25 802
Kunstvakonderwijs

nr. 14
MOTIE VAN HET LID BELINFANTE C.S.

Voorgesteld in het Nota-overleg van 6 september 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de discussie over het kunstvakonderwijs al sinds 1978 wordt gevoerd;

constaterende, dat de aanbevelingen uit het rapport «Beroep kunstenaar» en de nota «Zicht op kwaliteit» voor het eerst in vele jaren een goede herstructurering mogelijk lijken te maken;

overwegende, dat de voorgestelde taakstelling van 25 miljoen gulden zwaar drukt op het kunstvakonderwijs, omdat op de 17% generieke HBO-kortingen dit extra bedrag de kortingen een stuk hoger zal doen oplopen;

overwegende, dat deze hoge kortingen de herstructurering van het kunstvakonderwijs aanzienlijk bemoeilijken; en gelet op de motie 26 200-VIII nr. 54 Visser-van Doorn van 15 december 1998;

verzoekt de regering, om voor de resterende taakstelling van 10 miljoen gulden vanaf 2001 een oplossing te zoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Belinfante

Visser-van Doorn

Lambrechts

Halsema

Nicolai

Van der Vlies

Naar boven