25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 489 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2024

De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft in mei 2022 in haar jaarverslag aangegeven vaker onderzoek te willen doen naar bedrijfseconomische drijfveren achter misstanden op de arbeidsmarkt. Op die manier wil de Arbeidsinspectie nagaan of de handhaving wel in verhouding staat tot de kracht van die drijfveren om gedragsverandering te kunnen bewerkstelligen. De Arbeidsinspectie heeft onderzoek gedaan naar overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen, waarbij de werkgever deze werknemer uit een «derde land» heeft tewerkgesteld zonder de benodigde vergunning. Met deze brief bied ik u het signaal aan dat volgt uit dit onderzoek.

De Arbeidsinspectie heeft mij dit signaal gestuurd. De informatie is breder relevant en leent zich voor openbaarmaking door de Arbeidsinspectie. Het signaal gaat namelijk in op de drijfveren achter misstanden op de arbeidsmarkt. Om die reden stuur ik het aan Uw Kamer.

Het signaal laat zien dat in de 24 onderzochte casussen de boete bijna altijd lager is dan het financiële voordeel dat de werkgever behaalt. De Arbeidsinspectie concludeert dat het nuttig kan zijn om boetenormbedragen van de Wet arbeid vreemdelingen automatisch of ten minste regelmatig, aan te passen aan de ontwikkeling van de reële welvaartstijging en de inflatie. Dat gebeurt nu niet. De kostenreductie die werkgevers behalen met de overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, is gemiddeld 60%. De combinatie van jurisprudentie, welvaart en geldontwaarding maakt dat bij normale verwijtbaarheid de boete nu minder dan 30% is van wat de boete in 2005 voorstelde in economische zin. Ook als de normbedragen meegroeien met welvaart en inflatie, zijn externe effecten niet ingeprijsd. Daarom is het volgens de Arbeidsinspectie bij het bepalen van de boetenormbedragen wenselijk om een bewuste keuze te maken om de marginale maatschappelijke kosten al dan niet in de hoogte tot uitdrukking te brengen. De werkgever die personen illegaal tewerkstelt, wentelt deze externe effecten nu immers op de samenleving af.

In de Verzamelbrief Instrumentarium aanpak arbeidsmisstanden, die ik parallel met deze brief aan Uw Kamer aanbied, is aangegeven dat ik een onderzoek instel naar de maatschappelijke effecten van boetes. Het signaal van de Arbeidsinspectie neem ik daarin mee. In dat onderzoek kijken we nadrukkelijk naar verschillende elementen die een rol (kunnen) spelen bij het doen naleven van bedrijven. Denk hierbij aan de hoogtes van boetes, maar ook de mate van verwijtbaarheid, de pakkans, recidive en preventieve maatregelen (bijvoorbeeld voorlichting). Daarnaast maken we nadrukkelijk onderscheid tussen boetes voor burgers en voor bedrijven. Voor die eerste groep wordt in het kader van de sociale zekerheid immers het handhavingsinstrumentarium herijkt1. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek maak ik per arbeidswet een analyse om te bezien of de boeteregels aangepast moeten worden en zo ja, hoe. Waar nodig zorg ik ervoor dat de boeteregels worden aangepast.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven