Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2015
Tijdens het Algemeen Overleg op 28 mei jl. heb ik aan uw Kamer toegezegd de Kamer
te informeren over het onderwerp schadevergoeding bij arbeidsongevallen en beroepsziekten
nadat ik met de sociale partners hierover heb gesproken (Kamerstuk 25 883/29 544, nr. 255). Werkgevers en werknemers streven beide naar structureel goede oplossingen voor
de gesignaleerde knelpunten bij schadevergoeding bij arbeidsongevallen en beroepsziekten
en zijn bereid tot nader overleg.
De werkgever heeft op grond van artikel 7:658 BW een zorgplicht jegens zijn werknemers.
Wanneer een werknemer ziek wordt door het werk en de werkgever verwijtbaar heeft gehandeld
in het kader van zijn zorgplicht, kan de werknemer schadevergoeding eisen. Op dit
moment zijn er knelpunten in het proces voor schadevergoeding bij arbeidsongevallen
en beroepsziekten. Het belangrijkste knelpunt is het vaststellen van het causaal verband
tussen ziekte en werk. Hierdoor lopen de doorlooptijd van het proces en de kosten
op. We zien in de praktijk een opeenstapeling van deskundigenrapporten waardoor de
rechtelijke procedure langdurig, kostbaar, emotioneel zwaar en onoverzichtelijk wordt.
Hierdoor claimt een deel van de slachtoffers geen schadevergoeding. Daardoor komt
de rekening in veel gevallen bij het slachtoffer en de samenleving terecht en niet
bij de veroorzaker, waar zij hoort. Door de procedure te verbeteren moet de rekening
vaker bij de veroorzaker terecht kunnen komen.
De lange rechtszaken zijn niet alleen duur, maar geven ook stress en zijn niet bevorderlijk
voor het herstel van zieke mensen en hun re-integratie. Het verbeteren van de procedure
door sneller duidelijkheid te scheppen over het causaal verband tussen werk en de
ziekte heeft tevens als voordeel dat werknemers minder lang stress ervaren doordat
zij minder lang verwikkeld zijn in een juridische procedure met de werkgever. Dit
heeft mogelijk positieve effecten op de arbeidsrelatie en re-integratie.
Ik heb vorig jaar, na overleg met de sociale partners, aan PwC de opdracht gegeven
om de mogelijkheden voor een onafhankelijke medische instantie te onderzoeken en hierover
te adviseren. In het bijgevoegde rapport «onafhankelijke medische beoordeling bij
arbeidsongevallen en beroepsziekten» zijn de mogelijkheden voor het instellen van
onafhankelijke medische beoordeling uitgewerkt1.
Zowel in eerder onderzoek als in dit onderzoek komt een aantal knelpunten naar voren
in het proces van schadevergoeding bij arbeidsongevallen en beroepsziekten. Deze zijn:
-
• Vaststelling van het causaal verband tussen letsel/beroepsziekte en het werk.
-
• Langdurige procedures voordat de gegrondheid van een claim en bijbehorend schadebedrag
is vast te stellen.
-
• Gebrek aan medische expertise in rechterlijke besluitvorming.
-
• Hoge kosten van het proces. Door de lange duur lopen de advocaatkosten op. Door opeenstapeling
van deskundigenrapporten lopen de kosten voor de deskundigen op.
-
• Vaststelling van de mate van nakoming van de zorgplicht van de werkgever is juridisch
ingewikkeld.
PwC adviseert te starten met een minimale variant waarin een medisch en juridisch
oordeel wordt gegeven over het oorzakelijk verband tussen de ziekte en het werk. Zo
wordt stapeling van deskundigenrapporten voorkomen. Daarmee wordt de procedure verkort
en worden de proceskosten lager. PwC geeft aan dat vanuit het oogpunt van een oplossing
van de knelpunten en procesefficiëntie het de voorkeur heeft om uiteindelijk een instantie
het geschil in zijn volle omvang te laten beoordelen. In een dergelijke uitgebreide
variant zou de instantie ook een uitspraak kunnen doen over de zorgplicht en de schade,
aldus de rapportage. Een andere oplossing, zoals ook door de werkgevers bepleit, zou
kunnen zijn het instellen van een gespecialiseerde rechter.
Ik zal over de uitkomsten van het onderzoek verder spreken met werkgevers en werknemers
en de juridische mogelijkheden van een onafhankelijke instantie en de optie van een
gespecialiseerde rechter verder verkennen. In het tweede kwartaal van 2016 informeer
ik Uw kamer over de uitkomsten en eventuele vervolgstappen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher