nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 18 augustus 1998
In deze brief informeren wij uw Kamer over het advies van de werkgroep
«Euro en witwassen» aan de minister van Justitie.
De werkgroep «Euro en witwassen» is ingesteld bij besluit
van de minister van Justitie van 8 april 1997, met terugwerkende kracht tot
16 december 1996. Aan de werkgroep zijn de volgende taken opgedragen:
1. het inventariseren van de mogelijkheden om – gegeven de stand
van de huidige regelgeving – bij de invoering van de euromunt de wederrechtelijke
oorsprong van het geld geheel of gedeeltelijk onzichtbaar te maken dan wel
de bewijsbaarheid van de wederrechtelijke oorsprong geheel of gedeeltelijk
onmogelijk te maken dan wel het wederrechtelijk verkregen geld definitief
in het legale circuit te brengen;
2. te adviseren over de omvang van de risico's dat de onder 1. genoemde
mogelijkheden zich daadwerkelijk kunnen gaan voordoen;
3. voorstellen te doen om zo nodig daartegen maatregelen te nemen.
In maart 1998 heeft de werkgroep haar advies uitgebracht.
De werkgroep «Euro en witwassen» komt in haar advies tot een
aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen komen In grote lijnen op het volgende
neer.
– Het zo mogelijk binnen de bestaande overlegstructuren opzetten
van een monitor, onder meer ten behoeve van het zicht houden op mogelijke
witwasbewegingen.
– De Begeleidingscommissie MOT verzoeken advies uit te
brengen ten aanzien van het evalueren en het eventueel aanpassen of aanvullen
van de indicatoren in verband met de invoering van de euro.
– In internationaal verband aandacht besteden aan de mogelijke witwasfenomenen
en tot nadere afspraken dienaangaande te komen.
– Maatregelen treffen die financiële instellingen en opsporingsinstanties alert maken op mogelijke witwasconstructies in de periode rond
de invoering van de euro.
– Bij de publieksvoorlichting rond de invoering van de euro rekening
houden met aspecten die in de periode dat de euro wordt geïntroduceerd
kunnen bijdragen aan een effectievere strijd tegen het witwassen.
– Het opstellen van de (strategische) beleidskaders voor het bestrijden
van witwassen die verband kunnen houden met de euro op te dragen aan de Strategische
Beleidsgroep Witwassen, in samenwerking met andere betrokkenen.
– Onderzoeken of bij het omwisselen van nationale valuta's naar
voor bedragen boven een bepaalde grens controle van identiteitsgegevens noodzakelijk
en uitvoerbaar is.
Eind 1997 is de Strategische Beleidsgroep Witwassen in het leven geroepen.
Deze beleidsgroep staat onder voorzitterschap van de Secretaris-generaal van
het ministerie van Justitie. Voorts bestaat zij onder meer uit de procureur-generaal
witwassen en een korpschef als vertegenwoordiger van de politie. De Strategische
Beleidsgroep Witwassen is ingesteld om te komen tot een effectievere aansturing
van de Mot-keten, het bewerkstelligen van een betere regie van het Openbaar
Ministerie op die keten en het bepalen van de strategische beleidskaders in
de strijd tegen het witwassen. Zie daartoe de Nota Integriteit financiële
sector, Tweede Kamer, 1997–1998, 25 830, nr. 2, blz. 37.
In het kader van zijn taakuitoefening kan de Beleidsgroep zowel gevraagd
als ongevraagd de minister van Justitie adviseren ten aanzien van vraagstukken
die betrekking hebben op het bestrijden van witwassen. Ten behoeve van de
standpuntbepaling heeft eerste ondergetekende zich laten bijstaan door de
Beleidsgroep.
Wij zijn van mening dat de voorstellen een nuttige bijdrage kunnen leveren
aan het reeds op voorhand bestrijden van mogelijke witwasactiviteiten ten
tijde van de invoering van de euro.
Ondergetekenden onderschrijven de aanbevelingen van de werkgroep en zullen
zo spoedig mogelijk uitvoering geven aan de onderscheidenlijke voorstellen.
Uw Kamer zal van de vorderingen op de hoogte worden gehouden. Wij zullen zonodig
uw Kamer per aanbeveling afzonderlijk nader informeren.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
De Minister van Financiën,
G. Zalm