25 758
Wijziging van de Luchtvaartwet met betrekking tot de bevoegdheden ter voorkoming van overschrijding van grenswaarden

A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 14 november 1997 en het nader rapport d.d. 21 november 1997, aangeboden aan de Koningin door de minister van Verkeer en Waterstaat. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 12 november 1997, no. 97.005470, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende wijziging van de Luchtvaartwet met betrekking tot de bevoegdheden ter voorkoming van overschrijding van grenswaarden.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 12 november 1997, nr. 97.005470, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij aan te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 14 november 1997, nr. W09.97.0644, bied ik u hierbij aan.

1. Het voorgestelde artikel 30b, tweede lid, onder c, van de Luchtvaartwet wekt – in het bijzonder door het woord «dient» – de indruk dat door de exploitant nimmer andere dan de expliciet in het gebruiksplan vermelde maatregelen zouden behoeven te worden genomen. De Raad van State neemt aan dat dit niet de bedoeling is en dat de exploitant gehouden blijft zo nodig ook andere – om welke reden dan ook niet in het gebruiksplan voorkomende – maatregelen te nemen die een bijdrage kunnen leveren tot het niet overschrijden van de geluidszones. De Raad beveelt aan de tekst op dit punt aan te passen.

1. Anders dan de Raad van State veronderstelt, is het wel degelijk de bedoeling, dat de exploitant in het (openbare) gebruiksplan in beginsel de door hem te nemen maatregelen opneemt. Deze maatregelen kunnen, en zullen in veel gevallen ook, ernstige gevolgen hebben voor de op de luchthaven opererende luchtvaartmaatschappijen en andere bedrijven. Zij dienen tijdig op de hoogte te zijn van wat zij eventueel kunnen verwachten.

Teneinde toch aan het bezwaar van de Raad tegemoet te komen, is in de tekst van het wetsvoorstel opgenomen, dat in het gebruiksplan de maatregelen worden opgenomen, die de exploitant «in ieder geval» neemt om binnen de geluidszones te blijven. Hiermee wordt de door de Raad aanbevolen flexibiliteit zoveel mogelijk bereikt.

Met deze formulering wordt tevens bereikt, dat in het gebruiksplan een duidelijke indicatie wordt aangegeven van het moment, waarop de Minister van Verkeer en Waterstaat kan ingrijpen.

2. Voor enkele redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

2. De redactionele kanttekeningen zijn verwerkt.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 14 november 1997, no. W09.97.0644, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– Ten aanzien van het opschrift aanwijzing 106, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving in acht nemen.

– De eerste volzin van Artikel I, onder B, vervangen door: In artikel 35 wordt na het eerste lid onder vernummering van het tweede lid in derde lid ingevoegd:

– In de memorie van toelichting de verwijzing naar «kamerstukken II 1991/92, 22 750, nr. 3» wijzigen in: kamerstukken II 1991/92, 22 570, nr. 3.


XNoot
1

De tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven