25 802
Kunstvakonderwijs

nr. 28
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 20 april 2001

Bij motie van 12 december (Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 25 802, nr. 26) heeft de Kamer mij verzocht om af te zien van het afzonderen van gelden ten koste van het reguliere exploitatiebudget voor het kunstonderwijs of anderszins om de kwaliteitsimpulsen te financieren die zijn voorgesteld in de nota «Meer zicht op kwaliteit» en die zijn herbevestigd in de goedgekeurde Rijksbegroting 2001.

Het gaat hierbij om vier maatregelen:

1. De Kees van Dongen-prijs, gericht op het bevorderen van de professionaliteit van de docenten in het kunstonderwijs. Voor deze maatregel is jaarlijks Mf 3 gereserveerd.

2. Kunstweg, een programma gericht op internationale mobiliteit van studenten.Voor deze maatregel is jaarlijks Mf 1 voorzien.

3. ThinkQuest uit de Kunst, een voorziening gericht op het bevorderen van het gebruik van ICT in het kunstonderwijs. Hiervoor is jaarlijks Mf 0,75 gereserveerd.

4. ECHO, te weten projecten gericht op het vergroten van culturele diversiteit in het kunstonderwijs. Voor deze maatregel is drie jaar lang telkens Mf 0,25 voorzien.

De maatregelen sluiten daarmee aan bij het algemene beleidskader dat voor het hbo is geformuleerd door de minister in het HOOP 2000. Zij beogen een inhoudelijke ondersteuning van de herstructurering van het kunstonderwijs, die, zoals blijkt uit de getoonde belangstelling van diverse hogescholen, herkend wordt. De financiering van de kwaliteitsimpulsen zou niet ten laste gaan van het kunstonderwijs. In mijn brief van 21 november 2000 bent u hierover reeds geïnformeerd.

Ik zal gelet op uw motie, de verdere uitvoering van de maatregelen niet doorzetten. Wel merk ik op dat aan de impulsen gericht op ict onder de noemer ThinkQuest uit de Kunst en op culturele diversiteit (via ECHO) reeds invulling is gegeven op basis van de machtiging tot uitgaven die de Tweede Kamer met goedkeuring van de Rijksbegroting 2001 medio november 2000 had gegeven. Bestuurlijke stappen zijn gezet die hebben geleid tot een verplichting van Mf 1 in 2001 en in 2002 en van Mf 0,25 in 2003. Deze incidentele uitgaven zullen gedekt worden uit de gereserveerde Mf 5,0 vanaf 2001.

In de jaren 2003 tot en met 2005 wordt verder een bedrag van Mf 0,8 ingezet om de continuering van de voortgezette kunstopleidingen autonoom krachtens motie 16 vanwege de Cultuurnota 2001–2004 te financieren. De overige gereserveerde middelen worden vanaf 2001 toegevoegd aan het budget van het kunstonderwijs en worden betrokken bij de invoering van het nieuwe bekostigingsmodel voor de kunstopleidingen.

Het volgende beeld (in miljoenen guldens) ontstaat daarmee over de inzet van de Mf 5 die voor de kwaliteitsimpulsen gereserveerd waren:

 2001200220032 00420052006 ev
a. ThinkQuest0,750,750000
b. Echo0,250,250,25000
c. Voortgezette opleidingen000,80,80,80
d. Exploitatie Kunstopleidingen443,954,24,25
Totaal555555

De HBO-raad/hogescholen hebben in het Bestuurlijk Overleg van 20 maart 2001 aangegeven deze benadering te onderschrijven.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

Naar boven