25 798
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de verruiming van de bijdrageregeling voor het leerlingenvervoer

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID VAN BOMMEL

Ontvangen 23 september 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt een nieuw punt 2 ingevoegd, dat luidt:

2. In het elfde lid wordt de zinsnede «voor wie de afstand bedoeld in het vijfde lid, meer bedraagt dan 20 kilometer» vervangen door: voor wie de afstand meer bedraagt dan de op grond van het achtste lid vastgestelde afstand.

II

Aan artikel II wordt een punt toegevoegd, dat luidt:

3. Toegevoegd wordt een lid, dat luidt:

12. De regeling kan voor leerlingen voor wie de afstand meer bedraagt dan de op grond van het achtste lid vastgestelde afstand, bepalen dat de hoogte van de vergoeding afhankelijk is van de financiële draagkracht van de ouders, of dat het vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen geschiedt tegen een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer van de desbetreffende leerling. In dat geval bevat de regeling tevens voorschriften omtrent de bepaling van de financiële draagkracht van de ouders.

III

Aan artikel IIA wordt een punt toegevoegd, dat luidt:

5. In het nieuwe elfde lid wordt de zinsnede «voor wie de afstand bedoeld in het vijfde lid meer bedraagt dan 20 kilometer» vervangen door: voor wie de afstand meer bedraagt dan de op grond van het achtste lid vastgestelde afstand.

Toelichting

Reeds vanaf een betrekkelijk laag inkomen (110% van het minimumloon) wordt van ouders een bijdrage verlangd. Om die reden is het gerechtvaardigd een inkomensafhankelijke factor in het wetsvoorstel te brengen. Dit amendement geeft gemeenten de mogelijkheid om met betrekking tot het toekennen van vergoedingen, voor de gehele afstand boven de drempelafstand rekening te houden met de financiële draagkracht van ouders.

Van Bommel

Naar boven