25 736
Wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling (Wet wijziging werktuigenvrijstelling)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling (Wet wijziging werktuigenvrijstelling).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

11 november 1997

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen van de Gemeentewet en van de Waterschapswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling in de onroerende-zaakbelastingen respectievelijk in de waterschapsomslag gebouwd te wijzigen en de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet daaraan aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A.1. Aan artikel 220d, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, toegevoegd:

j. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken.

A.2. Artikel 220d, tweede en derde lid, vervallen onder vernummering van het vierde tot en met het zesde lid tot het tweede tot en met het vierde lid.

A.3. In artikel 220d, vierde lid, wordt de zinsnede «eerste tot en met het vierde lid en artikel 305a» vervangen door: eerste en het tweede lid.

B. Artikel 305a vervalt.

ARTIKEL II

De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 120, derde lid, wordt de zinsnede «als bedoeld in artikel 305a van de Gemeentewet» vervangen door: als bedoeld in artikel 220d, eerste lid, onderdeel j, van de Gemeentewet.

ARTIKEL III

De Invoeringswet Financiële-verhoudingswet wordt als volgt gewijzigd:

In bijlage 2, verdeelmaatstaf 1, wordt de zinsnede «de artikelen 220d en 305a» vervangen door: artikel 220d.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2001, maar is voor de waardebepaling, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, ten behoeve van het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2001, van toepassing vanaf 1 januari 1999.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet wijziging werktuigenvrijstelling.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Naar boven