nr. 102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2007
Mede namens de Staatsecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bied
ik u aan het Eindrapport van een onderzoek naar vereenvoudiging van de vergunningverlening
van het Besluit stralingsbescherming voor radioactieve stoffen en röntgentoestellen1. Ik merk op dat het onderzoek niet gaat over nucleaire
installaties en vervoer gebaseerd op de Kernenergiewet.
Het voorliggende onderzoek is uitgevoerd in het kader van het terugdringen
van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, toegespitst op ondernemingen
die met radioactieve stoffen of röntgenstraling werken.
De resultaten van het onderzoek zijn uitgebreid besproken met de inspecties,
de uitvoeringsinstantie en het desbetreffende bedrijfsleven, ziekenhuiswereld
en beroepsgroepen. Tijdens deze besprekingen zijn er nog andere mogelijkheden
aangegeven voor het verder terugdringen van administratieve lasten. Het doen
van aanvullend onderzoek hiernaar krijgt daarom thans prioriteit. Hierbij
moet gedacht worden aan rapportage- en registratieverplichtingen en andere
administratieve voorschriften.
Daarnaast worden de consequenties van de verschillende opties, die in
het voorliggende onderzoek zijn geformuleerd, verder in kaart gebracht. Uitgangspunt
bij een nadere beschouwing van deze opties is de beleidslijn die, conform
het kabinetsbeleid, ook is gevolgd bij de herziening van de Arbeidsomstandighedenwet.
Dit houdt in dat er zwaarwegende redenen aanwezig moeten zijn om een nationale
kop te handhaven. Zwaarwegende redenen kunnen gelegen zijn in:
– de aard van het probleem voor de oplossing waarvan publieke regels
het beste instrument zijn;
– het aanwezig zijn van maatschappelijk draagvlak;
– de ernst en omvang van de risico’s;
– de uitvoerbaarheid voor de praktijk;
– de recente invoering of een op korte termijn voorziene evaluatie
van de desbetreffende wetgeving of voorziene nieuwe Europese wetgeving.
Deze exercitie is 1 juni 2007 afgerond.
Ik vind het zinvol de resultaten van het thans lopende onderzoek naar
onnodige administratieve lasten af te wachten en pas daarna met een totaal
standpunt te komen. Het kabinet zal u dan ook rond 1 september 2007 een
beleidsstandpunt met voorstellen voor verdere administratieve lastenvermindering
voor de omgang met radioactieve stoffen en röntgentoestellen aanbieden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof