25 764 Reisdocumenten

27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2017

Jaarlijks informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de zelfevaluaties over de basisregistratie personen (BRP) en het aanvraag- en uitgifteproces van paspoorten en identiteitskaarten. De zelfevaluatie gaat over de inrichting, beveiliging en werking van processen van de huidige BRP. Het betreft dus geen evaluatie inzake het beëindigde programma operatie BRP.

Met de zelfevaluaties controleren gemeenten zelf of zij voldoen aan de wettelijke eisen en aanbevelingen. Het doel van de zelfevaluaties is de kwaliteit en beveiliging te borgen en te verbeteren. Voor zowel de registratie van ingezetenen als voor paspoorten en identiteitskaarten vullen gemeenten een zelfevaluatievragenlijst in over de inrichting, werking en beveiliging van processen.

De zelfevaluatie-vragenlijst controleert zowel op wettelijke voorschriften als op aanbevelingen ter verbetering van de inrichting, werking en beveiliging van processen. Voor de registratie van ingezetenen wordt daarnaast gecontroleerd op de kwaliteit van de gegevens in de huidige registratie van ingezetenen.

Enerzijds met een automatische bestandscontrole of de ingevulde gegevens op de juiste manier zijn opgenomen in de registratie van ingezetenen (staat de voornaam in het vakje «voornaam» en de achternaam in het vakje «achternaam» etc.). Op dit punt blijkt dat er een afwijkingspercentage is van 0,45% op alle gegevens (in 2015 was dit 0,31%). Het percentage is berekend op basis van het aantal afwijkingen gedeeld door het aantal persoonslijsten van ingezetenen. Van de gecontroleerde gegevens is 99,55% correct, wat hoger is dan de norm van 99% betrouwbaarheid van alle gegevens in de BRP.1

Anderzijds controleren gemeenten met de handmatige bronnencontrole of de informatie van persoonslijsten overeenkomt met de onderliggende brondocumenten. Na een pilot in 2015 is deze handmatige bronnencontrole sinds 2016 voor het eerst een vast onderdeel van de zelfevaluaties. In totaal zijn 18.750 persoonslijsten gecontroleerd door de gemeenten, waarbij 3.088 fouten zijn gevonden. Van deze fouten zijn er meteen na de constatering 1.829 hersteld door de gemeenten.2 In de overige gevallen was bijvoorbeeld contact met de burger nodig om een brondocument op te vragen. De ervaringen van deze eerste controle tonen de noodzaak aan om controles naar de kwaliteit van gegevens uit te voeren. Bijgaand treft u de uitkomsten van de zelfevaluaties 2016 aan3.

Ten behoeve van de verdere kwaliteit van de BRP heb ik onlangs onderzocht in hoeverre het Register Paspoortsignaleringen (RPS) door gemeenten correct wordt verwerkt in de BRP. In het RPS zijn personen opgenomen van wie de aanvraag van een paspoort kan worden geweigerd.4 Gemeenten moeten de signaleringen voor hun ingezetenen handmatig in de BRP overnemen. Bij de aanvraag van een paspoort controleert de gemeente of betrokkene in de BRP staat gesignaleerd. Als dat het geval is, zet de gemeente vervolgens een procedure in gang die kan leiden tot het weigeren van het paspoort.5 Ik bericht u nu vast over de uitkomsten van dit onderzoek.

Op 13 juni 2017 is een bestandsvergelijking uitgevoerd tussen de signaleringen in het RPS en de signaleringen zoals deze in het ingezetenendeel van de BRP zijn overgenomen. Het gaat hier om 2.291 actuele signaleringen. Het blijkt dat van 345 personen de signalering niet in de BRP is verwerkt en dat er in de BRP 260 personen zijn gesignaleerd waarvan de signalering inmiddels is opgeheven. Ik heb na deze constatering alle betrokken 165 gemeenten geïnformeerd en verzocht de administratie te actualiseren.

Op 9 augustus 2017 heb ik de bestandsvergelijking opnieuw uitgevoerd. Op dat moment zijn er 2.729 actuele signaleringen. Het blijkt dat van 131 personen de signalering niet in de BRP is verwerkt en dat 35 personen zijn gesignaleerd waarvan de signalering inmiddels is opgeheven. De betrokken 59 gemeenten heb ik, waarvan sommigen opnieuw, aangesproken. Ditmaal heb ik bij de bestandsvergelijking ook onderzocht wat de achtergrond van de signalering was. Deze treft u aan in bijlage 36. Hoewel gemeenten zelf niet de achtergrond van de signaleringen kennen, blijkt desalniettemin dat in vier gevallen een signalering op grond van de staatsveiligheid niet in de BRP was verwerkt. Deze omissie hebben de betreffende gemeenten inmiddels hersteld. In drie gevallen heeft deze fout verder niet geleid tot het verstrekken van een paspoort, omdat betrokkenen deze niet hebben aangevraagd. In één geval blijkt wel een paspoort te zijn aangevraagd en verstrekt. Daar kom ik verderop in deze brief terug.

Gezien de bevindingen heb ik alle gemeenten per brief gewezen op het belang van een goede en accurate bijhouding van de signaleringen in de BRP. Verder zal ik blijven monitoren of gemeenten de signaleringen in de BRP op orde hebben, en zal ik actie ondernemen waar dat niet het geval is.7

Op 9 augustus heb ik tevens onderzocht hoe vaak het is voorgekomen dat aan een gesignaleerde een paspoort is verstrekt, in de periode dat de signalering wél in het RPS was opgenomen, maar (nog) niet was verwerkt in de BRP. Dat blijkt zich bij 75 personen van de 2.729 gesignaleerde ingezetenen te hebben voorgedaan. Het gaat hier om personen die stonden gesignaleerd vanwege financiële schulden (64), het schaden van het vertrouwen in reisdocumenten (7)8, persoonlijk faillissement (2), een onherroepelijke veroordeling (1) of de staatsveiligheid (1). Ik heb betrokken gemeenten geïnstrueerd over hoe zij, in samenspraak met de signalerende autoriteiten, de verstrekte paspoorten kunnen inhouden.

De persoon die stond gesignaleerd vanwege de staatsveiligheid9 blijkt op 10 april 2017 een paspoort te zijn verstrekt, die vervolgens op 11 augustus door de betreffende gemeente weer is ingehouden. Ik heb de Minister van Veiligheid en Justitie over de situatie ingelicht.

Bovengenoemde controles en maatregelen laten onverlet de risico´s die in het algemeen gepaard gaan met het feit dat iedere gemeente de signaleringen in het RPS handmatig moet overnemen in de BRP. Handmatige verwerkingen zijn foutgevoelig en geautomatiseerde verwerking heeft daarom mijn voorkeur. Zoals ik in mijn brief van 12 april jl. aan uw Kamer heb aangekondigd, ben ik voornemens te komen tot een centraal reisdocumentenregister.10 Die voorziening maakt het mogelijk te komen tot deze geautomatiseerde werking, ten bate van de betrouwbaarheid en effectiviteit van het reisdocumentenstelsel.

In het voorjaar van 2018 verwacht ik u verder te kunnen informeren over de toezichtsbevindingen over 2017. Mocht er tussentijds aanleiding zijn u eerder te informeren, zal ik dat uiteraard doen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Zie bijlage 1a, paragraaf 3.2.1, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Zie bijlage 1b, paragraaf 3.2.3. De geconstateerde fouten betroffen met name het ontbreken van het brondocument (24%), een onjuiste geldigheidsdatum (11%), onjuiste omschrijving van het brondocument (8%), buitenlands persoonsnummer (8%) of onjuiste gegevens van de ouders (6%), raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Zie bijlage 2 voor een toelichting op het RPS, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
5

De signaleringsprocedure kan ook leiden tot het verstrekken van het paspoort, zo nodig met een territoriale beperking of beperkte geldigheidsduur. Zie bijlage 2, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
7

In elk geval zullen vanaf november 2017 de vergelijkingen maandelijks geautomatiseerd worden uitgevoerd en worden teruggekoppeld aan gemeenten.

X Noot
8

Veelal personen die 3 keer of vaker hun reisdocument als vermist opgaven in de afgelopen 5 jaar.

X Noot
9

Het betreft de signaleringsgrond van artikel 23 Paspoortwet. Er hebben zich geen onregelmatigheden voorgedaan bij de signaleringsgrond van het nieuwe artikel 23b (het uitreisverbod krachtens de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding).

X Noot
10

Kamerstuk 26 643, nr. 437.

Naar boven