25 809
Archieven Militaire Inlichtingendienst (MID)

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 29 april 1998

Hierbij bied ik u aan het onderzoek van dr. D. Engelen, «Oorzaak, aard en omvang van de oneigenlijke vernietiging van archiefmateriaal van de MID in de periode 1993–1998», en de inventarisatie van de Centrale Archief Selectiedienst (CAS), «Staat der archieven van de Militaire Inlichtingen Dienst».1 Deze onderzoeken maken deel uit van de maatregelen die ik heb getroffen om het beheer van de archieven van de Militaire Inlichtingen Dienst (MID) te verbeteren.

De heer dr. D. Engelen komt tot de conclusie dat vernietiging geen uitgangspunt bij het archiefbeheer van de MID is geweest. Wel is er sprake geweest van oneigenlijke vernietiging, dat wil zeggen: vernietiging niet conform de voorschriften. Hij noemt hiervoor vier belangrijke redenen. Ten eerste het langdurige proces van integratie van de oorspronkelijke drie militaire inlichtingendiensten tot één MID, dat pas in 1996 is afgerond. Ten tweede verwijst hij naar de bedrijfsvoering en de cultuur van met name de «oude» inlichtingendiensten van de krijgsmachtdelen. In de derde plaats noemt hij het feit dat de met registratie en archivering belaste personeelsleden niet altijd beschikten over de vereiste kennis en vaardigheden. Ten vierde heeft het ontbreken van een goedgekeurd basisselectiedocument de MID parten gespeeld.

De heer Engelen constateert dat zonder een afgerond institutioneel onderzoek moeilijk uitspraken kunnen worden gedaan over de aard van het in de loop der jaren oneigenlijk vernietigde archiefmateriaal. Dit onderzoek zal eind dit jaar worden afgerond en aan het Parlement worden aangeboden.

De CAS constateert dat het beeld van de kwantiteit van de MID-archieven ten opzichte van eerdere rapportages in positieve zin moet worden bijgesteld. Er is veel meer materiaal aangetroffen, dat overigens matig tot slecht toegankelijk is. Een definitief oordeel over de kwaliteit van de archieven is te geven na vergelijking van de huidige staat van de archieven met de archieven die op basis van het eerder genoemde institutionele onderzoek verwacht had mogen worden.

Een aantal medewerkers van de MID en de archiefdienst van Defensie vormen samen met de heer Engelen, medewerkers van de CAS en van de Rijksarchiefdienst als externe deskundigen, een stuurgroep. Deze stuurgroep ziet toe op de uitvoering van de verschillende maatregelen om het beheer van de archieven van de MID te verbeteren; het toegankelijk maken neemt hierbij een centrale plaats in.

Ik heb de genoemde stuurgroep gevraagd aan de hand van de twee rapporten te bezien of de inmiddels getroffen maatregelen afdoende zijn, dan wel of deze aanvulling behoeven. De stuurgroep zal mij voor 1 juni 1998 hierover adviseren. Over het resultaat hiervan zal ik u nader informeren.

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven