nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 12 april 1999
In de Telegraaf van 8 en 9 april 1999 wordt het rekeningrijden in Noorwegen
beschreven als een fiasco. Gezien het grote aantal onjuistheden dat deze berichtgeving
bevat, heb ik, vooruitlopend op de u binnenkort toe te zenden nota naar aanleiding
van het verslag, de behoefte u direct te informeren. Ter nuancering van genoemde
berichtgeving volgt een aantal feiten.
1. Doelstelling tolheffing Noorwegen.
Tolheffing in Noorwegen is niet bedoeld als een instrument om files te
bestrijden maar om infrastructurele projecten te financieren. Men streeft
ernaar om een maximale opbrengst te behalen. Juist om te voorkomen dat er
verkeersreductie optreedt ten opzichte van de reguliere jaarlijkse toename
in Noorwegen, wordt het tarief gematigd gehouden (ongeveer f 3,50).
Het verkeersaanbod in Oslo is sinds 1990 met 15,2% gestegen, mede door
de in gebruikstelling van een tunnel onder het stadscentrum. Dit komt neer
op een gemiddelde jaarlijkse toename van 1,7%.
De tol wordt dus niet geheven om een gedragsverandering bij de weggebruiker
te stimuleren, zoals dat bij rekeningrijden in Nederland het geval zal zijn.
Overigens heeft de tolheffing in Trondheim toch geleid tot 5 tot 10% vermindering
van het aantal weggebruikers. Verder is in Trondheim een praktijkproef gehouden
met verschillende tarieven om te onderzoeken of een systeem van tolheffing
gebruikt zou kunnen worden om significante gedragsveranderingen bij weggebruikers
teweeg te brengen. Deze proef heeft aangetoond dat met een dubbel tarief (is
ongeveer f 7,50) gedragsverandering bij de weggebruikers optreedt. 67%
van de mensen die hun gedrag veranderden is op andere tijden gaan reizen,
17% is overgestapt op het openbaar vervoer, 7% is gaan carpoolen (bron: The
Norwegian Public Roads Administration, no 2, 1997 #5).
Verder is nagegaan bij welk tarief een substantiële verbetering van
het milieu bereikt kan worden. Het tarief zal dan vier keer zo hoog moeten
worden.
2. Werking systeem in Trondheim
Het tolsysteem in Trondheim wordt geëxploiteerd door een private
maatschappij, evenals andere tolsystemen in Noorwegen. In Trondheim wordt
tol geheven op werkdagen tussen 6 uur 's morgens en 6 uur 's avonds.
Jaarlijks gaat het om ruim 22 miljoen passages. Van de passerende voertuigen
heeft 95% een apparaat waarmee automatisch betaald wordt. In 1,8% van de passages
wordt gebruik gemaakt van de beperkte mogelijkheid (alleen bij een paar grote
tolstations) om contant bij een automaat te betalen. Deze voertuigen worden
niet gefotografeerd. Voor de resterende passages (3,2%) worden in totaal 700 000
foto's gemaakt. Deze foto's worden als volgt verwerkt:
• In 420 000 gevallen (1,9% van alle transacties) volgt geen
verdere heffing omdat het betreffende voertuig is vrijgesteld (o.a. motoren)
dan wel omdat het relatief eenvoudige elektronische systeem een auto met aanhanger
als twee voertuigen had herkend en derhalve geen verdere verwerking noodzakelijk
is.
• In 224 000 gevallen (1% van de transacties) wordt het kenteken
wel herkend maar blijkt de voertuig bezitter een abonnement te hebben en vergeten
te zijn de transponder te plaatsen (gebruikersfouten).
• In 56 000 gevallen (0,25% van de transacties) is sprake van
doorrijden zonder te betalen. Van deze 56 000 wordt in 36 000 gevallen
daadwerkelijk tot naheffing overgegaan (65%). De resterende 20 000 kan
niet worden nageheven, deels vanwege juridische redenen (de private tolmaatschappij
mag een persoon slechts een maal per 7 dagen een boete geven), en in 8% van
de gevallen vanwege niet leesbaar zijn van het kenteken.
Dit betekent dat van de 700 000 gefotografeerde voertuigen per jaar
slechts in 4480 gevallen (0,64% van de gefotografeerde voertuigen) niet tot
invordering kan worden overgegaan tengevolge van het falen van de herkenningsapparatuur.
Deze gegevens zijn afkomstig van The Norwegian Public Roads Administration.
In Oslo is het jaarlijks aantal passages 88 miljoen en is het aantal overtredingen
0,1%. Er is dus sprake van een vergelijkbare situatie.
Verder blijkt bij uit navraag dat in Noorwegen nauwelijks een toename
is geconstateerd in de fraude met kentekenplaten sinds de invoering van de
tolheffing, aldus een woordvoerder van The Norwegian Public Roads Administration.
De hierboven genoemde 4480 gevallen komen veelal voort uit de zeer slechte
weersomstandigheden die Noorwegen vooral tijdens de winter kent en de grote
hoeveelheden stof op de weg omdat in Noorwegen tot in april met spijkerbanden
wordt gereden.
In principe is verbetering van kentekenherkenning mogelijk omdat er in
Noorwegen gebruik wordt gemaakt van een oudere generatie techniek (het systeem
bestaat al sinds 1990). Gezien het geringe aantal overtredingen vindt men
het in Noorwegen op dit moment niet zinvol om de systemen te moderniseren.
In Nederland zal gebruik worden gemaakt van de meest geavanceerde techniek
waardoor de kwaliteit van de kentekenregistratie hoog zal zijn. Bovendien
wordt zowel de voor- als de achterzijde van het voertuig gefotografeerd,
hetgeen de betrouwbaarheid van de kentekenuitlezing zal verhogen.
3. Vandalisme
In tegenspraak tot de melding in het artikel van 8 april, dat met zware
middelen is gepoogd het systeem te saboteren, blijkt uit navraag dat bij de
ingebruikname van het systeem hier geen sprake van was. Op één
geworpen steen door de ruit van een tolhuisje na en een paar dreigtelefoontjes,
hebben zich geen incidenten voor gedaan aldus The Norwegian Public Road Administration.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos