nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V. en enige andere wetten
in verband met de juridische splitsing van Koninklijke PTT Nederland N.V..
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
28 januari 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met het besluit
van de naamloze vennootschap Koninklijke PTT Nederland N.V., tot realisering
van een juridische afsplitsing van haar dochtermaatschappij PTT Post BV, noodzakelijk
is enige aanpassingen van wetgevingstechnische aard aan te brengen in een
aantal wettelijke regelingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V. wordt gewijzigd als volgt:
A. Na artikel 2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3
Op PTT Post Holding N.V. zijn de artikelen 158 tot en met 164 van boek
2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
B. In artikel 4 wordt na «Koninklijke PTT Nederland N.V.»
ingevoegd: en PTT Post Holding N.V.
C. Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5
1. PTT Post Holding N.V. wordt aangewezen als rechtspersoon, bedoeld in
artikel 2, eerste lid, van de Postwet.
2. Koninklijke PTT Nederland N.V. wordt aangewezen als rechtspersoon,
bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen.
ARTIKEL II
In artikel 12, onder b, van de Douanewet, wordt «Koninklijke PTT
Nederland N.V.» vervangen door: PTT Post Holding N.V.
ARTIKEL III
Indien het bij koninklijke boodschap van 15 september 1997 ingediende
voorstel van wet, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet)
(kamerstukken II 1996/97, 25 533, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven
en eerder in werking treedt dan deze wet, komt met ingang van het tijdstip
van inwerkingtreding van deze wet artikel I, onderdeel C, als volgt te luiden:
C. Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5
PTT Post Holding N.V. wordt aangewezen als rechtspersoon, bedoeld in artikel
2, eerste lid, van de Postwet.
ARTIKEL IV
Indien het bij koninklijke boodschap van 15 september 1997 ingediende
voorstel van wet, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet)
(kamerstukken II 1996/97, 25 533, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven
en later dan deze wet in werking treedt, komt met ingang van het tijdstip
van inwerkingtreding van die wet artikel 19.6 van die wet te luiden als volgt:
Artikel 19.6
Artikel 5 van de Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V. komt te
luiden:
Artikel 5
PTT Post Holding N.V. wordt aangewezen als rechtspersoon, bedoeld in artikel
2, eerste lid, van de Postwet.
ARTIKEL V
De artikelen 6 en 25 van de Postwet zijn niet van toepassing op een wijziging
van de in artikel 5 van de Postwet bedoelde richtlijnen welke voortvloeit
uit deze wet.
ARTIKEL VI
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
De Minister van Financiën,