25 764 Reisdocumenten

Nr. 136 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2022

Vanaf juni 2019 heeft mijn voorganger uw Kamer verschillende malen geïnformeerd1 over de plannen rondom de verbetering van het reisdocumentenstelsel, vormgegeven in het programma Verbeteren Reisdocumentenstelsel (VRS).

1. Inleiding

VRS is opgezet omdat de ICT-architectuur achter het stelsel van aanvraag en uitgifte van paspoorten en identiteitskaarten gedateerd is. Uit verschillende (centrale en decentrale) registers, die niet altijd bijgewerkt zijn, moet informatie verzameld worden. Dit is een tijdrovend, fout- en fraudegevoelig proces. Met het programma wordt een kwaliteitsslag gemaakt naar een situatie waarin de processen, procedures en registers worden gedigitaliseerd naar de standaarden van deze tijd en registers worden gecentraliseerd. Hierdoor worden de aanvraag en uitgifte van paspoorten en identiteitskaarten vergemakkelijkt en kan fraude beter worden voorkomen.

2. Fasen VRS

1 Eerste fase

Het programma bestaat uit verschillende fasen. De eerste fase waarin het basisregister, dat op 1 januari 2021 in werking is getreden, wordt aangevuld met de historische gegevens uit de aanvraaggegevens van alle eerder (vóór 1 januari 2021) gedane aanvragen uit de decentrale Reisdocumenten Aanvraag en Archiefstations (RAAS-en). Tevens wordt het basisregister aangevuld met de gegevens over vermiste, gestolen en van rechtswege vervallen documenten uit verschillende registraties binnen het Koninkrijk. In deze fase valt ook het direct controleerbaar maken van het actuele Register Paspoortsignaleringen (RPS). Met het nemen van deze stappen ontstaat één compleet centraal register waarin alle benodigde gegevens (los van de biometrische gegevens) voor het aanvragen van reisdocumenten bij elkaar zijn geplaatst en digitaal benaderbaar zijn door alle uitgevende instanties. Extra in deze fase is de ontwikkeling van StopID (het «stop» zetten van de geldigheid van een paspoort of identiteitskaart).

2 Tweede fase

In de tweede fase worden de biometrische gegevens uit de RAAS-en (gezichtsopname, handtekening en tijdelijk voor productiedoeleinden de vingerafdrukken) apart centraal opgeslagen in een voorziening en ondergebracht in een overheidsdatacentrum. Tevens wordt in de tweede fase het proces rond het beheer van paspoortsignaleringen verbeterd.

De afronding van de eerste fase is gepland voor eind 2024. Op dit moment, na ruim twee jaar ontwikkelen, staan we op het volgende punt in de realisatie van de verschillende onderdelen.

3. Stand van zaken fase 1

Aanvulling basisregister

Op 1 januari 2021 is het basisregister reisdocumenten in gebruik genomen. Sinds 1 januari 2021 worden alle nieuwe aanvragen opgenomen in dit register. De voorbereiding van de aanvulling van het basisregister met de historische gegevens uit de RAAS-en is in volle gang. De verwachting was dat deze aanvulling van gegevens eind 2021 gereed zou zijn. Er is helaas een vertraging opgetreden. Dit vanwege ICT-aanpassingen op bestaande systemen waartussen koppelingen moeten worden gelegd. Dat is een ingewikkeld proces gebleken. De werkzaamheden van het programma zijn erop gericht om dit resultaat in de zomer van 2022 te bereiken.

Register Paspoortsignaleringen

Dit onderdeel omvat het direct controleerbaar maken van het Register Paspoortsignaleringen (RPS), dat ook centraal actueel wordt gehouden, nodig bij iedere aanvraag. Inmiddels zijn de meeste uitgevende instanties op de signaleringcontrole aangesloten.

StopID

Met StopID kunnen burgers zelf online de vermissing van een document melden en de geldigheid van het betreffende document «stop» zetten (zoals dit nu ook met een bankpas kan). Zo wordt misbruik tegengegaan. De uitwerking van StopID is inmiddels gestart. StopID zal naar verwachting halverwege 2023 conform planning voor burgers beschikbaar zijn.

Aanpassing opslagmogelijkheid

In het voorjaar van 2021 (Kamerstuk 25 764, nr. 133) heeft mijn voorganger aangegeven een «tussenstap» in de fasen te nemen, in de zin van het bouwen van een aparte ICT-component, de RAAS-DOBbox. Dit is een tijdelijke voorziening die in de opslag en deling van biometrische gegevens tussen uitgevende instanties voorziet. Deze tussenstap is nodig omdat de wetgeving waarmee de definitieve voorziening kan worden gerealiseerd nog enige tijd op zich zal laten wachten en de verbetering van het aanvraag- en uitgifteproces bij uitgevende instanties door de RAAS-DOBbox niet afhankelijk is van de doorlooptijd van dat wetgevingstraject.

In de vorige brief is aangegeven dat mijn voorganger pas de beslissing tot het bouwen van deze RAAS-DOBbox wilde nemen nadat een aantal aanscherpingen in de programmaorganisatie zijn uitgevoerd. Dit was een advies van CIO BZK, na het uitvoeren van een kwaliteitstoets. Deze aanscherpingen zijn inmiddels aangebracht en de RAAS-DOBbox is een stap verder uitgewerkt. Ten aanzien van de precieze kosten die de leverancier zal rekenen is echter nog geen uitsluitsel gegeven. Deze informatie verwacht ik vóór de zomer van dit jaar. Tot die tijd wordt er binnen het programma verder gewerkt aan het ontwerp van de RAAS-DOBbox. De beslissing over de definitieve bouw zal ik echter pas nemen bij volledige informatie. Ik zal u hierover zo spoedig mogelijk berichten.

4. Stand van zaken fase 2

Wetgeving (voorbereiding)

Voor fase 2, de centrale opslag van biometrie (gezichtsopname, handtekening en voor productiedoeleinden tijdelijk de vingerafdrukken), is wetgeving nodig. In de Paspoortwet zal hiervoor een wettelijke grondslag worden opgenomen. Nu is alleen decentrale opslag (in de RAAS-en) wettelijk mogelijk, waardoor deze decentrale component nog moet blijven bestaan. De indiening zal nu tussen eind 2022 en het eerste kwartaal van 2023 komen te vallen. In het eerste kwartaal van 2022 verwacht ik het consultatieproces te kunnen beginnen.

De planning voor het indienen van de wetgeving is vertraagd vanwege de inhoudelijke complexiteit en de omvang van de wijzigingen. Zoals boven aangegeven moeten de huidige processen, procedures en registers worden gedigitaliseerd en gecentraliseerd. Dit vergt ook juridisch een groot aantal aanpassingen. Bovendien gaat het hier om een wijziging van een rijkswet (Paspoortwet) die ook de Caribische delen van het Koninkrijk raakt. Dit vraagt een zorgvuldige voorbereiding van de wetgeving in samenwerking en afstemming met alle betrokken partijen. Er wordt goede voortgang geboekt ten aanzien van de voortgang van de wetgeving. Ik zal binnenkort de wijziging ter consultatie aanbieden en kan naar verwachting uw Kamer de wetwijziging aan het einde van het jaar aanbieden.

De technische realisatie van de centrale opslag van biometrie en de functionaliteit waarmee de RAAS-en worden uitgefaseerd wordt in fase 2 gerealiseerd. Hiermee wordt begonnen als er voldoende zekerheid is over een succesvolle voortgang van het wetgevingstraject.

5. Planning

Zoals hiervoor aangegeven zijn de aanvulling van het basisregister, de wetgeving en de beslissing ten aanzien van de RAAS-DOBbox vertraagd. Daardoor wordt fase 1 naar verwachting eind 2024 afgerond. Dit was halverwege 2024. Fase 2 loopt tot en met 2025, afhankelijk van de voortgang van het wetgevingstraject.

6. Begroting

De totale begroting van het programma is onveranderd ten opzichte van mijn vorige brief. Fase 1 wordt geschat op 49,5 miljoen euro en fase 2 op 8 miljoen euro. Daarenboven bedraagt de post onvoorzien 4 miljoen euro.

7. Vervolg

Ik heb in deze brief de voortgang van het programma VRS geschetst. Door middel van een volgende voortgangsbrief rond de zomer zal ik u op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen rondom VRS.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Kamerstuk 25 764, nr. 133, Kamerstuk 25 764, nr. 127; zie ook Kamerstuk 25 764, nr. 130, Kamerstuk 25 764, nr. 120; zie ook Kamerstuk 25 764, nr. 123.

Naar boven