Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 25821 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 25821 nr. 6 |
Ontvangen 22 februari 1999
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In het opschrift wordt «de Wet inzake wisselkantoren» gewijzigd in: de Wet inzake de wisselkantoren.
In de considerans wordt «de Wet inzake wisselkantoren» vervangen door: de Wet inzake de wisselkantoren.
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel C wordt als volgt gewijzigd:
1. In de artikelen 33b, eerste lid, en 33c, eerste lid, wordt na «de artikelen 4, eerste lid,» ingevoegd: 5, eerste lid, 6, vijfde lid, tweede volzin,.
2. Aan artikel 33d, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 5, eerste lid, 6, vijfde lid, tweede volzin, of 12, eerste en tweede lid, wordt het bedrag van de boete bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage behorend bij die algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste twee miljoen gulden bedraagt.
Artikel II komt te luiden:
De Wet toezicht effectenverkeer 1995 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 40, eerste lid, wordt de zinsnede «bedoeld in de artikelen 8, 10, 18, 22, 25, 26, 27, 41, 42, 45, 46b, derde lid, onder c, en vijfde lid, 46d en 48a» vervangen door: bedoeld in de artikelen 8, 10, 18, 22, 25, 26, 27, 41, 42, 45, 46b, derde lid, onder c, en vijfde lid, 46d, 48a, 48b, derde lid, 48c, derde lid, en 48m, tweede lid.
Artikel 44 komt te luiden:
In afwijking van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht is voor beroepen tegen besluiten op grond van deze wet de rechtbank te Rotterdam bevoegd.
Na Hoofdstuk XII A wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
DWANGSOM EN BESTUURLIJKE BOETE
1. Onze Minister kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 3, tweede lid, onder b en c, 4, tweede lid, 5, derde lid, 6, tweede lid, 7, eerste, derde, vierde en zevende lid, 10, tweede lid, 11, eerste lid, 11a, eerste en tweede lid, 12, tweede en vierde lid, 13, vijfde, zesde en achtste lid, 15, tweede lid, 16, eerste, derde, zevende, achtste en tiende lid, 17, eerste lid, 18, tweede lid, 19, derde lid, 21, zesde lid, 22, eerste en derde lid, 23, 24, eerste en derde lid, 28, derde en zesde lid, onder a, 28a, tweede en vierde lid, 29, vijfde lid, 36, tweede en derde lid, en 37, tweede lid.
2. De artikelen 5:32, tweede tot en met vijfde lid, en 5:33 tot en met 5:35 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.
3. Onze Minister kan regels stellen ter zake van de uitoefening van de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid.
1. Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 3, eerste en tweede lid, onder b en c, 4, tweede lid, 5, eerste en derde lid, 6, tweede lid, 7, eerste, derde en zevende lid, 10, tweede lid, 11, eerste lid, 11a, eerste tot en met vierde lid, 12, tweede en vierde lid, 13, eerste, vijfde, zesde en achtste lid, 14, eerste en vierde lid, 15, tweede lid, 16, eerste, derde, zevende, achtste en tiende tot en met twaalfde lid, 17, eerste lid, 18, tweede lid, 19, derde lid, 21, zesde lid, 22, eerste en derde lid, 23, 24, eerste en derde lid, 28, derde en zesde lid, onder a, 28a, tweede en vierde lid, 29, vijfde lid, 36, tweede en derde lid, 37, tweede lid, 46, eerste lid, 46a, eerste lid, 46b, eerste, derde en vijfde lid, 46d en 47.
2. De bestuurlijke boete komt toe aan de staat. Voor zover Onze Minister met toepassing van artikel 40, eerste lid, de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete heeft overgedragen aan een rechtspersoon, komt de boete toe aan die rechtspersoon.
3. Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, kan regels stellen ter zake van de uitoefening van de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid.
1. Het bedrag van de boete wordt bepaald op de wijze, voorzien in de bijlage, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste twee miljoen gulden bedraagt.
2. De bijlage bepaalt bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen boete.
3. De bijlage kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd.
4. Onze Minister kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.
5. Voor overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 3, tweede lid, onder b en c, 5, eerste lid, tweede volzin, 7, vierde lid, 11, eerste lid, of 17, eerste lid, wordt het bedrag van de boete bepaald op de wijze als voorzien in die algemene maatregel van bestuur. Het eerste tot en met vierde lid is van overeenkomstige toepassing.
Degene jegens wie door Onze Minister een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat hem wegens een overtreding een boete zal worden opgelegd, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem mondeling om informatie wordt gevraagd.
1. Indien Onze Minister voornemens is een boete op te leggen, geeft hij de betrokkene daarvan kennis onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust.
2. In afwijking van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht, stelt Onze Minister de betrokkene in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, tenzij het een overtreding betreft die in de bijlage of de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 48d, is aangewezen.
1. Onze Minister legt de boete op bij beschikking.
2. De beschikking vermeldt in ieder geval:
a. het feit terzake waarvan de boete wordt opgelegd, alsmede het overtreden voorschrift;
b. het bedrag van de boete en de gegevens op basis waarvan dit bedrag is bepaald; en
c. de termijn, bedoeld in artikel 48i, eerste lid, waarbinnen de boete moet worden betaald.
1. De werking van de beschikking tot oplegging van een boete wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.
2. In afwijking van het eerste lid wordt de werking van de beschikking tot oplegging van een boete voor een overtreding die op grond van artikel 48f, tweede lid, is aangewezen, opgeschort totdat de bezwaartermijn is verstreken of, indien bezwaar is gemaakt, op het bezwaar is beslist.
1. De boete wordt betaald binnen zes weken na de inwerkingtreding van de beschikking waarbij zij is opgelegd.
2. De boete wordt vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop sedert de bekendmaking van de beschikking zes weken zijn verstreken, tenzij het een overtreding betreft die op grond van artikel 48f, tweede lid, is aangewezen.
3. Indien de boete niet tijdig is betaald, stuurt Onze Minister schriftelijk een aanmaning om binnen twee weken de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning, alsnog te betalen. De aanmaning bevat de aanzegging, dat de boete, voor zover deze niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, overeenkomstig het derde lid zal worden ingevorderd.
4. Bij gebreke van tijdige betaling kan Onze Minister de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning en van de invordering, bij dwangbevel invorderen.
5. Het dwangbevel wordt op kosten van de overtreder bij deurwaardersexploit betekend en levert een executoriale titel op in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
6. Gedurende zes weken na de dag van betekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van de rechtspersoon die de boete heeft opgelegd.
7. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging niet, tenzij de president van de rechtbank in kort geding desgevraagd anders beslist.
8. Het verzet kan niet worden gegrond op de stelling dat de boete ten onrechte of op een te hoog bedrag is vastgesteld.
1. De bevoegdheid een boete op te leggen vervalt indien ter zake van de overtreding een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel het recht tot strafvordering is vervallen ingevolge artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht.
2. Het recht tot strafvervolging met betrekking tot een overtreding als bedoeld in artikel 48c vervalt, indien Onze Minister ter zake van die overtreding reeds een boete heeft opgelegd.
1. De bevoegdheid een boete op te leggen vervalt drie jaren na de dag waarop de overtreding is begaan.
2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, wordt gestuit door de bekendmaking van de beschikking waarbij een boete wordt opgelegd.
De werkzaamheden in verband met het opleggen van een dwangsom of van een boete worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van de overtreding en het daaraan voorafgaande onderzoek.
1. Met het oog op een adequate functionering van de effectenmarkten of de positie van de beleggers op die markten, kan Onze Minister, onverminderd artikel 31, eerste en tweede lid, het feit ter zake waarvan de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is opgelegd, het overtreden voorschrift, alsmede de naam, het adres en de woonplaats van degene aan wie de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is opgelegd, ter openbare kennis brengen.
2. Onze Minister kan regels stellen ter zake van de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.
Artikel III komt te luiden:
De Wet toezicht kredietwezen 1992 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 90, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: In afwijking van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht is voor beroepen tegen besluiten op grond van deze wet de rechtbank te Rotterdam bevoegd.
Na Hoofdstuk XIII A wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK XIII B DWANGSOM EN BESTUURLIJKE BOETE
1. Onze Minister of de Bank kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 4, eerste lid, 6, 7, 10, eerste tot en met vijfde lid, 11, eerste en vijfde lid, 12, tweede lid, 14, eerste en tweede lid, 15, vijfde lid, 16, zesde en achtste lid, 19, eerste lid, derde lid, tweede volzin, en vijfde lid, tweede volzin, 23, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 24, eerste, derde, vierde en zesde lid, 25, eerste lid, 25a, tweede en derde lid, 26, zevende lid, 28, tweede lid en vijfde lid, onder a, 29, tweede lid, 30, eerste lid en tweede lid, eerste volzin, 31, eerste lid, onder a, en tweede lid, 32, eerste lid, onder a, en tweede lid, 36, 37, 38, 43, 44, 50, eerste lid, 51, 55, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 56a, 58, eerste en tweede lid, 62, eerste, tweede en derde lid, 63, 66, tweede en derde lid, 66a, tweede lid, 72, derde lid, 81, vijfde lid, 82, eerste en vierde lid, 83, eerste en vierde lid, 84, tweede, derde en vierde lid, en 85, voor zover zij zijn belast met de uitvoering van het toezicht ter zake van die artikelen.
2. De artikelen 5:32, tweede tot en met vijfde lid, en 5:33 tot en met 5:35 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.
3. Onze Minister kan regels stellen ter zake van de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.
1. Onze Minister of de Bank kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 4, eerste lid, 6, 7, 10, eerste tot en met vijfde lid, 11, eerste en vijfde lid, 12, tweede lid, 13, 14, eerste en tweede lid, 15, vijfde lid, 16, eerste, tweede, vijfde, zesde en achtste lid, 16a, eerste lid, 17, eerste en tweede lid, 19, eerste lid, derde lid, tweede volzin, en vijfde lid, tweede volzin, 23, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 24, eerste, derde, vierde en zesde lid, 25, eerste lid, 25a, tweede en derde lid, 26, zevende lid, 27, eerste en tweede lid, 28, tweede lid en vijfde lid, onder a, 29, tweede lid, 30, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, vierde en vijfde lid, 31, eerste lid, onder a, tweede en derde lid, 32, eerste lid, onder a, onder b en tweede lid, 36, 37, 38, 43, 44, 48, eerste, tweede en vijfde lid, 49, eerste en tweede lid, 50, eerste en tweede lid, 51, 55, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde en zevende lid, 56, eerste en tweede lid, 56a, 58, eerste en tweede lid, 62, eerste, tweede en derde lid, 63, 66, tweede en derde lid, 66a, tweede lid, 69, 72, derde lid, 81, vijfde lid, 82, eerste en vierde lid, 83, eerste en vierde lid, 84, tweede, derde en vierde lid, en 85, voor zover zij zijn belast met de uitvoering van het toezicht ter zake van die artikelen.
2. De bestuurlijke boete komt toe aan de Staat indien deze door de Minister van Financiën is opgelegd, of aan de Bank indien deze door haar is opgelegd.
3. Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, kan regels stellen ter zake van de uitoefening van de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid.
1. Het bedrag van de boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste twee miljoen gulden bedraagt.
2. De bijlage bepaalt bij elke daarin omschreven overtreding het bedrag van de deswege op te leggen boete.
3. De bijlage kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd.
4. Onze Minister, dan wel de Bank voor zover zij bevoegd is een boete op te leggen, kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.
Degene jegens wie door Onze Minister, dan wel door de Bank voor zover zij bevoegd is een boete op te leggen, een handeling is verricht waaraan hij in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat hem wegens een overtreding een boete zal worden opgelegd, is niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen. Hij wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem mondeling om informatie wordt gevraagd.
1. Indien Onze Minister, dan wel de Bank voor zover zij bevoegd is een boete op te leggen, voornemens is een boete op te leggen, geeft hij, dan wel de Bank, de betrokkene daarvan kennis onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust.
2. In afwijking van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht, stelt Onze Minister, dan wel de Bank voor zover zij bevoegd is een boete op te leggen, de betrokkene in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, tenzij het een overtreding betreft die in de bijlage, bedoeld in artikel 90d, is aangewezen.
1. Onze Minister, dan wel de Bank voor zover zij bevoegd is een boete op te leggen, legt de boete op bij beschikking.
2. De beschikking vermeldt in ieder geval:
a. het feit terzake waarvan de boete wordt opgelegd, alsmede het overtreden voorschrift;
b. het bedrag van de boete en de gegevens op basis waarvan dit bedrag is bepaald; en
c. de termijn, bedoeld in artikel 90i, eerste lid, waarbinnen de boete moet worden betaald.
1. De werking van de beschikking tot oplegging van een boete wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.
2. In afwijking van het eerste lid wordt de werking van de beschikking tot oplegging van een boete voor een overtreding die op grond van artikel 90f, tweede lid, is aangewezen, opgeschort totdat de bezwaartermijn is verstreken of, indien bezwaar is gemaakt, op het bezwaar is beslist.
1. De boete wordt betaald binnen zes weken na de inwerkingtreding van de beschikking waarbij zij is opgelegd.
2. De boete wordt vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop sedert de bekendmaking van de beschikking zes weken zijn verstreken, tenzij het een overtreding betreft die op grond van artikel 90f, tweede lid, is aangewezen.
3. Indien de boete niet tijdig is betaald, stuurt Onze Minister, dan wel de Bank indien zij de boete heeft opgelegd, schriftelijk een aanmaning om binnen twee weken de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning, alsnog te betalen. De aanmaning bevat de aanzegging, dat de boete, voor zover deze niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, overeenkomstig het derde lid zal worden ingevorderd.
4. Bij gebreke van tijdige betaling kan Onze Minister, dan wel de Bank indien zij de boete heeft opgelegd, de boete, verhoogd met de kosten van de aanmaning en van de invordering, bij dwangbevel invorderen.
5. Het dwangbevel wordt op kosten van de overtreder bij deurwaardersexploit betekend en levert een executoriale titel op in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
6. Gedurende zes weken na de dag van betekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van de staat, dan wel de Bank indien zij de boete heeft opgelegd.
7. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging niet, tenzij de president van de rechtbank in kort geding desgevraagd anders beslist.
8. Het verzet kan niet worden gegrond op de stelling dat de boete ten onrechte of op een te hoog bedrag is vastgesteld.
1. De bevoegdheid een boete op te leggen vervalt indien ter zake van de overtreding een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel het recht tot strafvordering is vervallen ingevolge artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht.
2. Het recht tot strafvervolging met betrekking tot een overtreding als bedoeld in artikel 90c vervalt, indien Onze Minister, dan wel de Bank voor zover zij bevoegd is een boete op te leggen, ter zake van die overtreding reeds een boete heeft opgelegd.
1. De bevoegdheid een boete op te leggen vervalt drie jaren na de dag waarop de overtreding is begaan.
2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, wordt gestuit door de bekendmaking van de beschikking waarbij een boete wordt opgelegd.
De werkzaamheden in verband met het opleggen van een dwangsom of van een boete worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van de overtreding en het daaraan voorafgaande onderzoek.
1. Met het oog op de belangen van crediteuren, kunnen Onze Minister en de Bank, onverminderd artikel 64, eerste en tweede lid, het feit terzake waarvan de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is opgelegd, het overtreden voorschrift, alsmede de naam, het adres en de woonplaats van degene aan wie de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is opgelegd, ter openbare kennis brengen.
2. Onze Minister kan regels stellen ter zake van de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:
1. In de artikelen 93b, eerste lid, en 93c, eerste lid, wordt «33, vijfde lid» vervangen door «33, vierde en vijfde lid», wordt «38, eerste tot en met vierde lid» vervangen door «38, eerste tot en met vijfde lid», wordt «45, eerste tot en met vierde lid» vervangen door «45, eerste tot en met vijfde lid», en wordt «90, tweede lid» vervangen door «90, tweede lid, en 92, eerste lid».
2. Aan artikel 93d wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voor overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 22, eerste lid, onderdeel e, 33, vierde lid, 38, eerste lid, laatste volzin, 38, tweede lid, tweede volzin, 38, vierde en vijfde lid, 40, eerste en vierde lid, 45, eerste lid, laatste volzin, 45, tweede lid, tweede volzin, 45, vierde en vijfde lid, of 92, eerste lid, wordt het bedrag van de boete bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage, behorend bij die algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste twee miljoen gulden bedraagt. Ten aanzien van de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 25, is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.
3. In artikel 93f, tweede lid, wordt «in de bijlage, bedoeld in artikel 93d» gewijzigd in: in de bijlage, de algemene maatregel van bestuur of de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 93d.
4. In artikel 93m, eerste lid, wordt «onze Minister» vervangen door: Onze Minister.
Artikel V wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 188b, eerste lid, wordt «66, eerste tot en met vierde lid» vervangen door «66, eerste tot en met vijfde lid», wordt «68, eerste, derde en vierde lid» vervangen door «68, eerste tot en met vierde lid», wordt «72, vijfde lid» vervangen door «72, vierde en vijfde lid», wordt «94, eerste tot en met derde en vijfde lid» vervangen door «94, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid», wordt «100, vijfde lid» vervangen door «100, vierde en vijfde lid», en wordt «186, derde lid» vervangen door «186, eerste en derde lid, en 187, eerste lid».
2. In artikel 188c, eerste lid, wordt «66, eerste tot en met vierde lid» vervangen door «66, eerste tot en met vijfde lid», wordt «68, eerste en derde tot en met vijfde lid» vervangen door «68, eerste tot en met vijfde lid», wordt «72, vijfde lid» vervangen door «72, vierde en vijfde lid», wordt «94, eerste tot en met derde en vijfde lid» vervangen door «94, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid», wordt «100, vijfde lid» vervangen door «100, vierde en vijfde lid», en wordt «186, derde lid» vervangen door «186, eerste en derde lid, en 187, eerste lid».
3. Aan artikel 188d wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voor overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 19, 20, 42, eerste lid, onderdeel e, 66, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 68, eerste, tweede en vierde lid, 72, vierde lid, 94, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 95, tweede lid, 100, vierde lid, of 187, eerste lid, wordt het bedrag van de boete bepaald op de wijze als voorzien in die algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste twee miljoen gulden bedraagt. Ten aanzien van de ministeriële regelingen, bedoeld in de artikelen 25, tweede lid, 39, tweede lid, 51, 80, tweede lid, onderdeel b, en 186, eerste lid, is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.
4. In artikel 188f, tweede lid, wordt «in de bijlage, bedoeld in artikel 188d» gewijzigd in: in de bijlage, de algemene maatregel van bestuur of de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 188d.
5. In artikel 188m, eerste lid, wordt «onze Minister» vervangen door: Onze Minister.
Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel B wordt in de artikelen 23a, derde lid, 23b, derde lid, en 23l, tweede lid, «Onze Minister» en in artikel 23l, eerste lid, «onze Minister» vervangen door «Onze Minister van Financiën».
De artikelen X tot en met XIII vervallen.
Er wordt een nieuw artikel X ingevoegd, luidende:
Indien het bij koninklijke boodschap van 15 juni 1998 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en in verband daarmee enkele andere wetten, teneinde de effectiviteit van het bedrijfseconomisch toezicht te vergroten (Kamerstukken II 1997/98, 26 075) tot wet wordt verheven, worden met ingang van het tijdstip waarop die wet in werking treedt de onderstaande wetten als volgt gewijzigd dan wel, indien deze wet op een later tijdstip in werking treedt, komen met ingang van dat latere tijdstip in artikel IV, onderdeel B, de artikelen 93b, eerste lid, 93c, eerste lid, en 93d, vijfde lid, in artikel V, onderdeel B, de artikelen 188b, eerste lid, 188c, eerste lid, en 188d, vijfde lid, in artikel IX, onderdelen d en e, onder verlettering van de onderdelen «f» en «g» tot «d» en «e», de tabellen 1 en 2 van de «Bijlage als bedoeld in artikel 93d van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf» en de tabellen 1 en 2 van de «Bijlage als bedoeld bij artikel 188d van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993» te vervallen en worden de onderstaande wetten als volgt gewijzigd:
A. De Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 93b, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister en de Verzekeringskamer kunnen een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens de artikelen 11, 17, eerste tot en met derde lid, 17, vierde lid, eerste volzin, 17, vijfde lid, 18, eerste tot en met vierde lid, 18a, 22, eerste lid, onderdeel e, 22, tweede lid, 23, tweede lid, laatste volzin, 23, derde lid, eerste volzin, 23, derde lid, laatste volzin, 23, vierde lid, tweede volzin, 23, vijfde lid, 25, 27, tweede lid, 27, derde lid, onderdeel a, 27, vijfde lid, eerste volzin, 27a, tweede tot en met vierde lid, 28, eerste en tweede lid, 29, zesde lid, laatste volzin, 30, tweede en derde lid, 31, eerste lid, 32, eerste lid, 32, tweede lid, tweede volzin, 33, eerste tot en met derde lid, vijfde volzin, 33, vijfde en zesde lid, 33, zevende lid, eerste volzin, 33a, eerste lid, eerste en derde volzin, 33c, eerste lid, 34, eerste en tweede lid, 35, eerste, vierde en vijfde lid, 36, eerste lid, 36, tweede lid, tweede volzin, 37, 38, eerste tot en met vijfde lid, 39, eerste en tweede lid, 40, eerste, derde en vierde lid, 41, 44, tweede lid, 45, eerste tot en met vierde lid, 46, 47, eerste en tweede lid, 48, 49, eerste tot en met derde lid, 50, 51, eerste lid, 51, tweede lid, eerste volzin, 51, vierde lid, 54, eerste en vijfde lid, 55, derde lid, 56, eerste en tweede lid, 57, eerste, tweede en vierde lid, 58, 59, eerste lid, 63, 64, eerste lid, 81, eerste, zesde en zevende lid, 82, eerste, vierde en zesde lid, 84, zevende lid, 86, 89, tweede en derde lid, 90, tweede lid, en 92, eerste lid, voor zover zij zijn belast met de uitvoering van het toezicht ter zake van die artikelen.
2. Artikel 93c, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister en de Verzekeringskamer kunnen een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens de artikelen 11, 17, eerste tot en met derde lid, 17, vierde lid, eerste volzin, 17, vijfde lid, 18, eerste tot en met vierde lid, 18a, 22, eerste lid, onderdeel e, 22, tweede lid, 23, tweede lid, laatste volzin, 23, derde lid, eerste volzin, 23, derde lid, laatste volzin, 23, vierde lid, tweede volzin, 23, vijfde lid, 25, 26, eerste lid, eerste en tweede volzin, 26, tweede lid, 27, tweede lid, 27, derde lid, onderdeel a, 27, vijfde lid, eerste volzin, 27a, tweede tot en met vierde lid, 28, eerste en tweede lid, 29, zesde lid, laatste volzin, 30, tweede en derde lid, 31, eerste lid, 32, eerste lid, 32, tweede lid, tweede volzin, 33, eerste tot en met derde lid, vijfde volzin, 33, vijfde en zesde lid, 33, zevende lid, eerste volzin, 33a, eerste lid, eerste en derde volzin, 33a, tweede en derde lid, 33b, 33c, eerste lid, 34, eerste en tweede lid, 35, eerste tot en met vijfde lid, 36, eerste lid, 36, tweede lid, tweede volzin, 37, 38, eerste tot en met vijfde lid, 39, eerste en tweede lid, 40, eerste en derde tot en met vijfde lid, 41, 44, eerste en tweede lid, 45, eerste tot en met vierde lid, 46, 47, eerste en tweede lid, 48, 49, eerste tot en met derde lid, 50, 51, eerste lid, 51, tweede lid, eerste volzin, 51, vierde lid, 54, eerste en vijfde lid, 55, derde lid, 56, eerste en tweede lid, 57, eerste, tweede en vierde lid, 58, 59, eerste lid, 63, 64, eerste lid, 81, eerste, zesde en zevende lid, 82, eerste, vierde en zesde lid, 84, zevende lid, 85, eerste en tweede lid, 86, 89, tweede en derde lid, 90, tweede lid, en 92, eerste lid, voor zover zij zijn belast met de uitvoering van het toezicht ter zake van die artikelen.
3. Aan artikel 93d wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voor overtreding van voorschriften gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 22, eerste lid, onderdeel e, 33, vijfde lid, 38, eerste lid, laatste volzin, 38, tweede lid, tweede volzin, 38, vierde lid, eerste volzin, 38, vijfde lid, 40, eerste en vierde lid, 45, eerste lid, laatste volzin, 45, tweede lid, tweede volzin, 45, vierde en vijfde lid, en 92, eerste lid, wordt het bedrag van de boete bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage behorend bij die algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste twee miljoen gulden bedraagt. Ten aanzien van de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 25, is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.
4. In de «Bijlage als bedoeld in artikel 93d van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf» komen de tabellen 1 en 2 als volgt te luiden:
Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel: | Tariefnummer |
17, eerste lid | 3 |
17, tweede lid | 3 |
17, derde lid | 3 |
17, vierde lid, eerste volzin | 3 |
17, vijfde lid | 3 |
18, eerste lid | 4 |
18, tweede lid | 4 |
22, tweede lid | 3 |
23, derde lid, laatste volzin | 3 |
23, vierde lid, tweede volzin | 3 |
26, eerste lid, eerste en tweede volzin | 3 |
26, tweede lid | 3 |
27, tweede lid | 4 |
27, derde lid, onderdeel a | 4 |
27a, vierde lid | 3 |
28, eerste lid | 3 |
30, tweede lid | 3 |
31, eerste lid | 3 |
32, eerste lid | 2 |
32, tweede lid, tweede volzin | 2 |
33, eerste lid | 3 |
33, tweede lid | 4 |
33, derde lid, vijfde volzin | 1 |
33, zesde lid | 1 |
33, zevende lid, eerste volzin | 1 |
33a, eerste lid, eerste en derde volzin | 1 |
33c, eerste lid | 4 |
34, eerste lid | 1 |
34, tweede lid | 1 |
35, eerste lid, onderdeel a, eerste volzin | 2 |
35, eerste lid, onderdelen b tot en met d | 2 |
35, tweede lid | 3 |
35, derde lid | 3 |
35, vierde lid | 2 |
35, vijfde lid | 2 |
36, eerste lid | 3 |
36, tweede lid, tweede volzin | 3 |
37 | 3 |
38, eerste lid, eerste en tweede volzin | 4 |
38, tweede lid, eerste en laatste volzin | 4 |
38, derde lid | 4 |
39, eerste lid | 4 |
39, tweede lid | 4 |
40, derde lid | 4 |
40, vijfde lid | 4 |
41 | 3 |
44, eerste lid | 3 |
44, tweede lid | 3 |
45, eerste lid, eerste en tweede volzin | 4 |
45, tweede lid, eerste en laatste volzin | 4 |
45, derde lid | 4 |
46 | 4 |
47, eerste lid | 4 |
47, tweede lid | 4 |
48 | 3 |
49, eerste lid | 1 |
49, tweede lid | 1 |
49, derde lid | 1 |
50 | 1 |
51, eerste lid | 4 |
51, tweede lid, eerste volzin | 4 |
54, eerste lid | 2 |
54, vijfde lid | 2 |
55, derde lid | 2 |
56, eerste lid | 4 |
56, tweede lid | 4 |
57, eerste lid | 3 |
57, tweede lid | 3 |
57, vierde lid | 3 |
58 | 3 |
59, eerste lid | 4 |
63 | 4 |
64, eerste lid | 4 |
81, eerste lid | 3 |
81, zesde lid | 4 |
81, zevende lid | 3 |
84, zevende lid | 3 |
85, tweede lid | 2 |
Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel: | Tariefnummer: |
11 | 5 |
18, derde lid | 4 |
18, vierde lid | 4 |
18a | 3 |
23, tweede lid, laatste volzin | 3 |
23, derde lid, eerste volzin | 3 |
23, vierde lid, tweede volzin | 3 |
23, vijfde lid | 3 |
27, vijfde lid, eerste volzin | 3 |
27a, tweede lid | 3 |
27a, derde lid | 3 |
28, tweede lid | 3 |
29, zesde lid, laatste volzin | 3 |
30, tweede lid | 3 |
30, derde lid | 3 |
33a, tweede lid | 3 |
33a, derde lid | 3 |
33b | 3 |
35, eerste lid, onderdeel a, laatste volzin | 2 |
44, eerste lid | 3 |
44, tweede lid | 3 |
51, vierde lid | 4 |
63 | 3 |
82, eerste lid | 3 |
82, vierde lid | 3 |
82, zesde lid | 3 |
84, zevende lid | 3 |
85, eerste lid | 2 |
86 | 3 |
89, tweede lid | 3 |
89, derde lid | 3 |
90, tweede lid | 3 |
B. De Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 188b, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister en de Verzekeringskamer kunnen een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens de artikelen 13, vijfde lid, eerste volzin, 13, zesde lid, tweede volzin, 14, tweede lid, 19, 20, onderdelen a en b, 24, eerste lid, 28, eerste tot en met derde lid, 28, vierde lid, eerste volzin, 28, vijfde lid, 29, eerste tot en met vierde lid, 29a, 42, eerste lid, onderdeel e, 42, tweede lid, 45, tweede lid, laatste volzin, 45, derde lid, eerste volzin, 45, derde lid, laatste volzin, 45, vierde lid, tweede volzin, 45, vijfde lid, 49, derde en zesde lid, 51, 52, eerste en tweede lid, 52, derde lid, tweede volzin, 54, tweede lid, 54, derde lid, onderdeel a, 54, vijfde lid, eerste volzin, 54a, tweede tot en met vierde lid, 55, eerste en tweede lid, 56, zesde lid, laatste volzin, 57, derde en vierde lid, 58, eerste tot en met vijfde lid, 59, 60, 61, 64, eerste en tweede lid, 65, 66, eerste tot en met achtste lid, 67, eerste en tweede lid, 68, eerste tot en met vierde lid, 70, eerste lid, 71, eerste lid, 71, tweede lid, tweede volzin, 72, eerste tot en met derde lid, vijfde volzin, 72, vijfde en zesde lid, 72a, eerste lid, eerste en derde volzin, 72c, eerste lid, 73, eerste en tweede lid, 74, eerste en tweede lid, 75, eerste en tweede lid, 76, eerste lid, 76, tweede lid, tweede volzin, 82, eerste lid, laatste volzin, 82, tweede lid, 85, eerste lid, 85, tweede lid, tweede volzin, 85, derde lid, eerste volzin, 85, derde lid, laatste volzin, 85, vierde lid, 89, eerste en tweede lid, 90, 93, tweede lid, 94, eerste tot en met zesde, achtste en negende lid, 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 97, 98, eerste lid, 99, eerste en tweede lid, 100, eerste tot en met derde lid, vijfde volzin, 100, vijfde en zesde lid, 100, zevende lid, eerste volzin, 100a, eerste lid, eerste en derde volzin, 100b, eerste lid, 101, eerste lid, 102, eerste en tweede lid, 103, eerste lid, onderdeel a, eerste volzin, 103, eerste lid, onderdeel a, laatste volzin, 103, vierde lid, 104, eerste lid, 104, tweede lid, tweede volzin, 108, 109, eerste, derde en vierde lid, 109, tiende lid, tweede volzin, 113, derde lid, 114, eerste lid, 115, eerste lid, eerste volzin, 115, tweede lid, eerste volzin, 115, vijfde lid, 116, tweede en derde lid, 118, eerste tot en met vijfde lid, 119, 120, eerste lid, eerste volzin, 120, tweede lid, eerste volzin, 120, vierde lid, 123, eerste lid, 125, tweede lid, 126, 128, derde lid, 131, eerste en vijfde lid, 132, eerste lid, 133, tweede lid, 134, 136, derde lid, 137, eerste lid, 138, eerste, tweede en vierde lid, 139, 140, eerste lid, 141, eerste en derde lid, 143, eerste lid, 144, eerste, tweede en vierde lid, 145, 146, eerste lid, 147, eerste tot en met derde lid, 152, 153, eerste lid, 154, 174, eerste, zesde en zevende lid, 175, eerste, vierde en zesde lid, 176, zevende lid, 179, negende lid, 180, 184, tweede lid, 184, derde lid, 185, tweede lid, 186, eerste en derde lid, en 187, eerste lid, voor zover zij zijn belast met de uitvoering van het toezicht ter zake van die artikelen.
2. Artikel 188c, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister en de Verzekeringskamer kunnen een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van voorschriften gesteld, bij of krachtens de artikelen 13, vijfde lid, eerste volzin, 13, zesde lid, tweede volzin, 14, tweede lid, 19, 20, onderdelen a en b, 24, eerste lid, 28, eerste tot en met derde lid, 28, vierde lid, eerste volzin, 28, vijfde lid, 29, eerste tot en met vierde lid, 29a, 37, eerste lid, 38, eerste, tweede en vijfde lid, 42, eerste lid, onderdeel e, 42, tweede lid, 45, tweede lid, laatste volzin, 45, derde lid, eerste volzin, 45, derde lid, laatste volzin, 45, vierde lid, tweede volzin, 45, vijfde lid, 49, derde en zesde lid, 51, 52, eerste en tweede lid, 52, derde lid, tweede volzin, 53, eerste en tweede volzin, 54, tweede lid, 54, derde lid, onderdeel a, 54, vijfde lid, eerste volzin, 54a, tweede tot en met vierde lid, 55, eerste en tweede lid, 56, zesde lid, laatste volzin, 57, derde en vierde lid, 58, eerste tot en met vijfde lid, 59, 60, 61, 62, 64, eerste en tweede lid, 65, 66, eerste tot en met achtste lid, 67, eerste en tweede lid, 68, eerste tot en met vijfde lid, 70, eerste lid, 71, eerste lid, 71, tweede lid, tweede volzin, 72, eerste tot en met derde lid, vijfde volzin, 72, vijfde en zesde lid, 72a, eerste lid, eerste en derde volzin, 72a, tweede en derde lid, 72b, 72c, eerst lid, 73, eerste en tweede lid, 74, eerste en tweede lid, 75, eerste tot en met vierde lid, 76, eerste lid, 76, tweede lid, tweede volzin, 77, eerste tot en met derde en zevende lid, 78, eerste volzin, 80, eerste tot en met derde lid, 81, eerste tot en met derde en zesde lid, 82, eerste lid, laatste volzin, 82, tweede lid, 84, eerste en tweede lid, 85, eerste lid, 85, tweede lid, tweede volzin, 85, derde lid, eerste volzin, 85, derde lid, laatste volzin, 85, vierde lid, 88, eerste en tweede lid, 89, eerste en tweede lid, 90, 93, eerste en tweede lid, 94, eerste tot en met zesde, achtste en negende lid, 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 97, 98, eerste lid, 99, eerste en tweede lid, 100, eerste tot en met derde lid, vijfde volzin, 100, vijfde en zesde lid, 100, zevende lid, eerste volzin, 100a, eerste lid, eerste en derde volzin, 100a, tweede en derde lid, 100b, eerste lid, 101, eerste lid, 102, eerste en tweede lid, 103, eerste lid, onderdeel a, eerste volzin, 103, eerste lid, onderdeel a, laatste volzin, 103, eerste lid, onderdelen b tot en met d, 103, tweede tot en met vierde lid, 104, eerste lid, 104, tweede lid, tweede volzin, 105, eerste en tweede lid, 106, 108, 109, eerste, derde, vierde en zevende lid, 109, achtste lid, eerste volzin,109, achtste lid, tweede volzin, 109, negende lid, 109, tiende lid, tweede volzin, 111, eerste en tweede lid, 113, eerste tot en met vierde lid, 114, eerste lid, 115, eerste lid, eerste volzin, 115, tweede lid, eerste volzin, 115, vijfde lid, 116, eerste tot en met derde lid, 118, eerste tot en met vijfde lid, 119, 120, eerste lid, eerste volzin, 120, tweede lid, eerste volzin, 120, vierde lid, 123, eerste lid, 125, tweede lid, 126, 128, derde lid, 131, eerste en vijfde lid, 132, eerste lid, 133, tweede lid, 134, 136, derde lid, 137, eerste lid, 138, eerste, tweede en vierde lid, 139, 140, eerste lid, 141, eerste en derde lid, 143, eerste lid, 144, eerste, tweede en vierde lid, 145, 146, eerste lid, 147, eerste tot en met derde lid, 152, 153, eerste lid, 154, 174, eerste, zesde en zevende lid, 175, eerste, vierde en zesde lid, 176, zevende lid, 177, eerste en tweede lid, 178, eerste lid, 179, tweede en negende lid, 180, 181, eerste tot en met derde lid, 181, zesde lid, laatste volzin, 181, zevende lid, 184, tweede en derde lid, 185, tweede lid, 186, eerste en derde lid, en 187, eerste lid, voor zover zij zijn belast met de uitvoering van het toezicht ter zake van die artikelen.
3. Aan artikel 188d wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voor overtreding van voorschriften gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 19, 20, 42, eerste lid, onderdeel e, 66, vierde en vijfde lid, eerste volzin, 66, zevende en achtste lid, 68, eerste, tweede en vierde lid, eerste volzin, 72, vijfde lid, 94, vierde en vijfde lid, eerste volzin, 94, achtste en negende lid, 100, vijfde lid, en 187, eerste lid, wordt het bedrag van de boete bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage behorend bij die algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste twee miljoen gulden bedraagt. Ten aanzien van ministeriële regelingen, bedoeld in de artikelen 25, tweede lid, en 51, is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.
4. In de «Bijlage als bedoeld in artikel 188d van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993» komen de tabellen 1 en 2 als volgt te luiden:
Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel: | Tariefnummer: |
28, eerste lid | 3 |
28, tweede lid | 3 |
28, derde lid | 3 |
28, vierde lid, eerste volzin | 3 |
28, vijfde lid | 3 |
29, eerste lid | 4 |
29, tweede lid | 4 |
37, eerste lid | 1 |
38, eerste lid | 1 |
38, tweede lid | 1 |
38, vijfde lid | 1 |
42, tweede lid | 3 |
45, derde lid, laatste volzin | 3 |
45, vierde lid, tweede volzin | 3 |
49, derde lid | 3 |
49, zesde lid | 3 |
52, eerste lid | 3 |
52, tweede lid | 3 |
52, derde lid, tweede volzin | 3 |
53, eerste en tweede volzin | 3 |
54, tweede lid | 4 |
54, derde lid, onderdeel a | 4 |
54a, vierde lid | 3 |
55, eerste lid | 3 |
57, derde lid | 3 |
58, eerste lid | 3 |
58, tweede lid | 3 |
58, derde lid | 3 |
58, vierde lid | 3 |
58, vijfde lid | 3 |
59 | 3 |
60 | 3 |
61 | 3 |
62 | 3 |
64, eerste lid | 3 |
65, tweede lid | 3 |
65 | 2 |
66, eerste lid | 4 |
66, tweede lid | 4 |
66, derde lid | 4 |
66, vijfde lid | 4 |
66, zesde lid | 4 |
67, eerste lid | 4 |
67, tweede lid | 4 |
68, derde lid | 4 |
68, vijfde lid | 4 |
70, eerste lid | 3 |
71, eerste lid | 2 |
71, tweede lid, tweede volzin | 2 |
72, eerste lid | 3 |
72, tweede lid | 4 |
72, derde lid, vijfde volzin | 1 |
72, zesde lid | 1 |
72a, eerste lid, eerste en derde volzin | 1 |
72c, eerste lid | 4 |
73, eerste lid | 1 |
73, tweede lid | 1 |
74, eerste lid | 2 |
74, tweede lid | 2 |
75, eerste lid | 2 |
75, tweede lid | 3 |
75, derde lid | 3 |
75, vierde lid | 2 |
76, eerste lid | 3 |
76, tweede lid, tweede volzin | 3 |
77, eerste lid | 1 |
77, tweede lid | 1 |
77, derde lid | 1 |
77, zevende lid | 1 |
78, eerste volzin | 1 |
80, eerste lid | 1 |
80, tweede lid | 1 |
80, derde lid | 1 |
81, eerste lid | 1 |
81, tweede lid | 1 |
81, derde lid | 1 |
81, zesde lid | 1 |
84, eerste lid | 2 |
84, tweede lid | 2 |
85, eerste lid | 3 |
85, derde lid, laatste volzin | 3 |
88, eerste lid | 3 |
88, tweede lid | 3 |
89, eerste lid | 3 |
89, tweede lid | 3 |
90 | 2 |
93, eerste lid | 3 |
93, tweede lid | 3 |
94, eerste lid | 4 |
94, tweede lid | 4 |
94, derde lid | 4 |
94, vijfde lid | 4 |
94, zesde lid | 4 |
95, eerste lid | 4 |
95, tweede lid | 4 |
96, eerste lid | 4 |
96, tweede lid | 4 |
97 | 3 |
98, eerste lid | 3 |
99, eerste lid | 2 |
99, tweede lid, tweede volzin | 2 |
100, eerste lid | 3 |
100, tweede lid | 4 |
100, derde lid, vijfde volzin | 1 |
100, zesde lid | 1 |
100, zevende lid, eerste volzin | 1 |
100a, eerste lid, eerste en derde volzin | 1 |
100b, eerste lid | 4 |
101, eerste lid | 1 |
102, eerste lid | 2 |
102, tweede lid | 2 |
103, eerste lid, onderdeel a, eerste volzin | 2 |
103, eerste lid, onderdelen b tot en met d | 2 |
103, tweede lid | 3 |
103, derde lid | 3 |
103, vierde lid | 2 |
104, eerste lid | 3 |
104, tweede lid, tweede volzin | 3 |
105, eerste lid | 1 |
105, tweede lid | 1 |
106 | 1 |
108 | 5 |
109, eerste lid | 3 |
109, derde lid | 3 |
109, vierde lid | 3 |
109, zevende lid | 3 |
109, achtste lid | 3 |
109, negende lid | 3 |
109, tiende lid, tweede volzin | 3 |
111, eerste lid | 1 |
111, tweede lid | 1 |
113, eerste lid | 1 |
113, tweede lid | 1 |
113, derde lid | 1 |
113, vierde lid | 1 |
114, eerste lid | 1 |
115, eerste lid, eerste volzin | 4 |
115, tweede lid, eerste volzin | 4 |
116, eerste lid | 1 |
116, tweede lid | 1 |
116, derde lid | 1 |
118, eerste lid | 1 |
118, tweede lid | 1 |
118, derde lid | 1 |
118, vierde lid | 1 |
118, vijfde lid | 1 |
119 | 1 |
120, eerste lid, eerste volzin | 4 |
120, tweede lid, eerste volzin | 4 |
123, eerste lid | 2 |
125, tweede lid | 2 |
126 | 2 |
128, derde lid | 2 |
131, eerste lid | 2 |
131, vijfde lid | 2 |
132, eerste lid | 2 |
133, tweede lid | 2 |
134 | 2 |
136, derde lid | 2 |
137, eerste lid | 4 |
138, eerste lid | 3 |
138, tweede lid | 3 |
138, vierde lid | 3 |
139 | 3 |
140, eerste lid | 4 |
141, eerste lid | 4 |
141, derde lid | 4 |
143, eerste lid | 4 |
144, eerste lid | 3 |
144, tweede lid | 3 |
144, vierde lid | 3 |
145 | 3 |
146, eerste lid | 4 |
147, eerste lid | 4 |
147, tweede lid | 4 |
147, derde lid | 4 |
152 | 4 |
153, eerste lid | 4 |
154 | 4 |
174, eerste lid | 3 |
174, zesde lid | 4 |
174, zevende lid | 3 |
176, zevende lid | 3 |
177, tweede lid | 2 |
186, derde lid | 1 |
Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel: | Tariefnummer: |
13, vijfde lid, eerste volzin | 3 |
13, zesde lid, tweede volzin | 3 |
14, tweede lid | 1 |
24, eerste lid | 5 |
29, derde lid | 4 |
29, vierde lid | 4 |
29a | 3 |
45, tweede lid, laatste volzin | 3 |
45, derde lid, eerste volzin | 3 |
45, vierde lid, tweede volzin | 3 |
45, vijfde lid | 3 |
54, vijfde lid, eerste volzin | 3 |
54a, tweede lid | 3 |
54a, derde lid | 3 |
55, tweede lid | 3 |
56, zesde lid, laatste volzin | 3 |
57, derde lid | 3 |
57, vierde lid | 3 |
72a, tweede lid | 3 |
72a, derde lid | 3 |
72b | 3 |
82, eerste lid, laatste volzin | 3 |
82, tweede lid | 3 |
85, tweede lid, tweede volzin | 3 |
85, derde lid, eerste volzin | 3 |
85, vierde lid | 3 |
93, eerste lid | 3 |
93, tweede lid | 3 |
100a, tweede lid | 3 |
100a, derde lid | 3 |
103, eerste lid, onderdeel a, laatste volzin | 2 |
115, vijfde lid | 4 |
120, vierde lid | 4 |
152 | 3 |
154 | 3 |
175, eerste lid | 3 |
175, vierde lid | 3 |
175, zesde lid | 3 |
176, zevende lid | 3 |
177, eerste lid | 2 |
178, eerste lid | 2 |
179, tweede lid | 2 |
179, negende lid | 3 |
180 | 3 |
181, eerste lid | 3 |
181, tweede lid | 3 |
181, derde lid | 3 |
181, zesde lid, laatste volzin | 3 |
181, zevende lid | 3 |
184, tweede lid | 3 |
184, derde lid | 3 |
185, tweede lid | 3 |
C. In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt:
1. «de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf» en de daarbij behorende opsomming vervangen door: de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de artikelen 11, 26, eerste lid, eerste en tweede volzin, 27, tweede lid, 27, derde lid, onderdeel a, 27, vijfde lid, eerste volzin, 27a, tweede en vierde lid, 28, eerste lid, 28, tweede lid, 29, zesde lid, laatste volzin, 30, tweede lid, 30, derde lid, 33, tweede lid, 33a, tweede lid, 33a, derde lid, 33b, 33c, eerste lid, 36, eerste lid, 37, 39, eerste lid, 39, tweede lid, 41, 46, 51, vierde lid, 56, eerste lid, 56, tweede lid, 59, eerste lid, 64, eerste lid, 81, eerste lid, 81, zesde lid en zevende lid, 82, eerste lid, 82, vierde lid en zesde lid, 85, eerste lid, 86, 89, tweede lid, 89, derde lid, 90, tweede lid;
2. «de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993» en de daarbij behorende opsomming vervangen door: de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de artikelen 24, eerste lid, 42, tweede lid, 53, eerste en tweede volzin, 54, tweede lid, 54, derde lid, onderdeel a, 54, vijfde lid, eerste volzin, 54a, tweede en vierde lid, 55, eerste lid, 55, tweede lid, 56, zesde lid, laatste volzin, 57, derde lid, 57, vierde lid, 64, eerste lid, 64, tweede lid, 67, eerste lid, 67, tweede lid, 68, eerste lid, 72, tweede lid, 72a, tweede lid, 72a, derde lid, 72b, 73c, eerste lid, 76, eerste lid, 89, eerste lid, 89, tweede lid, 95, eerste lid, 95, tweede lid, 96, eerste lid, 100, tweede lid, 100a, tweede lid, 100a, derde lid, 100b, eerste lid, 104, eerste lid, 115, vijfde lid, 120, vierde lid, 137, eerste lid, 140, eerste lid, 141, derde lid, 143, eerste lid, 146, eerste lid, 147, derde lid, 153, eerste lid, 174, eerste lid, 174, zesde lid, 174, zevende lid, 175, eerste lid, 175, vierde lid, 175, zesde lid, 177, eerste lid, 178, eerste lid, 179, tweede lid, 179, negende lid, 180, 181, eerste lid, 181, tweede lid, 181, derde lid, 181, zesde lid, laatste volzin, 181, zevende lid, 184, tweede lid, 184, derde lid, 185, tweede lid;
In artikel XIV worden de onderdelen 4 tot en met 11 vernummerd tot 6 tot en met 13.
De «Bijlage als bedoeld in artikel 33d van de Wet toezicht beleggingsinstellingen» wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 1 wordt het opschrift «Nummer» vervangen door: Tariefnummer.
B. In tabel 1 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door «Tariefnummer» en vervallen «12, eerste lid» en «12, tweede lid» en de daarbij behorende tariefnummers.
C. In tabel 2 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door: Tariefnummer.
De «Bijlage als bedoeld in artikel 48d van de Wet toezicht effectenverkeer 1995» vervalt.
De «Bijlage overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel X» vervalt.
De «Bijlage overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel XI» vervalt.
De «Bijlage overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel XII» wordt als volgt gewijzigd:
A. Het opschrift «Bijlage overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel XII» vervalt.
B. In artikel 1 wordt het opschrift «Nummer» vervangen door: Tariefnummer.
C. In tabel 1 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door «Tariefnummer», vervalt «11, eerste lid» en het daarbij behorende tariefnummer, wordt na «19, derde lid» ingevoegd «21, zesde lid» en wordt op die hoogte onder tariefnummer ingevoegd «1».
D. In tabel 2 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door «Tariefnummer», vervalt «17, eerste lid» en het daarbij behorende tariefnummer, wordt na «22, vijfde lid» ingevoegd «28, zesde lid, onder a» en wordt op die hoogte onder tariefnummer ingevoegd «3».
De «Bijlage als bedoeld in artikel 90d van de Wet toezicht kredietwezen 1992» vervalt.
De «Bijlage overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel XIII» wordt als volgt gewijzigd:
A. Het opschrift «Bijlage overeenkomstig de overgangsbepaling opgenomen in artikel XIII» vervalt.
B. In artikel 1 wordt het opschrift «Nummer» vervangen door: Tariefnummer.
C. In de tabellen 1 en 2 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door: Tariefnummer.
De «Bijlage als bedoeld in artikel 93d van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf» wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 1 wordt het opschrift «Nummer» vervangen door: Tariefnummer.
B. In artikel 2, eerste lid, komt de zinsnede «Categorie V: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal ten minste f 1 miljard; Factor: 6.» te luiden: Categorie V: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste f 1 miljard; Factor: 6.
C. In artikel 3 komt «waarvoor tariefnummer 1 of 2 als bedoeld in artikel 1» te luiden: waarvoor tariefnummer 1 als bedoeld in artikel 1.
D. In tabel 1 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door «Tariefnummer», vervallen «22, eerste lid, onderdeel e», «25» en de daarbij behorende tariefnummers, wordt «35, eerste lid» vervangen door «35, eerste lid, onderdelen a tot en met d», wordt «38, eerste lid» vervangen door «38, eerste lid, eerste en tweede volzin», wordt «38, tweede lid» vervangen door «38, tweede lid, eerste en laatste volzin», vervallen «38, vierde lid», «40, eerste lid», «40, vierde lid» en de daarbij behorende tariefnummers, wordt «45, eerste lid» vervangen door «45, eerste lid, eerste en tweede volzin», wordt «45, tweede lid» vervangen door «45, tweede lid, eerste en laatste volzin» en vervalt «45, vierde lid» en het daarbij behorende tariefnummer.
E. In tabel 2 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door «Tariefnummer», wordt na «33b» ingevoegd «35, eerste lid, laatste volzin» en wordt op die hoogte onder tariefnummer ingevoegd «2».
De «Bijlage als bedoeld in artikel 188d van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993» wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 1 wordt het opschrift «Nummer» vervangen door: Tariefnummer.
B. In artikel 3 komt «waarvoor tariefnummer 1 of 2 als bedoeld in artikel 1» te luiden: waarvoor tariefnummer 1 als bedoeld in artikel 1.
C. In tabel 1 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door «Tariefnummer», vervallen «19», «20, onderdeel a», «42, eerste lid, onderdeel e», «51» en de daarbij behorende tariefnummers, wordt «66, eerste lid» vervangen door «66, eerste lid, eerste en tweede volzin», vervallen «66, vierde lid», «68, eerste lid», «68, vierde lid» en de daarbij behorende tariefnummers, wordt «94, eerste lid» vervangen door «94, eerste lid, eerste en tweede volzin» en vervalt «94, vijfde lid» en het daarbij behorende tariefnummer.
D. In tabel 2 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door «Tariefnummer» en vervalt «20, onderdeel b» en het daarbij behorende tariefnummer.
De «Bijlage als bedoeld in artikel 23c van de Wet inzake de wisselkantoren» (blz. 81 tot en met 84) wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 1 wordt het opschrift «Nummer» vervangen door: Tariefnummer.
B. In de tabellen 1 en 2 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door: Tariefnummer.
De «Bijlage als bedoeld in artikel 23c van de Wet inzake de wisselkantoren» (blz. 85 tot en met 88) vervalt.
In de «Bijlage als bedoeld in artikel 13c van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996» worden in artikel 1 de opschriften «Nummer» en «Tarief» vervangen door: Tariefnummer.
De «Bijlage als bedoeld in artikel 9c van de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994» wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 1 wordt het opschrift «Nummer» vervangen door: Tariefnummer.
B. In de tabellen 1 en 2 wordt het opschrift «Tarief» vervangen door: Tariefnummer.
De wijziging beoogt de citeertitel juist weer te geven.
Ingevolge het huidige wetsvoorstel kan in geval van overtredingen van een algemene maatregel van bestuur slechts één tarief worden opgelegd, ook al kent de algemene maatregel van bestuur zeer verschillende gedragingen die verschillende tarieven zouden rechtvaardigen. Aangezien de toezichthouder geen beleidsvrijheid heeft bij het opleggen van een boete, zal het boete-instrument in de praktijk voor overtredingen die niet passen bij het tarief dan niet worden gebruikt. Immers, indien bijvoorbeeld alleen een zware boete kan worden opgelegd terwijl slechts sprake is van een lichte overtreding, dan zal die boete niet worden opgelegd vanwege de duidelijke onevenredigheid. De voorgestelde wijziging voorziet in de mogelijkheid naar gelang de ernst van de overtreding een passende boete op te leggen. Daarvoor zullen de algemene maatregelen van bestuur worden voorzien van een bijlage. Het hiervoor genoemde bezwaar is daarmee ondervangen.
De in de aanhef van de artikelen X, XI en XII genoemde wetsvoorstellen tot wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 zijn inmiddels tot wet verheven en in werking getreden. Bijgevolg kunnen de samenloopbepalingen in de artikelen X en XI vervallen en kan de tekst van de samenloopbepaling in artikel XII, onder gelijktijdige schrapping van het huidige artikel II, worden opgenomen als artikel II.
Het in de aanhef van artikel XIII genoemde voorstel tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 is inmiddels tot wet verheven (Wet van 12 maart 1998, Stb. 215). De tekst van de samenloopbepaling in artikel XIII kan, onder gelijktijdige schrapping van het huidige artikel III, worden opgenomen als artikel III.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij punt 3. De Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf voorziet in een aantal ministeriële regelingen. Ook in geval van overtredingen van een ministeriële regeling kan slechts één tarief worden opgelegd, ook al kent de regeling verschillende gedragingen die verschillende tarieven zouden rechtvaardigen. Daarom wordt voor deze regelingen dezelfde oplossing gehanteerd als bij algemene maatregelen van bestuur. Hierdoor kan ook in deze gevallen een passende boete worden opgelegd.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij punt 6.
In artikel 1, onderdeel e, van de Wet inzake de wisselkantoren wordt «Onze Ministers» gedefinieerd als: Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie. Het gebruik van het begrip «Onze Minister» in het onderhavige wetsvoorstel is derhalve niet duidelijk omdat dat begrip niet in de Wet inzake de wisselkantoren is gedefinieerd. Daarom wordt voorgesteld om de formulering «Onze Minister van Financiën» te gebruiken.
Verwezen wordt naar de toelichting bij de punten 4 en 5.
In verband met de samenloop van het onderhavige wetsvoorstel met het wetsvoorstel houdende wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en in verband daarmee enkele andere wetten, teneinde de effectiviteit van het bedrijfseconomisch toezicht te vergroten (Kamerstukken II, 1997/98, 26 075), is het noodzakelijk een samenloopbepaling op te nemen. Op het moment dat laatstgenoemde wet in werking treedt of, indien het onderhavige wetsvoorstel op een later moment tot wet wordt verheven en in werking treedt, op dat latere tijdstip, worden de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 gewijzigd overeenkomstig artikel X (nieuw). Hierdoor wordt de opsomming van de artikelnummering in de desbetreffende artikelen in de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf aangepast aan de gewijzigde nummering voortvloeiend uit wetsvoorstel 26 075.
In de bijlagen wordt eveneens rekening gehouden met de vernummeringen die het gevolg zijn van wetsvoorstel 26 075.
Tenslotte dient ook in artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten rekening te worden gehouden met de vernummeringen die voortvloeien uit wetsvoorstel 26 075.
De nummering van de onderdelen die aan de bijlage bij de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie worden toegevoegd, is geactualiseerd.
In artikel 1 van de bijlage wordt het opschrift «Nummer», in artikel 3 het woord «tariefnummer» en in de tabellen het opschrift «Tarief» gebruikt voor hetzelfde begrip. Ter wille van de consistentie wordt overal «tariefnummer» gebruikt. Onderdeel B past voorts tabel 1 aan. Deze wijzigingen vloeien voort uit de aanpassingen zoals uiteengezet onder punt 3 van deze toelichting.
Ter wille van de duidelijkheid is uitdrukkelijk bepaald dat de desbetreffende bijlagen vervallen.
Onderdeel A bewerkstelligt dat de tekst van de bijlage thans behoort bij artikel II. De onderdelen B tot en met D zien erop dat overal het woord «tariefnummer» wordt gebruikt. Voorts vloeien de overige wijzigingen in de onderdelen C en D voort uit de omstandigheid dat thans verschillende tarieven kunnen worden vastgesteld voor overtredingen van algemene maatregelen van bestuur, waardoor de artikelen 5, eerste lid, tweede volzin, 11, eerste lid, en 17, eerste lid, niet meer in de tabellen bij de wet behoeven te worden opgenomen.
Door het vervangen van artikel II dient deze bijlage te vervallen.
De tekst van artikel XIII is opgenomen onder artikel III. De wijziging in onderdeel A vloeit daaruit voort. De wijzigingen in onderdelen B en C zien op een consistent woordgebruik.
De in onderdeel B ten aanzien van artikel 2, eerste lid, van de bijlage voorgestelde wijziging voegt het woord «van» in dat abusievelijk niet was opgenomen.
De in onderdeel C ten aanzien van artikel 3 opgenomen wijziging brengt het artikel in lijn met de artikelsgewijze toelichting op artikel I, onderdeel C, betreffende artikel 33f, ten aanzien van de hoorplicht. Aldaar is immers gesteld dat de hoorplicht niet van toepassing is tot bedragen van f 10 000. Bij toepassing van factor 6 op het bedrag dat behoort bij tariefnummer 2 zou het bedrag van f 10 000 worden overschreden, reden waarom tariefnummer 2 vervalt.
De wijzigingen in onderdelen C tot en met E met betrekking tot het woord tariefnummer zien op een consistent woordgebruik. Voorts vloeien de overige wijzigingen in de onderdelen D en E voort uit de omstandigheid dat thans verschillende tarieven kunnen worden vastgesteld voor overtredingen van algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen, waardoor de desbetreffende artikelen niet meer in de tabellen bij de wet behoeven te worden opgenomen.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij punt 19.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij punt 12.
Abusievelijk is de bijlage tweemaal opgenomen.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij punt 12.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25821-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.