Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 25733 nr. 107 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 25733 nr. 107 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2005
Zoals ik u in mijn brief van 23 maart 2005 (kamerstuk 25 733, nr.106) heb toegezegd ontvangt u bij deze mijn, met de onderwijsorganisaties afgestemde, visie over de wijze waarop de ict-ondersteuningsfunctie in de komende jaren zal worden gecontinueerd.
In 2001 zijn de stichtingen Kennisnet en Ict op School door het onderwijsveld opgericht. Bij de oprichting zijn afspraken gemaakt over de subsidiëring door het ministerie van OCW voor de periode tot en met 2005.
De stichtingen zijn opgericht om een bijdrage te leveren aan het gebruik en de integratie van ict in het onderwijs. Stichting Ict op School zet zich in om de positie van scholen in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs te versterken als consument van producten en diensten. Deze producten en diensten zijn gericht op de integratie en het effectief en efficiënt gebruik van ict. Voor de Bve sector vervult ROC-i partners deze rol. Goed geïnformeerde scholen die hun krachten bundelen zijn beter in staat de vraag te formuleren, gerichte keuzes te maken en kennis te delen.
Stichting Kennisnet is opgericht om een duurzame internetplaats te realiseren. Deze internetplaats biedt een kwalitatief hoogwaardig aanbod van relevante content en diensten voor de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en de Bve sector. Op deze manier wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het beschikbaar stellen van content en wordt kennisuitwisseling gefaciliteerd. Kennisnet biedt ruimte om te leren.
Voor de periode na 2005 zou op basis van een evaluatie vervolgens een besluit worden genomen over de toekomst van de stichtingen. Dit evaluatieonderzoek is begin mei 2004 gestart en uitgevoerd door B&A. Het onderzoeksrapport is u samen met de voortgangsrapportage ict in het onderwijs 2004 op 23 maart 2005 aangeboden.
Door het ministerie van OCW – in haar rol als opdrachtgever – is ter begeleiding van het evaluatieonderzoek een Wetenschappelijke Commissie ingesteld. Deze commissie heeft de onderzoeksmethodiek getoetst, methodieken van dataverzameling en analyses en de onderzoekresultaten, met inbegrip van de conclusies. De voornaamste functies van de commissie waren kwaliteitsbewaking, borging van de onafhankelijkheid van het onderzoek, bijdragen aan gedachtevorming over ondersteuning van onderwijsvernieuwing met behulp van ict en bijdragen aan weloverwogen en evenwichtige bouwstenen voor de toekomst.
De evaluatie laat zien wat de stichtingen hebben gedaan en bereikt sinds de oprichting in 2001, en formuleert overwegingen voor de toekomst. Het terugkijken heeft twee «gebruikswaarden»: enerzijds het beoordelen van de prestaties van de stichtingen sinds hun oprichting, anderzijds het trekken van lessen voor de toekomstige inrichting van de bovenschoolse ict ondersteuningsfunctie, zoals nu ondergebracht in de twee stichtingen Kennisnet en Ict op School. De overwegingen voor de toekomst gaan in op elementen waarmee rekening moet worden gehouden bij de verdere ontwikkeling en vormgeving van de ict-ondersteuningsfunctie.
2. De belangrijkste conclusies over het functioneren van de stichtingen.
De algemene conclusie van de onderzoekers is dat de prestaties van de stichtingen positief worden beoordeeld. In ruim drie jaar is er veel bereikt:
• de stichtingen hebben een bijdrage geleverd aan het proces van integratie van ict in het onderwijs, met name op aspecten als beleidsontwikkeling, organisatieontwikkeling, infrastructuur, ict-vaardigheden, software en content;
• de stichtingen hebben een omvangrijke innovatie productie geleverd op basis van enerzijds vraagoriëntatie (steeds verder opschuivend naar de gebruiker) en anderzijds eigen expertise (aanbodgericht).
De intensiteit van gebruik is nog niet voor alle producten en diensten dan wel alle doelgroepen op een bevredigend niveau. In de evaluatie wordt een aantal belangrijke producten die beide stichtingen hebben ontwikkeld genoemd. Tevens wordt ingegaan op de outcome en output.
De gebruikers van Kennisnet waarderen de gerealiseerde onderwijsportal positief. Het groeiend gebruik ervan wijst uit dat de portal in het veld gebruikswaarde heeft. De diensten die Kennisnet heeft ontwikkeld richten zich op een zo laagdrempelig mogelijk gebruik van het internet in het onderwijs. Op het gebied van techniek en infrastructuur heeft Kennisnet verschillende innovaties doorgevoerd. Deze hebben zowel betrekking op de producten en diensten van Kennisnet zelf als op innovaties die in de scholen plaatsvinden.
Voor het on line beschikbaar stellen van educatieve content ontwikkelt Kennisnet innoverende randvoorwaarden en levert ze een bijdrage aan de realisatie van standaarden.
Stichting Ict op School levert via kennisverspreiding (bijvoorbeeld via Vier in Balans) een bijdrage aan de ontwikkeling van visie en beleid op PO en VO scholen. Daarnaast heeft ze een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van regionale samenwerking. Middels gewaardeerde tools en handreikingen levert ze een bijdrage aan het oplossen van het weerbarstige vraagstuk van deskundigheidsbevordering.
Om de rol van de consumenten te versterken heeft Ict op School een bijdrage geleverd aan de bundeling van consumentenbelangen in onderhandelingssituaties en stelt ze nuttige en bruikbare informatie beschikbaar over uiteenlopende aspecten van het beheer van de infrastructuur (waaronder kies- en koopwijzers).
B&A concludeert dat de stichtingen binnen de bestuurlijke vormgeving – met verankering in de onderwijsorganisaties – in staat zijn geweest resultaat te boeken. Toch blijven er ambities en aandachtspunten die reden tot herijking van taakuitvoering, positionering, taken, organisatie, werkwijze en financiering kunnen geven.
3. Reactie van de onderwijsorganisaties
De onderwijsorganisaties (de besturenorganisaties, de schoolleidersorganisaties, de Bve Raad en de AOC Raad) zijn ingenomen met de positieve bijdragen van de stichtingen over de afgelopen jaren en de daadwerkelijke bijdragen aan de versnelling van de integratie. Tevens ondersteunen ze – in lijn van het evaluatierapport – dat in hoofdlijnen de huidige taken, en de daaraan verbonden producten en diensten gecontinueerd moeten worden.
Mede op basis van de bevindingen van de evaluatie zijn zij van mening dat voor de korte en de middellange termijn een landelijke ict ondersteuningsfunctie een belangrijke bijdrage kan leveren ter ondersteuning van de scholen. Dit moet wel passen in het uitgangspunt dat het onderwijsveld in hoge mate zelf verantwoordelijk is voor schoolontwikkeling, professionalisering en vernieuwing en dat de middelen daarvoor zo veel mogelijk naar de scholen gaan. Het gaat hierbij om een niet vaststaand takenpakket en budget, dat periodiek actualisatie behoeft en dient aan te sluiten bij de onderwijsvernieuwing in den brede. Immers, ict is niet zozeer doel, maar meer een middel tot kwalitatief beter onderwijs.
De onderwijsorganisaties onderstrepen het belang van een bovensectorale synergie in deze functie, waarbij de grote verschillen tussen de sectoren tot een betere sectorale inbreng moet leiden.
Ze zijn van mening dat één organisatie voor de stimulering- en ondersteuningsfunctie op het terrein van ict de voorkeur geniet.
4. De toekomst van de ict-ondersteuningsfunctie
Op basis van de evaluatie en de reactie van de onderwijsorganisaties heb ik in april overleg gevoerd met de onderwijsorganisaties. Dit heeft geleid tot de volgende beleidslijn voor de toekomst.
4.1 Belangrijke inhoudelijke aspecten
Gezien het positieve oordeel van het evaluatierapport over de bereikte resultaten van de stichtingen met inachtneming van de diverse kritische aandachtspunten ben ik voornemens om de komende jaren in hoofdlijnen de huidige taken en de daaraan verbonden producten en diensten te continueren.
Het evaluatierapport geeft aan dat op een aantal punten sprake is van het naar elkaar toegroeien van taken en rollen van de stichtingen. In de huidige constructie ontplooien beide stichtingen activiteiten die zich op dezelfde terreinen bevinden, zoals onderzoeken naar veldontwikkelingen en vraagontwikkelingen, het beschikbaar stellen van informatie en producten via de websites en papieren media, aandacht voor ict-vaardigheden van docenten en aandacht voor onderwijsvernieuwing en ict. Bundeling van dit type activiteiten zal kunnen leiden tot efficiencyvoordelen. Daarnaast vraagt de ict ondersteuningsfunctie om een optimale organisatie, met als elementen ondermeer het zo goed mogelijk benutten van reeds bestaande externe relaties met scholen en het bundelen van binnen de stichtingen aanwezige expertise.
In het overleg van april 2005 met de onderwijsorganisaties is afgesproken dat er twee takenclusters worden onderscheiden die onafhankelijk van elkaar dienen te worden belegd:
• De taken die betrekking hebben op belangenbehartiging en rol als consumentenorganisatie voor PO en VO scholen. Dit betreft voornamelijk taken van de huidige stichting Ict op School. Voor dit takencluster moet onafhankelijkheid gewaarborgd zijn.
• Een takencluster met operationele taken. Het betreft grotendeels taken van de huidige stichting Kennisnet en een aantal taken van de stichting Ict op School. Het zijn taken die betrekking hebben op het ordenen, beschikbaar stellen, bewerken van ict-producten en diensten van derden, bevorderen van kennisuitwisseling, evenals ontwikkeling van eigen producten en diensten. De taken zijn gericht op het bevorderen van het gebruik van ict in brede zin, waarbij rekening gehouden wordt met de verschillende behoeften, ontwikkelingsrichtingen en het tempo van de ontwikkelingen per onderwijssector.
Ict wordt steeds meer als middel gezien voor bredere vraagstukken van onderwijsvernieuwing. Er bestaat een nauwe synergie tussen onderwijsvernieuwingen en de integratie van ict. Het is daarom belangrijk dat de ict-ondersteuningsfunctie zich ook richt op de bestaande ondersteuningsarrangementen per onderwijssector om goed aan te sluiten bij de onderwijsvernieuwing. Bij de indiening van de jaarplannen moet aantoonbaar afstemming plaats vinden met relevante partijen, met als resultaat een samenhangende programmering.
De toekomstige ontwikkeling van de ict ondersteuningsfunctie kan niet los worden gezien van de ontwikkelingen bij primair en voortgezet onderwijs, die moeten leiden tot een brancheorganisatie voor de onderscheiden sectoren.
Een belangrijke graadmeter voor het effectief functioneren van ict ondersteuningsfunctie is de omvang van het gebruik van de producten en diensten van de stichtingen. De wijze waarop de stichtingen hun vraagsturing hebben ingericht is een voortdurend aandachtspunt. Ook is het van belang dat binnen de toekomstige ondersteuningsfunctie steeds meer partners betrokken worden bij de ondersteuning van het proces van ict-integratie in het onderwijs.
Met «Open Service» en de «Kennisrotonde» zetten beide stichtingen nieuwe stappen op deze weg, waarvan de komende periode zal blijken wat er mee bereikt wordt.
Strategisch beleid doelgroepen
De ict ondersteuningsfunctie staat ten dienste van de gebruikers. Het is van belang dat vooraf de jaarplannen helder beschrijven voor welke doelgroepen de ondersteuning bedoeld is. Ik heb de onderwijsorganisaties gevraagd in het strategisch meerjarenplan expliciete aandacht te geven aan de differentiatie naar voor- midden en achterhoede niveau. Welke ambities zijn er ten aanzien van deze doelgroepen en het ict-gebruik, en tot welke prioritering leidt dit binnen het werkplan?
4.2 Bestuurlijke positionering en organisatorische vormgeving
Het streven van de onderwijsorganisaties is dat een landelijke ict stimulerings- en ondersteuningsfunctie op het terrein van ict moet passen binnen het uitgangspunt dat scholen en schoolbesturen in hoge mate zelf aan zet zijn. Ze zijn verantwoordelijk voor schoolontwikkeling, professionalisering en vernieuwing en daarom moeten de middelen zoveel mogelijk naar de scholen gaan. Dit streven ondersteun ik.
De huidige bestuurlijke constructie voorziet al in een grote betrokkenheid van het onderwijsveld. De onderwijsorganisaties hebben zelf de stichtingen Kennisnet en Ict op School opgericht. Zij zijn ook vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht van de stichting Kennisnet en het Bestuur van de stichting Ict op School. Deze constructie heeft volgens de onderzoekers goed gewerkt.
In het kader van de veranderende bestuurlijke verhoudingen krijgt het onderwijsveld een grotere verantwoordelijkheid bij de coördinatie en vormgeving van onderwijsvernieuwing en het flankerend beleid. Dat betekent tevens een grotere betrokkenheid van het veld bij de aansturing en vormgeving van de ict ondersteuningsfunctie. Dit is geheel in lijn met de bestuurlijke ontwikkelingen zoals beschreven in de koerstrajecten van PO, VO en BVE.
Ten behoeve van de toekomstige ict ondersteuningsfunctie zullen de onderwijsorganisaties uiterlijk 1 augustus 2005 een plan van aanpak bij mij indienen. Het is de intentie om op korte termijn te komen tot de bijgestelde bestuurlijke en organisatorische vormgeving van de ict ondersteuningsfunctie, sectoraal en bovensectoraal. De onderwijsorganisaties zijn als dragende organisaties van de stichtingen primair verantwoordelijk voor de keuze van de bestuurlijke positionering en organisatorische vormgeving. Randvoorwaarde is wel dat de gekozen constructie eenduidig en consistent is en efficiënt en doeltreffend. Tevens dient de keuze flexibel en onbelast te zijn voor de toekomst, waarbij tijdig aansluiting kan worden gezocht bij brancheontwikkelingen en mogelijkheden van vraagfinanciering.
Voor 1 augustus 2005 stellen de onderwijsorganisaties een plan van aanpak op, waarna de periode tot 1 januari 2006 wordt gebruikt voor de implementatie. Op 1 december 2005 wordt het strategisch meerjarenplan ingediend en daaruit afgeleid het werkplan voor 2006 van beide takenclusters voor de ict ondersteuningsfunctie.
4.3 Financiering voor de komende jaren en herijking ict ondersteuningsfunctie
Van de middelen die OCW beschikbaar stelt voor ict in het onderwijs gaat inmiddels tussen de 85 en 90 procent rechtstreeks naar de scholen.
De activiteiten van de stichtingen zijn gericht op ict-onderwerpen die efficiënter kunnen worden georganiseerd op een sectoraal en bovensectoraal niveau of waarvan bovensectorale leerervaringen van groot belang zijn voor de effectiviteit.
Het huidige budgettaire meerjarige kader voor de stichtingen Ict op School en Kennisnet is tevens gereserveerd voor de vormgeving van de onderscheiden taken binnen de landelijke ict ondersteuningsfunctie. Ze vormen daarmee het maximaal beschikbare budgettaire kader voor de komende jaren.
Het perspectief voor de lange termijn is dat de beschikbare budgetten zoveel als mogelijk aan de instellingen beschikbaar worden gesteld. Zij kunnen dan beslissen welke diensten ze inkopen of ze kunnen besluiten zelf hun krachten en budgetten te bundelen. Op dit moment wordt dit nog niet opportuun geacht. Redenen hiervoor zijn onder andere dat er ten aanzien van deze taken nog geen markt of geen transparante markt aanwezig is, of dat er onvoldoende koopkrachtige vraag bestaat of dat de overheid eisen stelt vanuit het publieke belang, zoals veiligheidseisen of reclamerestricties.
Medio 2007 zal een pragmatische herijking plaatsvinden, ten behoeve van de situatie na 2008. Besluitvorming daarover vindt plaats in december 2007. Te beoordelen aspecten zijn de mogelijkheden voor vraagfinanciering en ontwikkelingen bij brancheorganisaties.
Los van de herijking dienen de jaarlijkse activiteitenplannen van de ict-ondersteuningsfunctie alsmede de consumentenroltaken, maximaal aan te sluiten bij behoeften en tussentijdse ontwikkelingen in het onderwijsveld.
Op basis van de evaluatie en de reactie van de onderwijsorganisaties zal de ict-ondersteuningsfunctie ook voor de komende jaren worden behouden. Wel zullen er een aantal aanpassingen worden doorgevoerd waarbij de herijking van taken de voornaamste is. Gelijktijdig hiermee wordt nog dit jaar de bestuurlijke positionering en de organisatorische vormgeving van de ict ondersteuningsfunctie aangepast met inachtneming van de in deze brief aangegeven randvoorwaarden.
De onderwijsorganisaties, als oprichtende organisaties, zullen een uitwerkingsplan opstellen. Over de resultaten zal ik u op de reguliere momenten informeren (bij begrotingen, suppletore wetten en jaarverslagen).
Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25733-107.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.