25 872 (R 1606)
Herstel van gebreken en leemten in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 alsmede het laten vervallen van de verplichte domiciliekeuze

nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER HOEVEN C.S.

Ontvangen 17 september 1998

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel II wordt na onderdeel A een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

In artikel 9, eerste lid, wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: Met een der landen als bedoeld in de eerste volzin wordt gelijkgesteld een land dat op grond van een mededeling van de bevoegde autoriteit in dat land een recht van voorrang erkent onder gelijkwaardige voorwaarden en met gelijkwaardige rechtsgevolgen als die, bedoeld in het op 30 maart 1883 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom (Trb. 1974, 225 en Trb. 1980, 31).

Toelichting

Het amendement voorziet erin dat Nederland naar analogie van Frankrijk en Duitsland een regeling treft waarbij ook de prioriteitsrechten worden erkend van landen die niet zijn aangesloten bij het Unieverdrag van Parijs, wanneer op basis van een verklaring van de bevoegde autoriteiten van de nationale diensten blijkt dat gelijkwaardige rechten als die van dat verdrag op wederzijdse basis wordt verleend en erkend.

Van der Hoeven

Wagenaar

Van Walsem

Naar boven