25 733
Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs

nr. 100
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 20 januari 2004

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 november 2003 (Kamerstuk 25 733, nr. 98) inzake de afrondingsovereenkomst nl.tree en over de antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Hessels, ontvangen op 26 november 2003 (Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2003–2004, nr. 379), enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.

Bij brief van 19 januari 2004 heeft de staatssecretaris deze beantwoord.

Vragen en opmerkingen en de daarop gegeven antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De Voorzitter van de commissie,

Cornielje

Adjunct-griffier van de commissie,

Boeve

I VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Besprekingen nl.tree

De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevr. Van der Laan, over de afrondingsovereenkomst met nl.tree en het antwoord op de vragen van het lid Hessels over de rechterlijke uitspraak over het aanbod van een «gratis» internetverbinding voor scholen door KPN.

De leden van deze fractie geven aan zich zorgen te maken over de continuïteit van een goede internetvoorziening voor scholen en de ontwikkeling van de bijbehorende kosten. Door het wegvallen van de mogelijkheid voor scholen om in te gaan op het KPN-aanbod, zo stellen deze leden, is de diversiteit in keuzemogelijkheden voor veel scholen in de praktijk terug gebracht tot één aanbieder, namelijk nl.tree. Deze leden zouden van de staatssecretaris een overzicht willen ontvangen van de voorliggende aanbiedingen aan scholen van de diverse aanbieders met bijbehorende (gestandaardiseerde) kostenplaatjes.

De leden van de LPF-fractie zijn, in algemene zin, niet te spreken over de wijze waarop het ministerie het beëindigen van het contract met nl.tree ten aanzien van Kennisnet en de overgang naar een vrije marktsituatie heeft begeleid en afgehandeld. Nadat eind vorig jaar het signaal werd afgegeven dat het contract zou eindigen en dat nieuwe spelers de markt zouden kunnen betreden met eigen aanbiedingen, heeft het ministerie zowel de scholen als oude en nieuwe spelers te lang in het ongewisse gelaten over de beschikbare middelen. Ook op de toegezegde kwaliteitsregeling hebben de nieuwe marktpartijen, en dus de scholen, veel te lang moeten wachten, naar de mening van deze leden. Toen zich tenslotte KPN in het spel mengde met een gratis aanbod voor de scholen, heeft het ministerie zich onvoldoende gerealiseerd wat voor effect het toelaten van een dergelijk aanbod zou hebben ten aanzien van de gewekte verwachtingen bij nieuwe marktpartijen. Daarnaast vinden de leden dat het ministerie onzorgvuldig geweest is in het juridisch onderbouwen van het aanbod: men heeft het aanbod te snel als positief gekwalificeerd zonder grondig te controleren of de rechter het aanbod zou toestaan. Nu de rechter het aanbod verboden heeft, en KPN daarop weer reageert met een hoger beroep, ontstaat voor de scholen in deze eindfase van hun huidige contract een nijpende situatie. Een situatie die, naar het oordeel van de aan het woord zijnde leden, voorkomen had kunnen worden indien het ministerie nadrukkelijker de regie had gevoerd over deze overgang.

Overgangsregeling

De leden van de CDA-fractie vragen of de staatssecretaris tevreden is met het overgangsabonnement dat nl.tree aanbiedt aan scholen, die hun definitieve keuze nog niet willen maken. Hoe denkt zij over de verhouding in kosten tussen het overgangsabonnement en het jaarabonnement op nl.tree, zo vragen zij. Acht de staatssecretaris het mogelijk, zo willen deze leden weten, betere overgangsvoorwaarden met nl.tree uit te onderhandelen. Ook vragen zij of de staatssecretaris kan verzekeren dat de gehele rechtsgang omtrent het KPN-aanbod is afgerond ruim vóór de afloop van het overgangsabonnement van nl.tree op 30 juni 2004? Zo neen, welke mogelijkheden resten de scholen dan na die datum?

Tenslotte vroegen de leden van de CDA-fractie aan de staatssecretaris een nadere toelichting te geven op de verschillende argumenten van NMa en OPTA enerzijds en de voorzieningenrechter anderzijds, bij de beoordeling van het KPN-aanbod. Is de afwijking door de voorzieningenrechter van de NMa-toetsing reden voor de minister van Economische Zaken om gebruik te maken van zijn aanwijzingsbevoegdheid in de richting van de directeur van de NMa om deze zaken voortaan anders te benaderen.

De leden van de PvdA-fractie zijn verheugd over het feit dat er met de overgangsregeling voor scholen een ruimere termijn wordt geschapen waarop zij zelf een internetprovider moeten kiezen.

Het verbaast deze leden niet dat de rechter het aanbod van KPN heeft verboden, gezien de materiële werking van het aanbod als sponsoring en het feit dat hiermee openbare aanbesteding wordt omzeild. Voor scholen duurt de onzekerheid echter voort nu KPN in hoger beroep is gegaan. Een belangrijk deel van de scholen was al ingegaan op het KPN-aanbod. Voor deze scholen was het besparen van geld een belangrijke drijfveer. Die scholen moeten nu afwachten of zij op termijn een bedrag nodig zullen hebben voor de internetvoorziening of niet. Gezien de sobere bekostiging van het onderwijs, begrijpen de leden van deze fractie dat de scholen niet gelukkig zullen zijn met de voortdurende onzekerheid. Zij vragen dan ook op welke termijn er echte duidelijkheid zal bestaan voor de scholen over het KPN-aanbod.

Het huidige pakket van nl.tree wordt bepalend voor het tarief dat nl.tree gedurende de overgangsregeling in rekening zal brengen voor de internetaansluiting. De vijf aantrekkelijk geprijsde School Connect Kabel-actiepakketten zijn uitgesloten van de overgangsregeling. De leden vernemen daarom graag of de huidige reguliere tarieven van nl.tree wel marktconform genoemd kunnen worden. Zo ja, welke aanwijzingen bestaan daarvoor, zo vragen deze leden. Zo neen, dan willen deze leden weten of de staatssecretaris het dan aanvaardbaar vindt dat scholen met zoveel onzekerheden worden opgezadeld. Ook vragen zij wat de bestaande onzekerheid betekent voor de internetvoorziening voor scholen in de zogenaamde onrendabele gebieden. Zij vernemen graag van de staatssecretaris of er nog ontwikkelingen genoemd kunnen worden in deze problematiek.

De leden van de LPF-fractie hebben een aantal vragen over de brief van de staatssecretaris van 20 november, de overgangsregeling en de reactie van KPN van 10 december.

De leden wijzen er op dat, zoals gesteld door de staatssecretaris, reeds € 5 miljoen binnen de ICT-begroting was geraamd als te realiseren ontvangst van nl.tree als gevolg van de prijsdaling in de markt. nl.tree zal het ministerie echter € 13 miljoen betalen. De leden van deze fractie vernemen graag van de staatssecretaris op welke «performance» het overige bedrag van € 8 miljoen, die nl.tree kennelijk als schadevergoeding moet betalen, gebaseerd is.

Uit opmerkingen van de staatssecretaris tijdens diverse Algemene Overleggen waarin dit onderwerp aan de orde is geweest, hebben de leden begrepen dat nl.tree ook een vergoeding zou moeten ontvangen voor het verzorgen van de overgangsregeling voor scholen die ná 31 december zouden willen overstappen naar een andere provider. De leden vragen of de €8 miljoen die nl.tree aan het ministerie betaalt, de resultante is van een vergoeding voor de overgangsregeling minus een boetebedrag. Indien dit het geval is, dan vernemen de leden graag de hoogte van beide bedragen. Ook willen zij weten of nl.tree een vergoeding krijgt voor de overgangsregeling.

De staatssecretaris stelt, zo merken de leden op, dat € 7 miljoen wordt aangewend voor de aanloopkosten voor de centrale voorziening. In eerdere berichten is voor de centrale voorziening steeds € 10 miljoen gereserveerd. Wordt het bedrag van € 7 miljoen hieraan toegevoegd, zo vragen de leden. Indien dit het geval is, dan vernemen de leden graag hoe deze extra middelen besteed zullen worden. Ook horen zij graag van de staatssecretaris hoe zij verklaart dat voor deze post kennelijk bijna het dubbele nodig is van wat eerder werd begroot. Of, zo vragen de leden, gaat het hier slechts om aanloopkosten in 2003, en wordt dus verder nog maar € 3 miljoen besteed. Voorts willen de leden weten of deze€ 7 miljoen te beschouwen zijn als «extra» inkomsten. Zo ja, zouden deze dan ook aangewend kunnen worden voor de zogeheten «witte gebieden» zonder ADSL en/of kabelaansluiting, vragen de leden. Ook willen zij weten wat eventueel afwegingen van de staatssecretaris zijn om dat wel of niet te doen.

Vervolgens merken de leden op dat van de € 13 miljoen die nl.tree betaalt, van € 12 miljoen de bestemming wordt verklaard. Wat gebeurt er met de resterende € 1 miljoen, vragen de leden van deze fractie.

Ook horen zij graag de reactie van de staatssecretaris op de brief van KPN van 10 december, waarin gesteld wordt dat het vragen van hogere tarieven door nl.tree tijdens de overgangsperiode feitelijk oneerlijke concurrentie is. De leden vragen of de tarieven die nl.tree heft voor de periode van de overgangsregeling, binnen de afspraken passen die de staatssecretaris met het bedrijf heeft gemaakt.

Ook vragen de leden of de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) zich alsnog over het aanbod van KPN uitspreken naar aanleiding van klachten die zij van marktpartijen hebben ontvangen. Tot slot vragen de leden van deze fractie welke mogelijkheden de nieuwe Telecommunicatiewet de OPTA biedt om het aanbod te bestuderen.

Ook de leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken. Zij hebben de volgende vragen. Uit de brief van de staatssecretaris van 20 november 2003 blijkt dat er een overgangsregeling met nl.tree is getroffen voor scholen die niet zeker weten met welke internetprovider ze een contract willen afsluiten. Eén van de voorwaarden van deze regeling is dat scholen uiterlijk voor 19 december 2003 aan dienen te geven dat ze er gebruik van willen maken. In de Nl.tree News Editie van 4 december 2004, zoals de leden per e-mail door nl.tree kregen toegestuurd op 9 december 2003, lezen de leden de volgende tekst met betrekking tot uitstel van de definitieve keuze tot begin 2004: «dat mogelijk gedurende een langere periode gebruik zal moeten worden gemaakt van de overgangsregeling (uiterlijk tot 30 juni 2004); de kosten daarvoor dienen te worden afgewogen tegen de kosten van reguliere of actiepakketten bij internetproviders zoals nl.tree.» De leden vragen daarom wat er nu precies gebeurt met scholen die niet voor 19 december 2003 hebben aangeven gebruik te willen maken van de overgangsregeling.

Vallen deze automatisch onder de overgangsregeling of onder een andere regeling? Welke prijzen en voorwaarden gelden in dat geval voor deze scholen, zo vragen de leden.

Een andere voorwaarde is dat het overgangscontract tussen scholen en nl.tree uiterlijk eindigt op 30 juni 2003. De leden vernemen graag wat er gebeurt met scholen die dan geen provider hebben geregeld. Krijgen deze automatisch een contract met nl.tree of blijven deze scholen verstoken van een aansluiting op het internet, zo vragen de leden.

KPN stelt in haar brief van 10 december 2003 dat de tarieven uit de overgangsregeling aanzienlijk hoger liggen dan de door nl.tree aangeboden actietarieven bij een langdurige overeenkomst. De leden van voornoemde fractie vragen of deze uitspraak op de waarheid berust. Zo ja, wat zijn de verschillen tussen deze tarieven, willen de leden weten.

Daarnaast vernemen de leden graag wat de gevolgen zijn voor het budget van scholen die van deze duurdere overgangsregeling gebruik maken. Bestaat het risico dat bepaalde scholen niet zouden kunnen voorzien in een internetaansluiting uit het hiervoor toebedeelde budget?

In bovengenoemde brief meldt KPN, in tegenstelling tot eerdere toezeggingen van de staatssecretaris, dat zij geen alternatief aanbod doet naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter, maar dat zij de uitspraak in hoger beroep gaat afwachten. De leden van deze fractie vragen wat de staatssecretaris hiervan vindt. Zijn er naar haar mening nu nog steeds genoeg aanbieders op de markt, zodat scholen een afgewogen keuze kunnen maken tussen nl.tree en een andere aanbieder? Hoe beoordeelt de staatssecretaris deze brief van KPN, vragen zij.

Tot slot stelt de staatssecretaris in haar brief van 20 november 2003 onder het kopje «Geldelijke compensatie door nl.tree» dat nl.tree aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een geldelijke vergoeding zal geven van € 13 miljoen. Van dit bedrag was € 5 miljoen reeds geraamd binnen de ICT-begroting. Het restant wordt voor het grootste deel (circa € 7 miljoen) ingezet als bijdrage in de financiering van de aanloopkosten in 2003 voor de centrale voorzieningen. De leden van voornoemde fractie vragen wat de staatssecretaris hier precies mee bedoelt. Zij vernemen graag of dit grote bedrag op deze manier optimaal wordt aangewend.

Voor scholen in afgelegen gebieden komt extra koopkracht beschikbaar. Voor de jaren 2004 en 2005 gaat het om een bedrag van € 5 miljoen per jaar. Is dit bedrag voldoende, ook als KPN geen gratis of zeer goedkope diensten mag leveren, willen de leden weten. Ook vragen zij of (een deel van) het eerder genoemde restantbedrag misschien beter zou kunnen worden aangewend om ook voor deze scholen een aansluiting te garanderen.

II REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS

Reactie SC op vragen en opmerkingen vanuit de fracties over de brief van 20 november 2003 (kamerstuk 25 733, nr. 98) inzake de afrondingsovereenkomst nl.tree en over de antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Hessels d.d. 26 november 2003.

Goed werkende internetvoorzieningen zijn voor het onderwijs van groot belang. Internetvoorzieningen die aansluiten bij de behoeften van de school, zodat leerlingen in staat zijn om gebruik te maken van de mogelijkheden van het WorldWideWeb. In de internetvoorzieningen voor het onderwijs is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Via het netwerk van nl.tree zijn alle scholen die dit wilden door nl.tree aangesloten op de Kennisnet-infrastructuur en daarmee op het internet en hebben zij ervaring kunnen opdoen met de mogelijkheden. Op deze manier is het Nederlandse onderwijs een voorloper geworden rond het gebruik van internet in het onderwijs.

De ontwikkelingen in het onderwijs en op de markt hebben het mogelijk en nodig gemaakt de scholen de ruimte te geven om zelf hun internetvoorziening in te kunnen richten. Dit blijkt onder andere uit advies van stichting Kennisnet uit september 2002.

Eind 2002 is daarom, na overleg met de Tweede Kamer, besloten het contract met nl.tree niet verder te verlengen. Vanaf 1 januari 2004 krijgen de scholen aanvullende financiële middelen zodat zij in staat zijn om een internetaansluiting en internetdiensten, zoals e-mail en webhosting, volledig zelf te bekostigen.

De school is hiermee zelf aan zet. Met de keuzevrijheid heeft zij de verantwoordelijkheid gekregen voor een goed werkende internetvoorziening.

Om de scholen te ondersteunen bij het keuzeproces en het aangaan en onderhouden van contracten is in opdracht van het ministerie van OCW een aantal centrale voorzieningen ingericht.

Het blijkt dat de scholen goed in staat zijn om zelf hun internetvoorziening te regelen, alleen of in samenwerking met andere instellingen. Uit onderzoek dat TNS NIPO in opdracht van de ISPwijzer heeft uitgevoerd bleek dat begin december 2003 circa 90% van de scholen zich bewust was van de noodzaak om zelf een keuze te maken voor hun internetvoorziening. Om het belang van een snelle afweging te onderstrepen zijn alle scholen in december nogmaals schriftelijk benaderd.

Nl.tree heeft aangegeven dat voor 17% van de schoollocaties gebruik zal worden gemaakt van de overgangsregeling. Voor 75% van de schoollocaties is bij nl.tree aangegeven dat zij willen blijven via een nieuw jaarcontract danwel op 1 januari 2004 geen gebruik meer willen maken van de dienstverlening van nl.tree. Volgens nl.tree blijft het grootste deel hiervan bij nl.tree. Voor ongeveer 8% van de schoollocaties is nog geen contact opgenomen met nl.tree. Dit betreft voor een deel ook schoollocaties waar niet of beperkt gebruik is gemaakt van de diensten van nl.tree. Ik heb er vertrouwen in dat alle scholen die het belangrijk vinden gebruik kunnen maken van internet binnen hun onderwijs (alsnog) tijdig een beslissing zullen nemen.

Het blijkt dat de markt ondertussen niet heeft stilgestaan. Zo bieden momenteel 27 internetaanbieders hun dienstenpakket aan via de ISPwijzer. Dit betreft deels reguliere (zakelijke) pakketten en deels pakketten die specifiek voor het onderwijs zijn ontwikkeld.

Daarnaast was KPN voornemens scholen de mogelijkheid tot een gratis internetverbinding aan te bieden. De voorzieningenrechter heeft dit in kort geding verboden. Op 19 februari zal de rechter in hoger beroep uitspraak doen. In afwachting hiervan heeft KPN het aanbod van haar dochter XS4ALL in december aan de scholen bekend gemaakt. Mede naar aanleiding van het KPN-aanbod heeft nl.tree speciale actiepakketten met aangescherpte prijzen voor het onderwijs uitgebracht en daarnaast haar tarieven voor ADSL met gemiddeld 25% verlaagd. Ook andere aanbieders, zoals Tiscali en 4D in Vision, hebben onderwijspakketten op de markt gebracht.

Ik kan hieruit concluderen dat de marktwerking lijkt te werken.

Met mijn brief van 20 november 2003 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken over de internetvoorziening. De CDA-, LPF-, D66- en PvdA-fracties hebben naar aanleiding hiervan verschillende vragen gesteld.

In mijn reactie zal ik achtereenvolgens nader ingaan op de overgang naar een vrije-marktsituatie, de informatievoorziening aan scholen en op de situatie in de onrendabele gebieden. Vervolgens zal ik ingaan op de afrondingsovereenkomst met nl.tree en de overgangsregeling. Daarna zal ik ingaan op de vragen over het KPN-aanbod.

De overgang naar een vrije marktsituatie en de informatievoorziening aan de scholen

Sinds het besluit om het contract met nl.tree niet te verlengen, dat met instemming van de Tweede Kamer is genomen in december 2002, is er veel gebeurd. Aan de stichtingen Kennisnet en Ict op School is gevraagd ervoor te zorgen dat er centrale voorzieningen zouden komen om de scholen te begeleiden bij de keuze voor een internetaanbieder vanaf de gewijzigde situatie vanaf 2004. Dit heeft geleid tot het opstellen van een kwaliteitsregeling voor internetaanbieders en het inrichten van de ISPwijzer. De ISPwijzer is de faciliteit waar scholen terecht kunnen voor virtueel (www.ispwijzer.nl) en telefonisch (0800 – ISPwijzer) advies en ondersteuning. Daarnaast is een content- en dienstenplatform ontwikkeld om toegang tot en bereikbaarheid van educatieve content en diensten vanaf 2004 zo goed mogelijk te kunnen waarborgen.

De ISPwijzer en het ministerie van OCW hebben de scholen op verschillende momenten geïnformeerd over de situatie in 2004, over de mogelijkheden om zelf te kiezen en de noodzaak om zelf keuzes te maken. Ook via andere organisaties en instellingen, zoals de besturenorganisaties en de verenigingen van schoolleiders, stichting Kennisnet, stichting Ict op School en verschillende internetproviders zijn de scholen herhaaldelijk gewezen op de veranderende situatie.

Naast de publiciteit rond het beëindigen van het contract tussen het ministerie van OCW en nl.tree in december 2002 heb ik de scholen in mei 2003 een brief gestuurd om hen te informeren over gevolgen van de beëindiging van het contract en over de beschikbare faciliteiten, met name de ISPwijzer, waar scholen gebruik van konden maken bij het maken van een keuze. In juli 2003 zijn de scholen nader geïnformeerd over de middelen die vanaf 2004 gereserveerd zijn voor de internetvoorziening (€ 45 miljoen). In september is bekend gemaakt dat dit bedrag is verhoogd met € 10 miljoen extra koopkracht en € 5 miljoen voor de onrendabele gebieden. Ook via digitale nieuwsbrieven, artikelen in Uitleg en publicaties in diverse (onderwijs) bladen zijn de scholen geïnformeerd over de mogelijkheden vanaf 1 januari 2004.

Zie voor een volledig overzicht de bijlage bij dit verslag.

Op de website www.ispwijzer.nl zijn de laatste informatie en ontwikkelingen te vinden, daarnaast bevat deze site veel informatie voor scholen die hulp zoeken bij het maken van een keuze voor een geschikte internetaanbieder. Zo zijn op de sitewww.ispwijzer.nl/selecteren informatie en hulpmiddelen te vinden om uit de grote hoeveelheid aanbieders een partij te kiezen die producten en diensten leveren die aansluiten bij de wensen van de desbetreffende school. Tevens is op deze site te zien dat er meerdere geschikte aanbieders zijn – internetproviders die de kwaliteitsregeling onderschrijven – in januari 2004 waren dit er 27. Een aantal van deze internetproviders heeft speciale onderwijspakketten ontwikkeld. Bij andere internetproviders kunnen scholen kiezen uit de reguliere pakketten.

De prijzen lopen sterk uiteen. Een eenvoudige ADSL-verbinding is op de consumentenmarkt reeds voor € 20 per maand beschikbaar, zakelijke pakketten zijn vanaf ongeveer € 100 per maand beschikbaar. Afhankelijk van de bandbreedte, de techniek en het kwaliteitsniveau lopen de tarieven op.

KPN heeft aangekondigd de uitrol van het ADSL-netwerk te zullen versnellen. Het is daarom de verwachting dat het aantal scholen dat aangewezen is op duurdere technieken zeer beperkt zal zijn. Ik ga er dan ook vanuit dat de voor 2004 en 2005 gereserveerde € 5 miljoen voldoende zal zijn.

Keuzen van scholen

Op basis van gegevens die nl.tree mij heeft aangeleverd blijkt dat op 19 januari 2004 voor circa 17% van de schoollocaties is gekozen gebruik te maken van de overgangsregeling. Voor circa 75% van de schoollocaties is een nieuw jaarcontract met nl.tree afgesloten of hun overeenkomst met nl.tree opgezegd. Voor een deel van de schoollocaties, ongeveer 8 procent, is nog niets bekend gemaakt aan nl.tree. Dit betreft ook schoollocaties waarvoor in het verleden geen formeel contract met nl.tree is aangegaan en waar slechts in beperkte mate gebruik is gemaakt van de internetverbinding via nl.tree.

Nl.tree heeft aangegeven deze laatste groep in januari nogmaals te zullen benaderen. Voor deze schoollocaties kan alsnog gebruik gemaakt worden van de actiepakketten.

De afrondingsovereenkomst met nl.tree

Naast het informeren van scholen is met nl.tree afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat scholen via een overgangsregeling kunnen beschikken over een werkende internetvoorziening gedurende de eerste helft 2004 met een zeer flexibele opzegtermijn. Deze regeling maakt onderdeel uit van een afrondingsovereenkomst met een totaalpakket aan afspraken die in november 2003 is afgesloten tussen het ministerie en nl.tree.

De volgende aspecten zijn in het overleg met nl.tree – voorafgaande aan de ondertekening van de afrondingsovereenkomst – aan de orde geweest:

1. De performance van nl.tree in relatie tot de contractueel vastgelegde afspraken;

2. De geldelijke vergoeding van nl.tree aan het ministerie van OCW, onder andere vanwege de contractueel overeengekomen verwerking van prijsontwikkelingen in de markt;

3. Het belang van een ordentelijke overgang van een centrale internetvoorziening naar de situatie waarin scholen ruimte hebben om zelf een internetpakket en aanbieder te kiezen.

Bovenstaande elementen komen terug in het totaalpakket aan overeengekomen afspraken.

Over de performance waarop nl.tree is aangesproken, is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 24 juni 2003 (ICT/TenI/03/31661). Deze zijn:

1. de ophoging van de capaciteit van kleine scholen, conform de afspraken uit het Addendum

2. de tijdige afhandeling van storingsmeldingen van de internetverbinding

3. de tijdige afhandeling van door scholen gewenste wijzigingen in de verleende dienstverlening

4. daarnaast is controle op de geleverde capaciteit niet goed mogelijk door onvolledige rapportage op een aantal aspecten.

Ook is gesproken met nl.tree over de contractueel afgesproken aanpassing van de gehanteerde tarieven in vergelijking met de prijsontwikkelingen in de markt.

Voor zowel de performance als de contractueel overeengekomen verwerking van prijsontwikkelingen in de markt heeft nl.tree een geldelijke vergoeding aan het ministerie van OCW betaald van ongeveer € 13 miljoen. Dit bedrag is een resultante van een onderhandelingsproces waarin de performance, de prijsontwikkelingen en de door nl.tree aan de scholen aangeboden overgangsregeling onderdeel hebben uitgemaakt waarbij niet alle componenten in geldbedragen uit te drukken zijn.

Zoals ik in mijn brief van 20 november geschreven heb, zal circa € 7 miljoen van het bedrag dat door de afrondingsovereenkomst beschikbaar is gekomen, aangewend worden voor de aanloopkosten van de centrale voorzieningen. De reeds gereserveerde € 10 miljoen per jaar heeft betrekking op de exploitatie van de voorzieningen in 2004 en verder.

De restantgelden (ruim €1 miljoen) zijn binnen het totaalbeeld van de begroting van het ministerie van OCW verdisconteerd.

De overgangsregeling

Met nl.tree zijn de randvoorwaarden vastgesteld van de overgangsregeling waarmee scholen met een flexibele opzegtermijn verzekerd konden zijn van een werkende internetvoorziening gedurende de eerste helft van 2004. Dit betreft zowel de maximale tarieven, de opzegtermijn en de einddatum van de regeling. Ook de kwaliteit van de aangeboden verbinding is besproken. Deze ligt zo dicht mogelijk bij het kwaliteitsniveau van het centrale contract (met name de overboekfactor). De tarieven die door nl.tree aan de scholen in rekening worden gebracht passen binnen de gemaakte afspraken.

Scholen waren vrij om al dan niet te kiezen voor de overgangsregeling.

Scholen die hebben gekozen voor de overgangsregeling zijn tot 1 juli 2004 verzekerd van een werkende internetvoorziening en hebben hierdoor de mogelijkheid om tijdig te migreren. Naast de scholen die al een andere internetaanbieder hebben gevonden – maar die nog niet direct op 1 januari 2004 over een werkende voorziening kunnen beschikken – zullen er ook scholen zijn die de regeling hebben gebruikt om mogelijke aanbiedingen in begin 2004 af te wachten. Dit is de keuze en eigen verantwoordelijkheid van de school.

De scholen zullen zich echter bewust moeten zijn van het feit dat de regeling geldt tot uiterlijk 1 juli 2004 en dat zij hun beslissing, voor nl.tree of een andere internetprovider, niet onbeperkt kunnen uitstellen indien ze ook na 1 juli 2004 gebruik willen blijven maken van een internetvoorziening.

De leden van de CDA- en D66-fractie hebben ook een aantal vragen gesteld over de tarieven van de overgangsregeling ten opzichte van het jaarabonnement c.q. de actiepakketten van nl.tree. Met de overgangsregeling is zo dicht mogelijk bij de kwaliteitsaspecten van het centrale contract met nl.tree gebleven. De tarieven voor de overgangsregeling zijn vergelijkbaar met de tarieven voor de jaarpakketten van nl.tree.

Dit neemt niet weg dat er andere en goedkopere actiepakketten te krijgen zijn bij nl.tree. De speciale actiepakketten zijn, mede als reactie op het aanbod van KPN, goedkoper maar kennen echter andere kenmerken ten aanzien van onder meer de overboekfactor en kwaliteit. De tarieven kunnen derhalve niet één op één met elkaar vergeleken worden.

Scholen die naar een andere provider willen, weten zich gedurende de migratieperiode via de overgangsregeling in elk geval verzekerd van een kwaliteitspakket dat qua performance in de buurt ligt van de kenmerken van het voormalige centrale contract. Scholen die gebruik kunnen en willen maken van het actiepakket kunnen hier natuurlijk ook voor kiezen.

De meerderheid van de scholen (78%) die gebruik maakt van de overgangsregeling is aangesloten via een kabel- of DSL-verbinding. Voor deze scholen passen de tarieven binnen de ict-budgetten van de scholen.

Scholen die gebruik maken van de regeling maar die zijn aangewezen op de duurdere technieken Vpop of satelliet verbinding (22%) krijgen te maken met hogere tarieven. Voor de scholen in de zogeheten onrendabele gebieden, is een subsidieregeling ingesteld met een budget van maximaal € 5 miljoen per jaar. Scholen die niet kunnen beschikken over een tweeweg kabel of ADSL verbinding kunnen in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie van maximaal € 5000,– in 2004 en 2005. Met de aanvullende ict-middelen die elke school vanaf 2004 voor de ict-voorziening krijgt, is het budget voldoende voor het verzorgen van een adequate internetvoorziening.

De leden van de PVDA-fractie vragen zich af of de tarieven uit het centrale contract marktconform zijn, gezien de lagere tarieven van de actiepakketten. De tarieven die voor de diensten van nl.tree zijn betaald, zijn vastgesteld in 1999 na een procedure van Europese aanbesteding. Nl.tree heeft destijds de opdracht gegund gekregen omdat zij de economisch meest voordelige offerte uitbracht. Sinds de gunning zijn de omstandigheden op de ict-markt flink gewijzigd qua aanbod op technisch vlak en qua concurrentie.

De tarieven van het, inmiddels beëindigde, centrale contract tussen het ministerie van OCW en nl.tree zijn overigens niet te vergelijken met de huidige tarieven omdat de inhoud van de pakketten afwijkt, onder andere met betrekking tot de overboekfactor. Het centrale contract bood een gegarandeerde bandbreedte voor één gebruiker versus meerdere gebruikers in de actiepakketten. Tevens zijn de tarieven niet één op één met elkaar vergelijkbaar omdat het centrale contract één tarief hanteerde voor de gegarandeerde bandbreedte voor alle scholen, zonder rekening te houden met de aansluitmethode.

KPN

Het aanbod van KPN is tot stand gekomen na overleg tussen KPN en de organisaties van schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs. Zoals eerder aangegeven is het een goede zaak als bedrijven bereid zijn te investeren in de kenniseconomie, mits dit past binnen de vigerende wet- en regelgeving en er geen conflict is met het sponsorconvenant. Dit heb is ook aan KPN aangegeven toen zij het ministerie over hun voornemens informeerden. De verantwoordelijkheid van het ministerie van OCW is in de eerste plaats ervoor te zorgen dat de scholen voldoende middelen hebben om een keuze voor een internetvoorziening te kunnen maken. Daarnaast is het belangrijk dat scholen, met name via de ISPwijzer, over voldoende informatie kunnen beschikken.

Het ministerie van EZ is verantwoordelijk voor het mededingings- en telecommunicatiebeleid. De NMa en OPTA zijn verantwoordelijk voor de handhaving en controle op de regelgeving rond marktwerking. De voorlopige toetsing door de NMa en OPTA gaven geen aanleiding om op dat moment een waarschuwing af te geven. Wel heeft stichting Ict op School de informatie over het aanbod goed toegankelijk voor de scholen gemaakt.

De NMa kan gedragingen van marktpartijen toetsen aan de Mededingingswet en OPTA kan gedragingen van marktpartijen toetsen aan de Telecommunicatiewet. De burgerlijke rechter kan gedragingen van marktpartijen toetsen aan beide wetten. In de door u aangehaalde rechterlijke uitspraak heeft de voorzieningenrechter, in een voorlopig oordeel bepaald dat het aanbod van KPN aan scholen in strijd was met artikel 24 Mededingingswet. De rechter week daarbij af van het voorlopige oordeel van de NMa, zowel wat betreft de afbakening van de relevante markt als wat betreft de beoordeling of al dan niet sprake is van een economische machtspositie. Aangezien de voorzieningenrechter van oordeel was dat het aanbod van KPN in strijd was met de Mededingingswet, is hij niet meer ingegaan op de vraag of KPN tevens in strijd handelde met de Telecommunicatiewet.

KPN is tegen deze uitspraak in beroep gegaan, de uitspraak van het spoedappel is te verwachten in februari. KPN zal pas na deze uitspraak een aanbod aan de scholen doen. De reden hiervoor is dat, na een juridische analyse door juristen van KPN, de uitspraak van de voorzieningenrechter voor meerdere interpretaties vatbaar is gebleken. Zou KPN aan de scholen een betaald aanbod hebben gedaan, en zou dat aanbod niet passen binnen de bewuste rechterlijke uitspraak, dan zou KPN hiermee een boete riskeren die kan oplopen tot € 30 miljoen. Een dergelijk financieel risico is voor KPN kennelijk onaanvaardbaar.

Daarom heeft KPN besloten te wachten op de uitspraak in de hoger beroepsprocedure. Tot het moment dat de rechter duidelijkheid verschaft biedt KPN het standaard retailportfolio van XS4ALL aan tegen de reguliere tarieven. Indien KPN in hoger beroep gelijk krijgt van de rechter, en dus gratis internet aan de scholen mag gaan aanbieden, dan zal KPN alsnog overwegen het gratis aanbod aan de scholen doen.

Op zich is het niet bijzonder dat een rechter soms anders beslist dan NMa of OPTA. Tegen besluiten van een bestuursorgaan, zoals de NMa en OPTA, kan immers beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter. Indien de rechter het beroep gegrond acht, zal hij het besluit van het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk vernietigen.

Overigens is hier sprake van een parallelle procedure aan die van de NMa en OPTA. De uitspraak van de (civiele) voorzieningenrechter staat naast eventuele besluiten van de bestuursorganen. In het onderhavige geval heeft de NMa op verzoek van KPN vooraf het initiatief getoetst aan de Mededingingswet. In een informele zienswijze heeft de NMa aangegeven dat er op basis van de bekende en de door KPN verstrekte informatie geen sprake lijkt te zijn van een overtreding van de Mededingingswet. Nadien bij de NMa ingediende klachten zijn ingetrokken hangende de uitspraak van de rechter in hoger beroep.

Wat betreft de verenigbaarheid met de Telecommunicatiewet heeft OPTA geconcludeerd dat er onder de huidige telecommunicatieregelgeving geen aanleiding bestaat om KPN beperkingen op te leggen met betrekking tot dit aanbod aan de scholen. Na wijziging van de Telecommunicatiewet acht OPTA, gelet op de ontwikkelingen in de markt, de kans klein dat er op basis van de gewijzigde wet wel regulerende maatregelen zullen worden opgelegd ten aanzien van de prijsstelling door KPN naar de scholen gedurende de voorziene looptijd (maximaal drie jaar) van de aanbieding. De bij OPTA ingediende klachten zijn ingetrokken hangende de uitspraak van de rechter in hoger beroep.

De PvdA legt een relatie tussen de uitspraak van de rechter en eventuele sponsoring en het omzeilen van openbare aanbesteding. De rechter heeft over deze relatie geen uitspaken gedaan.

Eerder zijn vragen hierover beantwoord (9 oktober 2003) waarbij de conclusie was dat er geen sprake is van sponsoring danwel het omzeilen van een openbare aanbesteding.

BIJLAGE 1

Wat is er het afgelopen jaar allemaal gedaan om de scholen voor te bereiden op de situatie vanaf 1 januari 2004?

December 2002

– 4 december AO Tweede Kamer waarin vaste Kamercommissie akkoord is gegaan met voornemen het ministerie van OCW om contract nl.tree niet verlengen. In de pers is er enige aandacht aan gegeven.

Mei 2003

– Begin mei gaat de website van de ISPwijzer op verzoek en met subsidie van het ministerie van OCW online met informatie over de internetvoorziening voor scholen. De ISPwijzer zal de scholen ook helpen bij hun keuze voor de internetvoorziening vanaf 2004.

– 28 mei brief het ministerie van OCW aan scholen waarin zij zijn geïnformeerd over de opzegging van het contract met nl.tree en het feit dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het zoeken van een nieuwe provider. Tevens wordt verwezen naar de ISPwijzer voor meer informatie en hulp bij de keuze vanaf 1 januari.

Juli 2003

– 16 juli brief het ministerie van OCW aan scholen waarin zij wederom worden geïnformeerd over de opzegging van het contract met nl.tree en het feit dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het zoeken van een nieuwe provider. Ook wordt specifiek ingegaan op de bijdrage die de scholen vanaf 1 januari voor de internetvoorziening zullen ontvangen. Tevens wordt verwezen naar de ISPwijzer voor meer informatie en hulp bij de keuze vanaf 1 januari.

Augustus 2003

– Eind augustus verschijnt de definitieve site van de ISPwijzer. De site ontvangt gemiddeld tussen de 200 en 700 bezoekers per dag en ca. 1000 scholen hebben zich geabonneerd op de elektronische nieuwsbrief (ISP-zine) waarvan er dit najaar 13 verschenen zijn.

September 2003

– In september verschijnen er twee grote artikelen in Uitleg en Vives over het feit dat scholen vanaf 1 januari 2004 hun eigen internettoegang kunnen inkopen. In de artikelen wordt nadrukkelijk gewezen op het bestaan van www.ISPwijzer.nl

– Na prinsjesdag is bekend gemaakt dat het op de begroting van het ministerie van OCW gereserveerde bedrag voor de internetvoorziening is verhoogd met € 10 miljoen extra koopkracht voor de scholen en € 5 miljoen voor de onrendabele gebieden.

– Gedurende eind september is er in de media veel aandacht besteed aan het aanbod van KPN (landelijke dagbladen en vakbladen, NOS en RTL-nieuws, Netwerk en teletekst). Hieruit is duidelijk naar voren gekomen dat de scholen vanaf 1 januari 2004 voor hun eigen internetvoorziening zullen moeten zorgen. Ook op de website www.ISPwijzer is hier de nodige aandacht aan besteed.

Oktober 2003

– Tijdens de eerste 2 weken van november ontvangen alle scholen (po en vo) een brochure over www.ISPwijzer.nl vergezeld van een brief met daarin informatie over de wijze waarop scholen na 1 januari 2004 hun eigen internetvoorziening kunnen regelen.

– 15 oktober korte mededeling in de Uitleg (ict-kort) waarin scholen worden geïnformeerd over de opzegging van het contract met nl.tree en het feit dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het zoeken van een nieuwe provider vanaf 1 januari 2004, inclusief verwijzing naar de website van de ISPwijzer.

– Op 29 oktober heeft de ISPwijzer een congres getiteld «Internet na 2003» georganiseerd voor samenwerkingsverbanden in het po. Er waren 140 samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd, sommigen met meer dan één deelnemer, tezamen goed voor meer dan 3000 scholen.

November 2003

– Op 5 november heeft de ISPwijzer een workshop verzorgd op de conferentie over Techniek en Beheer te Nieuwegein.

– Op 12 november artikel in de Uitleg over de internetvoorziening na 2003. Scholen worden in het artikel geïnformeerd over de gewijzigde situatie (einde centraal contract, keuzevrijheid scholen, beschikbare middelen).

– Op 12 november uitspraak kort geding rechter tegen gratis aanbod KPN. Opnieuw krijgt het onderwerp internetvoorziening voor scholen in de pers de volle aandacht en op de ISPwijzer.

– Op 15 november 2003 staat een advertentie van www.ISPwijzer.nl in NRC, Volkskrant en Trouw.

– Op 27 november heeft de ISPwijzer een presentatie verzorgd tijdens de tweedaagse I&I conferentie in Lunteren.

December 2003

– 5 december brief ministerie van OCW aan scholen met daarin de definitieve vaststelling van de bijdrage die scholen in 2004 ontvangen als tegemoetkoming in de kosten voor internetvoorzieningen. Ook wordt nadrukkelijk vermeld dat scholen tijdig voor een internetprovider zullen moeten kiezen – vóór 19 december of uiterlijk 31 december. Daarbij worden ook de drie opties genoemd 1. nieuw aanbod nl.tree vanaf 1 januari 2. andere provider vanaf 1 januari 3. overgangscontract bij nl.tree. Voor meer informatie wordt verwezen naar de website van de ISPwijzer.

– 10 december publicatie subsidieregeling onrendabele gebieden in het Gele Katern bij de Uitleg. Scholen die vanaf 1 januari 2004 niet kunnen beschikken over tweeweg kabel of ADSL komen in aanmerking voor subsidie gedurende de jaren 2004 en 2005.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Cornielje (VVD), Voorzitter, Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Karimi (GL), Van Bommel (SP), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (CU), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Eijsink (PvdA), Leerdam, MFA (PvdA), Ondervoorzitter, Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA) en Visser (VVD).

Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Ferrier (CDA), Verbeet (PvdA), Rijpstra (VVD), Van der Laan (D66), Boelhouwer (PvdA), Halsema (GL), Lazrak (SP), Tonkens (GL), Van Oerle-van der Horst (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA), De Krom (VVD), Varela (LPF), Nawijn (LPF), Adelmund (PvdA) en De Grave (VVD).

Naar boven