nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Visserijwet 1963.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
8 december 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Visserijwet
1963 te wijzigen om de strafmaat voor visstroperij te verhogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 56 van de Visserijwet 1963 wordt als volgt gewijzigd:
A
In het eerste lid wordt de zinsnede «bij of krachtens de artikelen
2a, eerste en tweede lid, 2b, eerste lid, 2c, eerste en tweede lid, 7, eerste
lid, 10, eerste lid, 16, eerste en derde lid, en 21, eerste lid,» vervangen
door: bij of krachtens de artikelen 2a, eerste en tweede lid, 2b, eerste lid,
2c, eerste en tweede lid, 7, eerste lid, 10, eerste lid, en 16, eerste en
derde lid, alsmede overtreding van het bepaalde bij of krachtens
artikel 21, eerste lid, indien wordt gevist met één of meer
hengels,.
B
Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt na het tweede
lid een nieuw derde lid ingevoegd, luidend:
3. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 21, eerste lid,
dan wel van voorschriften, verbonden aan op grond van het bepaalde bij of
krachtens dat artikel verleende vergunningen of ontheffingen, wordt, indien
wordt gevist anders dan met één of meer hengels, gestraft met
een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de vierde categorie.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,