nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 20 januari 1998
Op 17 december 1997 voerde ik overleg met de vaste commissies voor Defensie,
Binnenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het beheer
van de archieven bij de Militaire Inlichtingendienst. Ik heb toen mijn oordeel
gegeven over het archiefbeheer bij de MID. Ter verbetering van het archiefbeheer
bij de MID heb ik toegezegd maatregelen te zullen treffen. Over de getroffen
maatregelen informeer ik u hierbij.
Zoals ik heb toegezegd, is de concept MID-selectielijst eind 1997 aan
de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gezonden.
Uitvoering is gegeven aan mijn toezegging aan de Tweede Kamer om in overleg
met externe deskundigen vast te stellen welke informatie bij de MID in het
kader van de Archiefwet 1995 moet worden aangemerkt als archiefbescheiden.
Daartoe heeft overleg plaatsgevonden met en namens de Algemene Rijksarchivaris.
De correspondentie over dit onderwerp is als bijlage gevoegd bij deze brief1.
De heer Dr. D. Engelen is belast met het onderzoek naar de aard en omvang
van vernietigde documenten alsmede met het onderzoek naar de vraag hoe deze
vernietiging heeft kunnen plaatsvinden. De heer Engelen wordt bij dit onderzoek
geassisteerd door de Centrale Archief Selectiedienst (CAS). Parallel aan dit
onderzoek is de CAS op 19 januari 1998 begonnen met de inventarisatie en beschrijving
op hoofdlijnen van het MID-archief. De rapportages over deze onderzoeken zullen
in mei 1998 worden aangeboden aan de Tweede Kamer.
De onderzoeksopdracht aan de heer Engelen en het projectconvenant tussen
de MID en de CAS zijn als bijlage bij deze brief gevoegd.
De heer Engelen zal verder een institutioneel onderzoek, volgens de PIVOT-methode,
uitvoeren naar de MID. Dit onderzoek zal eind dit jaar zijn afgerond.
Ook over de resultaten van dit onderzoek zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd.
De CAS zal na de inventarisatie van de MID-archieven, een aanvang maken
met de bewerking van de MID-archieven. Deze bewerking zal circa twee tot drie
jaren vergen.
Binnen de MID is een coördinerend overleg ingesteld waarin onder
meer zitting hebben: een namens het Hoofd van de Militaire Inlichtingendienst
optredende voorzitter van de MID, de heer dr. D. Engelen, de directeur CAS,
vertegenwoordigers van de Algemene Rijksarchivaris.
Ik ga ervan uit u hiermee voldoende over mijn voornemens te hebben geïnformeerd.
De Minister van Defensie,
J. J. C. Voorhoeve