25 881
Verhoging van de grens van de bevoegdheid van de kantonrechters en van de appellabiliteit van vonnissen van deze rechters in burgerlijke zaken

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 juni 1998

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na onderdeel C van artikel I wordt toegevoegd een nieuw onderdeel D luidend als volgt:

D

In artikel 69, tweede lid, wordt «vijfentwintighonderd gulden» vervangen door: f 3 500.

B

Toegevoegd wordt, onder vernummering van artikel VII tot artikel VIII, een nieuw artikel VII, luidend als volgt:

ARTIKEL VII

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 mei 1993 ingediende voorstel van wet houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten (Flora- en faunawet) op het in artikel VIII bedoelde tijdstip tot wet is verheven en in werking is getreden, komt artikel IV van het onderhavige wetsvoorstel te vervallen.

TOELICHTING

Abusievelijk is in onderhavig wetsvoorstel niet opgenomen een wijziging van de appèlgrens in artikel 69, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie. Onderdeel A voorziet in deze leemte.

Onderdeel B beoogt te voorzien in de situatie dat het voorstel van wet houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten (Flora- en faunawet; 23 417) eerder dan het onderhavige wetsvoorstel in werking zal zijn getreden. Is dit het geval, dan komt artikel IV te vervallen, aangezien artikel 50 van de Jachtwet niet in het wetsvoorstel Flora- en faunawet is overgenomen.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven