25 733
Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs

nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2004

Bij dezen doe ik u mijn reactie toekomen op de brief van 23 januari 2004 (S-04-004). In deze brief verzoeken de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om een overzicht van de voor de internetvoorziening te besteden bedragen op schoolniveau.

In totaal is voor de internetvoorziening 70 miljoen beschikbaar.

Zoals in de begroting 2004 aangegeven zijn de middelen (x 1 miljoen) als volgt verdeeld:

 200420052006 2007
1. Verhoging koopkracht55,055,060,060,0
2. Onrendabele gebieden5,05,0  
3. Centrale voorzieningen10,010,010,010,0
Totaal70,070,070,070,0

De bijdrage voor verhoging van de koopkracht komt bovenop de leerlinggebonden ict-vergoeding. De ict-vergoeding per leerling maakt integraal onderdeel uit van de bekostiging van de scholen. Scholen mogen meer of minder dan het beschikbare budget aan ict uitgeven.

Met de extra vergoeding voor de internetvoorziening vervalt de incidentele bijdrage Kennisnet, die de scholen de afgelopen periode kregen.

Met de middelen voor centrale voorzieningen zorgen de stichtingen Ict op School en Kennisnet voor ondersteuning van scholen bij het keuzeproces voor een geschikte internetvoorziening én wordt tevens de toegankelijkheid van de portal Kennisnet gewaarborgd voor scholen na 1 januari 2004.

Financiële bijdrage in 2004

Primair onderwijs

De financiële bijdrage voor de internetvoorziening in 2004, opgenomen in de Programma's van Eisen voor 2004, bestaat uit een vaste voet per school van € 1500,– en een bedrag van € 10,50 per leerling.

Deze bijdrage maakt onderdeel uit van de totale vergoeding voor ict. Deze wordt daarmee voor scholen in het primair onderwijs in 2004 € 75,47 per leerling plus een vaste voet van € 1500,–.

(Voortgezet) speciaal onderwijs

De financiële bijdrage voor de internetvoorziening in 2004, opgenomen in de Programma's van Eisen van 2004, bestaat voor de instellingen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs uit een vaste voet per school van € 1500,–. Daarnaast ontvangen instellingen voor speciaal onderwijs een bedrag van minimaal € 10,50 per leerling en ontvangen instellingen voor voortgezet speciaal onderwijs een bedrag van minimaal € 18,– per leerling. Afhankelijk van de soort handicap komt de vergoeding per leerling hoger uit dan € 10,50 (speciaal onderwijs) of € 18,– (voortgezet speciaal onderwijs).

Voortgezet onderwijs

De financiële bijdrage voor de internetvoorziening in 2004 bestaat voor scholen in het voortgezet onderwijs uit een bedrag van € 18,– per leerling. Voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 juli 2004 wordt hiervoor een tijdelijke regeling gemaakt. Vanaf 1 augustus 2004 zal de vergoeding door middel van opname in de Regeling exploitatiekostenvergoeding voortgezet onderwijs worden toegevoegd aan de lumpsum.

De vergoeding voor de internetvoorziening komt bovenop de bestaande – structurele – vergoeding voor ict. Hiervoor ontvangen de scholen in het voortgezet onderwijs via de lumpsum een structurele vergoeding van € 57,86. Deze vergoeding is in het voortgezet onderwijs reeds integraal verwerkt in de lumpsum.

Praktijkonderwijs met declaratiebekostiging

De financiële bijdrage voor de internetvoorziening in 2004 bestaat voor scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging uit een bedrag van € 18,- per leerling. De bijdrage wordt verwerkt in de wijziging van de vastgestelde Programma's van Eisen voor het jaar 2004.

De nieuwe bijdrage komt bovenop de bestaande – structurele – vergoeding voor ict. Hiervoor ontvangen de scholen in het voortgezet onderwijs een structurele vergoeding van € 57,86 per leerling per jaar.

Instellingen voor het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Ten behoeve van de internetvoorziening is voor de BVE-instellingen in 2004 een aanvullend budget van € 8,38 miljoen beschikbaar voor beroepsonderwijs en educatie.

De aanvullende bijdrage per instelling wordt toegevoegd aan de totale rijksbijdrage beroepsonderwijs. In deze totale rijksbijdrage is ook de structurele ict-bijdrage van € 22,1 miljoen opgenomen.

De aanvullende bijdrage voor educatie maakt deel uit van de totale rijksbijdrage educatie die aan de gemeenten wordt verstrekt. Hierin is ook de structurele ict-bijdrage van € 2,7 miljoen opgenomen.

Onrendabele gebieden

Scholen in onrendabele gebieden (gebieden waar geen adsl-verbinding hoger dan 384 Kbps of tweewegkabel verkrijgbaar is) krijgen te maken met relatief hogere kosten voor de internetverbinding. Deze scholen kunnen in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie van maximaal € 5000,– in 2004 en 2005. Hiervoor is een subsidieregeling opgesteld waarvoor in 2004 en 2005 een jaarlijks bedrag is gereserveerd van € 5 miljoen.

Ik vetrouw erop u middels deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

Naar boven