25 731
Agenda 2000

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 1998

Naar aanleiding van het stenografisch verslag over het ordedebat van 10 maart jl. dat u toezond aan de minister van Buitenlandse Zaken en mij, kan ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken als volgt berichten.

Conform het verzoek van de heer Van der Linden doe ik u hierbij allereerst de tekst van de brief met bijlage welke ik op 9 maart aan de Voorzitter van de Europese Commissie zond, toegaan1.

Wat betreft de vraag van de heer Van der Linden of de Regering een brief aan de Tweede Kamer kan zenden over de opstelling van de Regering ten aanzien van de Eigen Middelen, zou ik willen verwijzen naar de notitie die de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op 3 november jl. aan de Voorzitter van Tweede Kamer deed toekomen. In deze notitie geeft de Nederlandse Regering zijn oordeel over de verschillende aspecten van de Commissievoorstellen voor Agenda 2000, waaronder het aspect van de Eigen Middelen.

Conform deze notitie streeft de Regering terzake van de Eigen Middelen en de uitgavenkaders van de Europese Unie het volgende na:

– een voortzetting van de budgetdiscipline teneinde de Nederlandse bruto-afdrachten aan de Europese Unie te beperken;

– een meer evenwichtige verdeling van de lasten over de lidstaten; in dit kader zal Nederland o.a. het eenzijdige karakter van de VK-compensatie aan de orde stellen.

Tevens wenst Nederland een billijk aandeel in de uitgaven, waaronder de Structuurfondsen, te ontvangen.

De lijn die Nederlandse Regering heeft gekozen heeft inmiddels geleid tot een aantal concrete stappen van de Regering. Hierbij kunnen worden genoemd de brieven welke door Premier Kok en mij aan Commissievoorzitter Santer werden gezonden.

In het ordedebat is voorts door het Kamerlid Van der Linden gewezen op een aantal berichten waaruit zou blijken dat er geen eenheid van beleid binnen het Kabinet is en dat zich mogelijk een verschil van inzicht voordoet tussen de Ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken. De Nederlandse opstelling over Agenda 2000 is echter vastgesteld door het Kabinet en dus is er geen verschil van inzicht tussen individuele ministers. Overigens zal de Kamer separaat de antwoorden worden toegezonden op de vragen die de heer Van der Linden op 6 maart jl. aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Financiën stelde. Deze vragen hebben voor een deel betrekking op dezelfde aspecten.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven