25 770
Voorschriften betreffende onder meer instellingen van voortgezette kunstopleidingen op het gebied van de muziek met ingang van het studiejaar 1998–1999

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 februari 1998

In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 3, tweede lid onderdeel a, wordt «15 mei 1998» vervangen door: 1 juni 1998.

B

Onder vernummering van artikel 8 tot artikel 9 wordt een nieuw artikel 8 ingevoegd, luidende:

Artikel 8. Wijzigingen van de wet HOOP-maatregelen 1996

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 mei 1997 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering ter uitvoering van in het hoger onderwijs- en onderzoekplan 1996 aangekondigde maatregelen (Kamerstukken I, 1997/98, 25 370) tot wet wordt verheven en in werking is getreden, wordt die wet als volgt gewijzigd:

Aan artikel VI worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Artikel 7.3, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals dit artikellid luidde op 31 augustus 1998 blijft van kracht ten aanzien van degenen die in het studiejaar 1998–1999 voor de eerste keer zijn ingeschreven aan een van de volgende opleidingen:

a. de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Nederlands, de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in tekenen of de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in handvaardigheid aan de Fontys Hogeschool Katholieke Leergangen Sittard,

b. de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in tekenen, de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in handvaardigheid of de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in textiele werkvormen aan de Fontys Hogeschool Katholieke Leergangen Tilburg, of

c. de opleiding beeldende kunst en vormgeving, de opleiding muziek, de opleiding theater, de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in tekenen, de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in handvaardigheid, de opleiding voor het getuigschrift muziekonderwijs B schoolmuziek, of de opleiding voor het docentschap drama aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.

Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat het examen dat is verbonden aan deze opleidingen tot en met uiterlijk 31 augustus 2005 kan worden afgelegd.

4. Artikel 7.3, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals dit artikellid luidde op 31 augustus 1998 blijft van kracht ten aanzien van degenen die in het studiejaar 1998–1999 of het studiejaar 1999–2000 voor de eerste keer zijn ingeschreven aan de opleiding voeding en diëtetiek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat het examen dat is verbonden aan deze opleiding tot en met uiterlijk 31 augustus 2006 kan worden afgelegd.

C

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van 15 mei 1998. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt gepubliceerd wordt uitgegeven na 14 mei 1998 treedt deze wet in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 mei 1998.

D

In bijlage 2 van het wetsvoorstel vervallen alle opleidingen, hogescholen en afstudeerroutes na de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in geschiedenis aan de hogeschool van Arnhem en Nijmegen met de afstudeerroute educatie en cultuur.

Toelichting

Onderdelen A en C (Datum van inwerkingtreding)

In het wetsvoorstel is als datum van inwerkingtreding 1 april 1998 opgenomen. Gelet op de stand van zaken in het wetgevingsproces lijkt het ondenkbaar dat publicatie in het Staatsblad voor 1 april 1998 mogelijk is. Derhalve is wijziging van deze datum nodig. Na overleg met de Informatie BeheerGroep is gebleken dat de datum waarvoor deze organisatie de gegevens van de te registreren voortgezette kunstvakopleidingen uiterlijk binnen moet hebben, 1 juni is. Dit betekent dat het wetsvoorstel uiterlijk 15 mei in werking moet treden, zodat de instellingen 14 dagen de tijd hebben om hun gegevens aan te leveren. Indien deze na de aanvaarding van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer reeds aan aanvang maken met de voorbereidingen, moet deze periode van 14 dagen voldoende zijn. De datum van inwerkingtreding wordt op uiterlijk 15 mei 1998 gesteld, waarbij mocht het Staatsblad waarin het voorstel na tot wet te zijn verheven wordt gepubliceerd na 14 mei, aan deze wet een terugwerkende kracht wordt verleend tot en met 15 mei 1998.

Onderdelen B (overgangsrecht)

In het voorstel van wet houdende wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering ter uitvoering van in het hoger onderwijs- en onderzoekplan 1996 aangekondigde maatregelen (kamerstukken I 1997/98, 25 370) dat inmiddels door de Tweede Kamer is aanvaard, wordt de in artikel 7.3, vierde lid, van de WHW opgenomen mogelijkheid van de vrije studierichting voor het hoger beroepsonderwijs geschrapt. In enkele gevallen is het noodzakelijk dat deze mogelijkheid nog een studiejaar blijft bestaan. Reden: de beëindiging van sommige programma's met een inhoudelijke verwantschap met het kunstvakonderwijs is aangehouden in verband met de latere besluitvorming over de herstructurering van het kunstvakonderwijs. Dit betekent dat de betrokken hogescholen (Fontys Hogeschool Katholieke Leergangen Sittard, Fontys Hogeschool Katholieke Leergangen Tilburg en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) in het studiejaar 1998–1999 nog de mogelijkheid moeten hebben om studenten in te schrijven in de desbetreffende programma's. Wat betreft het programma voeding en management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is een voorziening nodig voor de studiejaren 1998–1999 en 1999–2000, omdat een onderzoek naar de profilering van het onderwijsaanbod op het terrein van voeding later dan voorzien tot conclusies leidt over het programma voeding en management. In artikel 8 van het wetsvoorstel is een wijziging opgenomen van artikel VI van het eerder genoemde wetsvoorstel.

D (Bijlage 2 wetsvoorstel)

Deze wijziging is reeds aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag. Abusievelijk was de afstudeerroute kunst- en mediamanagement van deze opleidingen van de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht opgenomen in bijlage II van het wetsvoorstel. Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag reeds is aangegeven is echter het voornemen dat de positie van deze opleidingen wordt betrokken in het onderzoek over de breder voorkomende, zogeheten hybride opleidingen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis

Naar boven