frequency» (EHF)) in gebruik genomen, waarmee onder andere wordt voorzien in de behoefte aan gegevensuitwisseling met een hogere beveiliging. Voor de capaciteit binnen deze frequentieband wordt aansluiting gezocht bij het Amerikaanse «Advanced»-EHF (AEHF) programma. De combinatie van de (Europese) SHF en de (Amerikaanse) AEHF voorziet in de behoefte van Defensie aan militaire satellietcommunicatie.

Het lange termijndeel van het project voorziet daarnaast in verdere aanvullingen van het grondsegment. Die aanvullingen worden op één wijziging na uitgevoerd zoals in de C2-brief is aangegeven. Deze wijziging betreft het afzien van de modificatie van enkele SHF tactische terminals naar AEHF terminals vanwege de hieraan verbonden technische en financiële risico's. Het aantal AEHF-terminals dat in het lange termijn deel van het project verworven wordt, wijzigt niet. Voor de in 2008 te bereiken eindsituatie van Milsatcom verandert het totale aantal tactische terminals niet, maar de verhouding tussen SHF-terminals en AEHF-terminals wordt enigszins aangepast. Operationeel wordt deze wijziging aanvaardbaar geacht.

In het lange termijndeel wordt ook, mede aan de hand van de technische ontwikkelingen op het gebied van «man packs», vastgesteld welke combinatie van tactische terminals en «man packs» het best voorziet in de behoefte van het Korps mariniers. Over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding van het lange termijndeel wordt u in de D2-brief nader geïnformeerd.

Verwerving in het korte termijndeel

Met uitzondering van de reeds in opdracht gegeven bouwkundige infrastructuur worden alle onderdelen van het statische en het mobiele grondsegment behorend bij het korte termijndeel van het project aanbesteed bij één hoofdaannemer. Op deze wijze wordt het integratierisico zo klein mogelijk gehouden. Als verwervingsstrategie is gekozen voor concurrentiestelling gevolgd door onderhandelingen, waarbij de publicatie volgens de richtlijnen van de Western European Armaments Group (Weag) heeft plaatsgehad.

Van twee consortia zijn aanbiedingen ontvangen. Eén consortium bestaat uit Harris Corporation en Siemens Nederland, met Harris als hoofdaannemer. Het andere consortium wordt gevormd door ND Satcom (ND), L3, Stork/Fokker Defense en Thales Nederland, met ND als hoofdaannemer. De productalternatieven zijn getoetst op operationeel-technische, contractuele en financiële aspecten. Bij de toetsing is gebruik gemaakt van expertise van TNO.

Vergelijking productalternatieven

De operationeel-technische uitgangspunten van de beide aanbiedingen verschillen van elkaar. Het systeem van Harris is iets flexibeler bij het aanpassen van in bedrijf zijnde netwerken. Daarentegen presteert het systeem van Harris op twee aspecten minder goed dan dat van ND. Zo brengt het systeem van Harris bij het gebruik van een civiele frequentieband beperkingen in het dekkingsgebied met zich mee. Ook kent de aanbieding van Harris beperkingen ten aanzien van de op een later tijdstip te realiseren anti-storingsmaatregelen. Dit veroorzaakt een verminderde interoperabiliteit met de bondgenoten. Op het operationeel-technische vlak geniet de aanbieding van ND dan ook de voorkeur.

Verder zijn de door ND aangeboden contractvoorwaarden voor Defensie gunstiger dan de voorwaarden die Harris aanbiedt. De aanbieding van ND geniet daarom ook contractueel de voorkeur.

Tenslotte zijn de aanschafkosten van het systeem van Harris weliswaar lager dan die van ND, maar zijn er aanmerkelijk hogere exploitatiekosten te verwachten, omdat het systeem van Harris meer satellietcapaciteit vereist. Het initiële voordeel van de lagere aanschafkosten van Harris wordt hierdoor reeds in enkele jaren teniet gedaan door de hogere exploitatielasten bij het gebruik van de terminals van Harris.

Zowel op basis van de operationeel-technische als de contractuele aspecten heeft de aanbieding van ND de voorkeur. Deze voorkeur wordt versterkt bij beschouwing van het financiële aspect als gevolg van het verschil in exploitatiekosten van de satellietcapaciteit.

Compensatie

Het ministerie van Economische Zaken heeft met ND overeenstemming bereikt over compensatieopdrachten.

Beheer tijdens de exploitatie

De Koninklijke marine voert ook in de exploitatiefase van het project Milsatcom het «single service management.» Op beleids- en planningsniveau zijn overlegstructuren in het leven geroepen voor de coördinatie tussen de krijgsmachtdelen. Het operationeel beheer van het Milsatcom-systeem wordt naar verwachting ondergebracht op Soesterberg. Het technisch beheer van het Milsatcom-systeem vindt plaats bij de onderhoudsbedrijven van de krijgsmachtdelen. In de toekomst zal een onderzoek in het kader van Competitieve Dienstverlening (CDV) plaatsvinden ten aanzien van de onderhoudsbedrijven waarbij ook het onderhoud aan Milsatcom-apparatuur wordt betrokken.

Personeel

Voor het technische en het operationele beheer van Milsatcom wordt, verdeeld over de krijgsmachtdelen, een personele behoefte van maximaal twintig functies voorzien. Deze behoefte wordt door interne herschikkingen binnen de krijgsmachtdelen geaccommodeerd.

Exploitatiekosten

De exploitatiekosten voor het gebruik van het korte termijndeel van Milsatcom bedragen voor alle onderdelen van Defensie samen circa € 8 miljoen per jaar. Deze kosten worden voornamelijk bepaald door de gebruikskosten van de benodigde satellietcapaciteit. De exploitatiekosten zijn ondergebracht in de deelbegrotingen van de aan het project deelnemende beleidsterreinen.

Budget

Het projectbudget voor het korte termijndeel van Milsatcom bedraagt € 50 miljoen (prijspeil 2001). Zoals aangegeven in de defensiebegroting 2002 is het budget bijgesteld als gevolg van de hogere dollarkoers, prijsbijstelling en budgetoverhevelingen van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht die te maken hebben met de verwerving van trailers en generatoren voor de tactische terminals.

De aanbieding van ND bevat een dollarcomponent. Het aan de dollar gerelateerde deel bedraagt, tegen de voorgeschreven plankoers van 1 € = 1 dollar, ca € 25,9 miljoen. Voor dit deel wordt een valuta termijncontract afgesloten. Uitgaande van een termijndollarkoers op een hoger niveau dan de plankoers, bijvoorbeeld 1 dollar = € 1,136, zal een additioneel bedrag van € 3,54 miljoen nodig zijn. De daadwerkelijke omvang van de meerkosten als gevolg van het verschil tussen de plandollarkoers van 1€ en de werkelijk te hanteren termijndollarkoers is pas bekend op het moment dat de verplichtingen voor het project worden aangegaan en het termijndollarcontract wordt gesloten. De eventueel hieraan verbonden kosten worden volgens de binnen het project overeengekomen investeringssleutel over de participerende beleidsterreinen verdeeld.

Tijdschema

De ingebruikneming van het korte termijndeel van Milsatcom wordt in 2003 verwacht. De laatste mobiele grondsegmenten worden begin 2004 geleverd, waarmee het korte termijndeel van het project wordt voltooid.

Beheersing van risico's

De technische risico's van dit projectdeel zijn beperkt, omdat hoofdzakelijk bestaande technieken worden toegepast. Zoals hierboven is toegelicht bestaat er een koersrisico daar een deel van de aanbieding van ND aan de dollar is gekoppeld.

Slotopmerking

Ik ben voornemens, eventueel na overleg met u, de Koninklijke marine opdracht te geven tot verdere realisatie van het korte termijndeel van het project Milsatcom, waaronder het aangaan van een overeenkomst met ND als hoofdaannemer.

De Staatssecretaris van Defensie,

H. A. L. van Hoof


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven