Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2011
Inleiding
In antwoord op de schriftelijke vragen1 van het TK-lid Heijnen (PvdA) heb ik de Kamer toegezegd te zullen nagaan of het mogelijk is een volledig overzicht te krijgen
van de wijze waarop andere EU-lidstaten de EU-verordening2 met betrekking tot paspoorten en andere reisdocumenten implementeren en in het bijzonder ten aanzien van verificatie van
gegevens bij uitgifte en de wijze van opslag van biometrische gegevens.
Bij deze brief treft u de uitkomsten aan van de inventarisatie die is uitgevoerd.3 Hierin is weergegeven hoe de lidstaten de EU-verordening implementeren en hoe zij omgaan met het opslaan van de gegevens
(waaronder de gezichtsopname en de vingerafdrukken) die worden opgenomen bij het aanvragen van een reisdocument.
Voor de inventarisatie zijn 26 lidstaten van de EU4 benaderd en verzocht om een vragenlijst in te vullen. 24 lidstaten hebben de vragenlijst volledig ingevuld. Dit zijn: België,
Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland,
Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden. Roemenië
en Polen hebben de vragenlijst niet volledig ingevuld. De in de inventarisatie weergegeven informatie is gevalideerd door
de landen waar de informatie betrekking op heeft.
Uitkomst inventarisatie
De heer Heijnen vroeg in zijn vragen specifiek naar de implementatie van de EU-verordening ten aanzien van de wijze van opslag
van de biometrische gegevens én van de verificatie van de gegevens bij uitgifte. Bijvoegde inventarisatie, die
ook in beeld brengt hoe op andere onderdelen de EU-verordening wordt geïmplementeerd, geeft het volgende antwoord op de vragen
van de heer Heijnen.
Centrale of decentrale reisdocumentenadministratie
In de Europese Unie hebben 22 lidstaten een centrale administratie waarin zij gegevens opslaan met betrekking tot de reisdocumenten.
Alleen Duitsland heeft, net als Nederland thans, een volledig decentrale administratie. Oostenrijk heeft een administratie
die zowel centraal als decentraal is.
Gezichtsopname
Met uitzondering van Denemarken slaan alle lidstaten de gezichtsopname op in hun administratie.
Vingerafdrukken
Niet alle lidstaten van de Europese Unie nemen vingerafdrukken op voor opslag in de reisdocumenten. Denemarken5, Groot-Brittannië en Ierland doen dat niet, omdat de Europese verordening niet op deze lidstaten van toepassing is. België
voorziet dat in de loop van 2011 begonnen zal worden met de opname van de vingerafdrukken.
Bulgarije, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Letland, Litouwen, Malta, Portugal en Spanje slaan de vingerafdrukken
op in een centrale administratie.
Cyprus, Oostenrijk en Luxemburg nemen de vingerafdrukken op in een centrale administratie, maar alleen tijdelijk. Nederland
slaat vingerafdrukken op in de reisdocumentenadministratie die nu decentraal is.
Duitsland, Hongarije, Italië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden slaan de vingerafdrukken niet op in hun administratie.
Verificatie van de vingerafdrukken bij de uitgifte van de reisdocumenten
• Cyprus, Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk, Spanje en Zweden verifiëren de vingerafdrukken helemaal niet bij de uitgifte;
• Bulgarije, Litouwen, Slovenië en Slowakije verifiëren de vingerafdrukken alleen als de burger er om vraagt;
• Finland hanteert dezelfde werkwijze als Nederland. In Nederland wordt, zoals eerder aan uw Kamer is gemeld5, bij uitgifte geverifieerd als er twijfel is over de vraag of de persoon die het reisdocument komt ophalen wel de aanvrager
van het document is. Verder wordt in Nederland geverifieerd als de burger er om vraagt. Alle uitgevende instanties beschikken
over de voorzieningen om deze verificatie uit te voeren.
• Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Malta, Letland, Portugal en Tsjechië verifiëren standaard bij uitgifte.
Ten slotte
Met bijgaande inventarisatie van de implementatie van de EU-verordening in de lidstaten van de Europese Unie is naar mijn mening volledig ingegaan op de vraag van de heer Heijnen. Ik zal de
uitkomsten van deze inventarisatie betrekken bij mijn oriëntatie om tot een oordeel te kunnen komen over de wijze waarop de
voorgenomen online raadpleegbare reisdocumentenadministratie vorm zou kunnen krijgen. Zoals ik reeds heb geantwoord op vragen7 van de leden Heijnen en Recourt denk ik nog zeker de komende twee maanden nodig te hebben voor de afronding van deze oriëntatie.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner