25 738
Samenvoeging van de gemeenten Gulpen en Wittem

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 februari 1998

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 8 wordt een nieuw artikel 8a ingevoegd, dat luidt:

Artikel 8a

Artikel 9, vierde lid, tweede volzin, van de wet van 11 september 1996 tot gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant, Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch (Stb. 1996, 449) komt als volgt te luiden:

Het tweede, derde, vijfde, zesde en zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel tot gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden Brabant, Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch is artikel 9 van het oorspronkelijk wetsvoorstel door aanvaarding van drie amendementen ingrijpend gewijzigd. Het oorspronkelijke wetsvoorstel voorzag voor alle bij de herindeling betrokken gemeenten in een zittingsduur van de leden van de nieuwe gemeenteraden van 5 jaar en 4 maanden, namelijk van 1 januari 1997 tot april 2002. Voor de gemeente Goirle was een samenvoeging met Tilburg voorgesteld en de gemeente Haaren was niet betrokken bij deze herindeling. Door de aanvaarding van de amendementen Remkes, Verhagen en Van Heemst (Kamerstukken II, 1995/96, nrs. 55, 65 en 67) is artikel 9 van het wetsvoorstel in die zin aangepast, dat in de gemeenten Goirle en Haaren als gevolg van grenscorrecties, waardoor het inwonertal van beide gemeenten met meer dan 10 % toenam, eveneens herindelingsverkiezingen worden gehouden en voorts dat de gemeenteraden van de nieuwe gemeenten zitting houden tot 13 april 1999 in plaats van april 2002. Een zittingstermijn van bijna 5½ jaar van een bij herindelingsverkiezingen gekozen gemeenteraad werd door de Tweede Kamer te lang bevonden.

In deze nieuwe gemeenten worden de gemeenteraadsverkiezingen gelijk gehouden met de provinciale-statenverkiezingen van 3 maart 1999. De bij de herindelingsverkiezingen gekozen gemeenteraden van de gemeenten Goirle en Haaren, die geen nieuw ingestelde gemeenten zijn, houden daarentegen zitting tot en met april 2002, zodat de gemeenteraadsverkiezingen daar in maart 2002 worden gehouden. Dit is echter geen weloverwogen keuze geweest maar het gevolg van de aanvaarding van de hiervoor genoemde amendementen bij de opstelling waarvan geen rekening is gehouden met een eventuele aanvaarding van de andere amendementen. De argumentatie van de Tweede Kamer dat een zittingsduur van 5½ jaar te lang is voor een bij herindelingsverkiezingen gekozen gemeenteraad, gaat echter ook op voor de gemeenten Goirle en Haaren. Bovendien valt uit de toelichting af te leiden dat het de bedoeling was van dit amendement dat het van toepassing zou zijn op alle bij de wet her in te delen gemeenten.

Gelet op het voorgaande en gelet op het feit dat in brede kring de veronderstelling bestaat dat er in 1999 ook in Goirle en Haaren gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden, wil ik met deze nota van wijziging artikel 9 van de Wet van 11 september 1996 in die zin aanpassen dat de huidige gemeenteraden van Goirle en Haaren net als de gemeenteraden van de nieuwe gemeenten zitting houden tot 13 april 1999. Er worden dan evenals in de nieuw gevormde gemeenten gemeenteraadsverkiezingen gehouden in maart 1999, gelijktijdig met de provinciale-statenverkiezingen. De gemeenten Goirle en Haaren heb ik bij brief van 5 januari 1998 van mijn voornemen om deze nota van wijziging aan te bieden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal op de hoogte gesteld.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

Naar boven