nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot verlenging
van de zittingsduur van de raden van de gemeenten Gulpen en Wittem in verband
met de samenvoeging van deze gemeenten.
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
11 november 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de zittingsduur
van de raden van de gemeenten Gulpen en Wittem in verband met de voorgenomen
gemeentelijke herindeling van deze gemeenten te verlengen, teneinde te voorkomen
dat in een kort tijdsbestek mogelijk tweemaal verkiezingen van de leden van
deze gemeenteraden moeten worden gehouden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
1. De verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten Gulpen en
Wittem, waarvoor de kandidaatstelling op 20 januari 1998 zou plaatsvinden,
blijft achterwege.
2. De leden van die raden die zijn gekozen ter vervulling van de plaatsen
van de leden die zijn afgetreden met ingang van 12 april 1994, houden zitting
tot 1 januari 1999.
Artikel 2
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 11 november 1997 ingediende
voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Gulpen en Wittem (kamerstuk
nr. 25 738) op 18 september 1998 niet tot wet is verheven en in werking
getreden, vindt de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de
raden van de gemeenten Gulpen en Wittem plaats op 20 oktober 1998.
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, gelden in afwijking van de
artikelen G 1 tot en met G 4 en U 12 van de Kieswet de volgende tijdstippen:
a. de in de artikelen G 1, achtste lid, en G 2, achtste lid, van de Kieswet
bedoelde kennisgeving, voorafgaande aan de kandidaatstelling voor de verkiezing
van de gemeenteraad vindt plaats op 21 september 1998;
b. verzoeken tot registratie van aanduidingen van politieke groeperingen
voor de verkiezing van de raad van de gemeenten Gulpen of Wittem, ingediend
na 22 september 1998, blijven voor de daaropvolgende verkiezing van de desbetreffende
raad buiten beschouwing;
c. de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel G 4,
tweede lid, van de Kieswet, vindt plaats op 29 september 1998;
d. de beslissing betreffende de toelating van de gekozen leden van de
gemeenteraad vindt plaats uiterlijk op 21 december 1998.
3. De ingevolge het eerste lid gekozen gemeenteraadsleden treden tegelijk
af met de leden van de gemeenteraden waarvoor de verkiezingen op 4 maart 1998
hebben plaatsgevonden.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,