25 796
Voorstel van wet van de leden Duivesteijn en M. M. van der Burg houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en de Wet op de huurcommissies (begrenzing van de huurharmonisatie)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID POPPE

Ontvangen 24 maart 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt voor onderdeel A een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

A0

In artikel 2 wordt het tweede lid vervangen door:

2. Deze wet is voorts niet van toepassing op overeenkomsten van huur en verhuur van woonruimte die een zelfstandige woning vormt, indien partijen bij de aanvang van de bewoning een huurprijs zijn overeengekomen die, indien nodig herleid tot een bedrag per jaar, hoger is dan 125% van het op dat tijdstip in artikel 16, eerste volzin, van de Wet individuele huursubsidie genoemde bedrag, dan wel bij de aanvang van de bewoning een huurprijs zijn overeengekomen die hoger is dan 125% van het op dat tijdstip in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Huursubsidiewet genoemde bedrag. In afwijking van de eerste volzin zijn op de in de eerste volzin bedoelde overeenkomsten de artikelen 5, 6, eerste en tweede lid, 12 en 14, eerste lid, voorzover het betrekking heeft op de in artikel 12, eerste lid, bedoelde kosten, en vierde lid, van toepassing.

Toelichting

Het amendement beoogt de werking van de HPW uit te breiden tot de woningvoorraad met een huurprijs van ten hoogste 125% van de subsidiegrens uit de Huursubsidiewet. Daarmee zouden alle woningen met een maandhuur onder f 1380 (prijspeil 1-1-2000) onder de bescherming van de HPW gaan vallen.

Argumentatie voor de verhoging is het aanzienlijke aantal woningen dat in het verleden behoorde tot de niet-geliberaliseerde voorraad, maar ten gevolge van huurverhogingen en/of eerdere huurharmonisaties boven de huidige liberalisatiegrens van de HPW zijn gekomen. In een aantal gebieden, zoals de bollenstreek en de gemeente Diemen, vormt het bestand aan huurwoningen met een huur tussen 100% en 125% van de huursubsidiegrens een substantieel deel van de woningvoorraad. Hierdoor zijn ook huurders met modale inkomens en een sterke lokale binding aangewezen op dit deel van de woningmarkt.

Het is wenselijk dat ook deze groep kan profiteren van de verbetering van de HPW, die door middel van het initiatief-wetsvoorstel wordt doorgevoerd.

Poppe

Naar boven