Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2024
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft in mei 2022 in haar jaarverslag aangegeven vaker
onderzoek te willen doen naar bedrijfseconomische drijfveren achter misstanden op
de arbeidsmarkt. Op die manier wil de Arbeidsinspectie nagaan of de handhaving wel
in verhouding staat tot de kracht van die drijfveren om gedragsverandering te kunnen
bewerkstelligen. De Arbeidsinspectie heeft onderzoek gedaan naar overtredingen van
de Wet arbeid vreemdelingen, waarbij de werkgever deze werknemer uit een «derde land»
heeft tewerkgesteld zonder de benodigde vergunning. Met deze brief bied ik u het signaal
aan dat volgt uit dit onderzoek.
De Arbeidsinspectie heeft mij dit signaal gestuurd. De informatie is breder relevant
en leent zich voor openbaarmaking door de Arbeidsinspectie. Het signaal gaat namelijk
in op de drijfveren achter misstanden op de arbeidsmarkt. Om die reden stuur ik het
aan Uw Kamer.
Het signaal laat zien dat in de 24 onderzochte casussen de boete bijna altijd lager
is dan het financiële voordeel dat de werkgever behaalt. De Arbeidsinspectie concludeert
dat het nuttig kan zijn om boetenormbedragen van de Wet arbeid vreemdelingen automatisch
of ten minste regelmatig, aan te passen aan de ontwikkeling van de reële welvaartstijging
en de inflatie. Dat gebeurt nu niet. De kostenreductie die werkgevers behalen met
de overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, is gemiddeld 60%. De combinatie van
jurisprudentie, welvaart en geldontwaarding maakt dat bij normale verwijtbaarheid
de boete nu minder dan 30% is van wat de boete in 2005 voorstelde in economische zin.
Ook als de normbedragen meegroeien met welvaart en inflatie, zijn externe effecten
niet ingeprijsd. Daarom is het volgens de Arbeidsinspectie bij het bepalen van de
boetenormbedragen wenselijk om een bewuste keuze te maken om de marginale maatschappelijke
kosten al dan niet in de hoogte tot uitdrukking te brengen. De werkgever die personen
illegaal tewerkstelt, wentelt deze externe effecten nu immers op de samenleving af.
In de Verzamelbrief Instrumentarium aanpak arbeidsmisstanden, die ik parallel met
deze brief aan Uw Kamer aanbied, is aangegeven dat ik een onderzoek instel naar de
maatschappelijke effecten van boetes. Het signaal van de Arbeidsinspectie neem ik
daarin mee. In dat onderzoek kijken we nadrukkelijk naar verschillende elementen die
een rol (kunnen) spelen bij het doen naleven van bedrijven. Denk hierbij aan de hoogtes
van boetes, maar ook de mate van verwijtbaarheid, de pakkans, recidive en preventieve
maatregelen (bijvoorbeeld voorlichting). Daarnaast maken we nadrukkelijk onderscheid
tussen boetes voor burgers en voor bedrijven. Voor die eerste groep wordt in het kader
van de sociale zekerheid immers het handhavingsinstrumentarium herijkt1. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek maak ik per arbeidswet een analyse
om te bezien of de boeteregels aangepast moeten worden en zo ja, hoe. Waar nodig zorg
ik ervoor dat de boeteregels worden aangepast.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip