nr. 97
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 december 2006
Hierbij bied ik u het eindverslag aan van het inspectieproject «agressie
en geweld (A&G) in het openbaar vervoer 2006»1 dat door de Arbeidsinspectie is uitgevoerd in de periode van januari
2006 tot en met maart 2006.
Dit project is door de Arbeidsinspectie uitgevoerd bij alle openbaar vervoer
bedrijven (OV-bedrijven) die zijn aangesloten bij Mobis, onderdeel van de
werkgeversorganisatie Koninklijk Vervoer Nederland. Onderzocht is welke maatregelen
de openbaar vervoer bedrijven nemen om te komen tot voorkoming en beheersing
van agressie en geweldincidenten en hoe die op de werkplek worden toegepast.
De uitkomsten van dit project gelden voor de gehele sector.
Verbetering van de sociale veiligheid in het OV is door het kabinet in
2002 aangemerkt als een belangrijke prioriteit. Om die reden is op initiatief
van het Ministerie van V&W het aanvalsplan «sociale veiligheid openbaar
vervoer» tot stand gekomen. In dit aanvalsplan wordt de verantwoordelijkheid
voor de sociale veiligheid van het personeel vanuit de arbeidsomstandighedenwet
neergelegd op bedrijfsniveau.
Onderzoeken door de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (onderdeel van het
Ministerie van Verkeer & Waterstaat) tonen aan dat er in het OV sprake
is van hoge percentages werknemers in klantfuncties die met vormen van A&G,
zoals verbale agressie, bedreiging en fysiek geweld, geconfronteerd worden.
Dit leidt tot stress, ziekteverzuim en uitval. In 2005 is 56% van het
ondervraagde personeel in het OV slachtoffer van een of meerdere strafbare
of niet strafbare feiten. Bij het toezichthoudend personeel komt dat het meeste
voor (66%), tram en metropersoneel volgen met respectievelijk 46%
en 48% (bron: De sociale veiligheid van het personeel in het stads-
en streekvervoer 2005).
Uit het inspectieproject van de Arbeidsinspectie blijkt dat alle geïnspecteerde
bedrijven procedures en maatregelen toepassen ter voorkoming en beheersing
van agressie en geweld tegen werknemers. Echter, uit de resultaten van dit
inspectieproject blijkt dat de stap van beleid naar praktijk groot is en het
implementatieproces achterblijft.
Bij twaalf van de vijftien geïnspecteerde bedrijven zijn eisen tot
naleving ingezet om te komen tot verbetering en aanscherping van het toegepaste
beleid en de ingevoerde maatregelen. De door de Arbeidsinspectie gestelde
eisen hebben vooral betrekking op het aanbrengen van verbeteringen en het
waarborgen van de diverse maatregelen en procedures.
Het toezicht op de uitvoering en de toepassing van maatregelen die samenhangen
met het beleid op A&G krijgen minder aandacht dan noodzakelijk is voor
de beheersing van het risico. Niet alle bedrijven bieden hun (nieuwe) werknemers
consequent een training ter voorkoming of beheersing van agressie en geweld
aan. Alarmsystemen werkten bij negen vervoerders onvoldoende, in sommige gevallen
kon de agressor meeluisteren met de communicatie tussen de verkeersleiding
en de bedreigde werknemer. Werknemers die geconfronteerd zijn met een A&G-incident
of een andere schokkende gebeurtenis moeten zo snel mogelijk adequaat opgevangen
worden. In zes van de twaalf gestelde eisen tot naleving bleek het opvang-
en nazorgsysteem onvoldoende te functioneren.
Bij de meeste bedrijven worden allerlei technisch bouwkundige maatregelen
toegepast, zoals camera’s, noodknoppen en fysieke afscherming van personeel.
Twee maal werd geëist dat in deze voorzieningen verbetering werd aangebracht.
In twee gevallen bleken de opstelplaatsen voor het rijdend materieel onvoldoende
beveiligd. Zeker in de avond- en nachturen kan dat leiden tot confrontaties
met ongewenste bezoekers.
Tien bedrijven hebben in hun reacties op de «kennisgevingen eis
tot naleving» positief gereageerd op de bevindingen van de Arbeidsinspectie
en toegezegd de nodige stappen te zullen nemen om tot verbetering te komen.
Ook de ondernemingsraden ondersteunen de constateringen van de Arbeidsinspectie.
Bovenstaande strookt met de uitkomsten van het rapport «Goede praktijken
tegen geweld» dat in opdracht van SZW door een onderzoeksbureau is opgesteld
en begin december is gepubliceerd. Bij dat onderzoek zijn o.a. NS en Connexxion
meegenomen, waarbij geconstateerd wordt dat er grote aandacht is voor sociale
veiligheid. Het beleid m.b.t. agressie en geweld blijkt op dit moment, ondanks
dat er veel geld wordt ingestopt, nog niet voldoende verankerd te zijn. De
uitvoering van vastgesteld beleid vindt niet altijd plaats. Om die reden zijn
er aan beide bedrijven door de AI eisen tot naleving gesteld.
Op 26 oktober heeft minister Remkes, mede namens minister Hirsch
Ballin en met burgemeester Deetman het startsein gegeven voor het actieprogramma «geweld
tegen werknemers met een publieke taak». Genoemd worden o.a. de toezichthouders,
buschauffeurs en conducteurs. Actiepunten zijn: verdubbeling van de strafeis
door de Officieren van Justitie bij geweld tegen werknemers met een publieke
taak. Daders zullen altijd worden vervolgd, het doen van aangifte door slachtoffers
zal worden gestimuleerd, maar ook de werkgever kan aangifte doen. Verder zullen
de kosten bij letsel en schade altijd op de daders worden verhaald.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof