25 839
Tegoeden Tweede Wereldoorlog

25 806
Liro-archieven en overige archieven met betrekking tot joodse claims

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 januari 1998

Tegoeden Tweede Wereldoorlog

In bijgaande notitie informeert het Kabinet de Kamer over enkele onderwerpen die samenhangen met het onderwerp Tegoeden Tweede Wereldoorlog.

Nationale bestemming vierde tranche goudpool

De Tripartiete Goud Commissie heeft in september jl. aan Nederland meegedeeld te willen overgaan tot uitdeling van de vierde tranche van de goudpool. Nederland ontvangt ongeveer 20 mln. gulden. De Ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken hebben inmiddels de procedures met betrekking tot de inning van de laatste tranche in werking gezet. In dit verband zijn brieven verstuurd naar DNB en de TGC.

Door het Kabinet is besloten dat Nederland positief staat tegenover de suggestie om de laatste tranche TGC-goud niet langer een monetaire bestemming te geven, doch deze te reserveren ten behoeve van vervolgingsslachtoffers. Daarbij sluit het Kabinet aan bij adviezen van de commissie-Van Kemenade. Ook kunnen deze adviezen op steun rekenen van het Centraal Joods Overlegorgaan Externe Belangen.

De commissie-Van Kemenade heeft over de brede context geadviseerd. Zij heeft geadviseerd om de beschikbaar komende gelden uit te keren aan Nederlandse (organisaties van) vervolgingsslachtoffers. Verder heeft de commissie-Van Kemenade geadviseerd om 95% van de uiteindelijke opbrengst toe te wijzen aan de joodse gemeenschap en het resterende deel ter beschikking te stellen voor andere groepen vervolgden.

Het spreekt voor zich dat begin 1998 de concrete keuze van de verschillende projecten in overleg met het Centraal Joods Overlegorgaan ter hand zal worden genomen.

Deelname aan internationaal fonds voor behoeftige slachtoffers

Op de Londen-conferentie over het Nazigoud van 2–4 december jl. heeft Engeland een internationaal fonds voor behoeftige slachtoffers in Midden- en Oost-Europa opgericht. Met name behoeftige joodse slachtoffers die nooit een uitkering hebben gehad – de zogeheten «double victims» – zouden hierop een beroep kunnen doen.

Engeland heeft op de Londen-conferentie in het fonds 1 mln. U.K.-pond gestort. Vervolgens heeft de VS aangekondigd 29 mln. dollar voor de komende drie jaar in het fonds te zullen storten. Ook enkele andere landen hebben in Londen te kennen gegeven een storting te overwegen.

Nederland sluit zich bij dit initiatief aan en zal 20 miljoen gulden storten. Dit bedrag komt ten laste van de Financiën-begroting.

Stand van zaken commissies Tegoeden WO II

De Contactgroep Tegoeden WO II (commissie-Van Kemenade) begon haar werkzaamheden in maart 1997. De taak van de commissie is het kritisch volgen van onderzoekingen naar tegoeden uit de WO II bij buitenlandse banken; het objectiveren van claims die vanuit Nederland gelegd kunnen worden op tegoeden en het desgevraagd adviseren omtrent verdelingssystematieken die ter zake toegepast kunnen worden. Najaar 1998 hoopt de Contactgroep met een eindverslag te komen met beleidsaanbevelingen.

Op verzoek van de banken en verzekeraars en in samenspraak met de commissie-Van Kemenade is in de zomer van 1997 een aparte Begeleidingscommissie Onderzoek Financiële Tegoeden WO II (commissie-Scholten) in Nederland ingesteld. Als opdracht heeft zij meegekregen een onderzoek te verrichten naar de feitelijke systematiek rond financiële tegoeden van oorlogsslachtoffers WO II bij banken en verzekeraars in Nederland. Daarbij kan aan de orde komen de rol van banken en verzekeraars, alsmede de rol van de overheid waar deze relevant is. Een rapportage wordt eind 1998 verwacht.

De Begeleidingscommissie Herkomst Oorlogskunst (commissie-Ekkart) is ontstaan naar aanleiding van Kamervragen van mei jl. over publicaties dat kunstvoorwerpen door de oorlog hun eigenaar kwijtraakten en nu in het bezit zijn van de Staat. De commissie doet sedert oktober 1997 onderzoek naar de herkomst van verloren gegane kunstwerken die na de WO II weer zijn opgespoord en vervolgens in het bezit zijn gekomen van de toenmalige Stichting Nederlands Kunstbezit. Het onderzoek richt zich op de vraag of de oorspronkelijke eigenaar, voorzover niet bekend, alsnog is te achterhalen. Het onderzoek zal in twee fasen plaatsvinden. Er moet worden vastgesteld van welke voorwerpen in de NK-collectie de herkomst onbekend of onduidelijk is. Uit deze voorwerpen wordt een onderbouwde en representatieve steekproef genomen. Hierna zal de definitieve onderzoeksopdracht worden vastgesteld. In de commissie zijn vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap opgenomen.

De commissie Indische Tegoeden (commissie-Van Galen) is ingesteld naar aanleiding van Kamervragen van juli jl. De commissie Indische Tegoeden zal in januari 1998 haar werkzaamheden aanvangen. De onderzoeksopdracht is het doen uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek naar de feitelijke systematiek van rechtsherstel rond financiële tegoeden van gerepatrieerde Nederlandse oorlogsgetroffenen uit het voormalig Nederlands-Indië bij banken en verzekeraars in Indonesië en Japan.

De commissie-Liro-archieven (commissie-Kordes) is haar werkzaamheden op 12 december jl. begonnen. Het eerste deel van het onderzoek van deze commissie richt zich op het bericht over de verkoop van kleinoden, afkomstig uit de kluis van Lippman-Rosenthal aan medewerkers van het Agentschap/Waarborgfonds Rechtsherstel omstreeks 1968. Het tweede deel van het onderzoek richt zich op de archieven welke van belang zijn (geweest) bij de afwikkeling van joodse claims (Liro-kaartsysteem, andere Liro-archieven en overige archieven).

Het geheel van de commissies overziende, beraadt het Kabinet – mede naar aanleiding van opmerkingen van de commissie-Financiën tijdens een overleg van 18 december jl. – over de vraag hoe de afstemming tussen genoemde commissies zo goed mogelijk kan zijn zodat doublures voorkomen kunnen worden en tegelijkertijd of alles nu bestreken wordt.

In dit kader wordt onder meer bezien de wijze waarop de problematiek van de individuele claims in het licht van de tweede fase van de commissie-Kordes kan worden bezien.

Het Kabinet neemt zich voor hier in februari aan de hand van een notitie richting de Kamer op terug te komen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven