25 816
Regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden)

nr. 13
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2000

Bij koninklijke boodschap van 16 december 1997 is het voorstel van wet, houdende regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden) ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II 1997/98, 25 816, nrs. 1–2).

Dat wetsvoorstel heeft geleid tot discussie met niet alleen uw kamer, maar ook de Eerste Kamer, mede-overheden, het bedrijfsleven en andere belanghebbende organisaties in de samenleving, waarbij vaak veel kritiek viel te beluisteren. Over het met dat wetsvoorstel te dienen doel, te weten de verbetering van de bereikbaarheid van belangrijke economische centra in Nederland, is vervolgens veelvuldig overleg gepleegd met organisaties van betrokkenen. Dat heeft geresulteerd in een samenhangend pakket maatregelen, het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR), dat op 19 mei 2000 aan uw Kamer is aangeboden. In samenhang daarmee is bij koninklijke boodschap van 12 december 2000 een wetsvoorstel (Wet bereikbaarheid en mobiliteit, Kamerstukken II 2000/01, 27 552, nrs. 1–2) ingediend dat een drietal mobiliteitstarieven introduceert. Het daartoe behorende spitstarief kan op vergelijkbare wijze worden gebruikt voor wat met rekeningrijden werd beoogd, zodat het voorstel van wet op het rekeningrijden kan worden ingetrokken.

Daartoe gemachtigd door de Koningin trek ik, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, het voorstel van wet op het rekeningrijden hierbij in.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven