25 764 Reisdocumenten

Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2017

Dit voorjaar is onderzoek gedaan naar de transparantie en kostendekkendheid van leges en tarieven in gemeentelijke begrotingen. In het bijzonder van de leges voor paspoorten en de Nederlandse identiteitskaarten. De nieuwe transparantievoorschriften uit het Besluit Begrotingen en Verantwoordingen (BBV) bepalen dat gemeenten vanaf de begroting 2017 duidelijk moeten maken op welke kosten en baten de leges en heffingen gebaseerd zijn. Bij brief heb ik uw Kamer op 21 november 20161 geïnformeerd over de aanpak van dit onderzoek.

De begroting 2017 was voor gemeenten de eerste begroting waarvoor de nieuwe transparantievoorschriften van het BBV golden. Om deze reden is ook in brede zin verkend hoe gemeenten omgaan met de voorschriften. Uit het bijgesloten onderzoek van Andersson Elffers Felix2 blijkt dat 84% van de gemeenten inzicht geeft in de baten en lasten van de riool- en afvalstoffenheffing. Een vergelijkbaar aantal gemeenten licht toe welke beleidsuitgangspunten aan de tariefstelling ten grondslag liggen.

De tariefstelling bij de leges transparant maken is door de veelheid aan tarieven in de legesverordening aanzienlijk meer werk dan het transparant maken van de riool- en afvalstoffenheffing. Dit is terug te zien in de uitkomst van het onderzoek. 40% van de gemeenten geeft ten aanzien van de leges nog geen inzicht in de begroting. Dit is voor mij voldoende reden om aan de provinciale toezichthouders te vragen om bij het uitoefenen van het financieel toezicht op de begroting 2018 hier aandacht aan te besteden. Wel wil ik erop wijzen dat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de gemeenteraden van gemeenten waar nog geen inzicht wordt geboden in de leges hierop aan te dringen en te controleren voor de begroting 2018. Omgekeerd geldt dat 60% van de gemeenten wel enig inzicht geeft, waarbij 23,9% van de gemeenten op meer dan 10 hoofdstukken van de legesverordening inzicht geeft.

Vanwege de discussie over de kostendekkendheid van het maximumtarief voor paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten zijn de toegerekende kosten en baten hiervan nader onderzocht. Gemeenten hebben binnen het maximumtarief de vrijheid om zelf de leges te bepalen, dit doen zij op basis van de gemeentelijke begrotingen. In totaal gaven 106 gemeenten in hun begroting inzicht in de toerekening van baten, kosten en kostendekkendheid op detailniveau van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten. De spreiding van deze gemeenten is goed verdeeld over kleine tot grote gemeenten. Uit het onderzoek blijkt dat de leges voor paspoorten en identiteitskaarten een gemiddelde kostendekkendheid hebben van 93,3%. Hoewel dit aan de lage kant is laat dit onderzoek ook zien dat ongeveer een derde van de gemeenten kostendekkend kan opereren met de huidige maximumtarieven. Dit nuanceert het eerdere kostenonderzoek3 dat bij twee G4-gemeenten uitgevoerd werd en op grote tekorten uitkwam.

Wel constateer ik dat de spreiding van de kostendekkendheid tussen gemeenten erg groot is. Bij gemeenten die de kosten op meer detailniveau rapporteren zijn daarnaast grote verschillen zichtbaar in de toerekening van indirecte kosten. Vanwege die grote verschillen en omdat dit een kleinere groep gemeenten betrof kan geen representatieve uitspraak gedaan worden over de relatie tussen indirecte kosten en de kostendekkendheid. Op basis van dit onderzoek concludeer ik vooral dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten, wat het vaststellen van een eenduidige norm bemoeilijkt. Onder de verschillen in de kostentoerekening liggen uiteindelijk beleidsmatige keuzes die gemeenten zelf mogen maken en waar de gemeenteraad op moet toezien. Daarnaast hebben gemeenten de verantwoordelijkheid het proces zo doelmatig mogelijk in te richten.

In het kader van efficiency acht ik het nu niet wenselijk om het maximumtarief te verhogen tot het niveau dat alle gemeenten ermee uitkomen. De oplossing om de gemiddelde kostendekkendheid te verhogen is naar mijn oordeel niet noodzakelijkerwijs een verhoging van de tarieven. Zoals ik eerder4 aankondigde zet ik vooral in op de efficiencyverbetering in het kader van de modernisering van het reisdocumentenstelsel. Recent heb ik u per brief ingelicht over een van de maatregelen in het kader van de modernisering van het stelsel5. Over de modernisering van het reisdocumentenstelsel en de gevolgen daarvan op de bedrijfsvoering bij gemeenten zijn mijn ambtenaren in gesprek met gemeenten.

Daarnaast wordt met gemeenten verder verkend waarom er zulke grote verschillen zijn tussen gemeenten en waardoor de grote verschillen in de kosten worden veroorzaakt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 25 764, nr. 103.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 25 764, nr. 92, een van de daar onderzochte gemeenten behoort tot de 106 gemeenten die in dit onderzoek zijn meegenomen.

X Noot
4

Kamerstuk 25 764, nr. 92.

X Noot
5

Kamerstukken 26 643 en 25 764, nr. 458.

Naar boven