25 729
Uitvoering van de verordening van de Raad van de Europese Unie inzake het Gemeenschapsmerk betreffende de aanwijzing van de nationale autoriteit voor het exequatur en de bevoegde rechtbank (Uitvoeringswet E.G.-verordening inzake het Gemeenschapsmerk)

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 6 januari 1998

Met voldoening las ik dat de leden van de PvdA-fractie hebben aangegeven dat zij zich met het wetsvoorstel kunnen verenigen alsmede met de aanwijzing van de arrondissementsrechtbank te Den Haag en het gerechtshof te Den Haag tot rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk in eerste respectievelijk tweede aanleg.

Zij hebben daarnaast enige vragen gesteld over de financiële en personele gevolgen van de aanwijzing van de rechtbank voor het Gemeenschapsmerk. Op die vragen kan ik het volgende antwoorden.

Voor de berekening van de gevolgen voor het gerechtshof te Den Haag zijn geen ervaringscijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek beschikbaar over aantallen merkzaken. Bij het gerechtshof zelf heeft men de ervaring dat bij merkzaken gemiddeld in meer zaken beroep wordt aangetekend dan in andere zaken. Gemiddeld tekent zo'n 30% beroep aan in merkzaken tegen 10% in andere zaken. Uitgaande van de in de memorie van toelichting geschatte 75 zaken bij de arrondissementsrechtbank te Den Haag zal mogelijkerwijs in 25 zaken hoger beroep worden aangetekend bij het gerechtshof. Met inachtneming van de werklastmetingsrapporten en de gemiddelde wegingsfactoren voor dit soort zaken worden op basis van het geschatte aantal zaken en hun zwaarte de financiële en personele gevolgen geschat op 0,6 fte (raadsheer) en 0,35 fte (ondersteuning). De kosten hiervan zullen circa f 160 000,- bedragen.

De zinsnede over de opvang van de kosten binnen de Justitiebegroting betekent dat uitgaande van het geschatte aantal zaken de dekking voor de daaraan verbonden kosten binnen de begroting van het ministerie van Justitie, en meer specifiek binnen de begroting van de Rechterlijke organisatie zal worden gevonden.

Momenteel zijn er – voor zover ik heb kunnen nagaan – geen zaken op basis van de Gemeenschapsmerkverordening aanhangig bij de rechtbank te Den Haag. Het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (hierna: Bureau) dat is ingesteld in Spanje op basis van de Gemeenschapsmerkverordening heeft de nodige aanloopproblemen gehad. Momenteel worden door het Bureau de eerste Gemeenschapsmerken afgegeven. Procedures over inbreuken op de Gemeenschapsmerken kunnen pas vanaf nu worden verwacht.

Het aantal aanvragen voor inschrijving bij het Bureau overtreft het aantal verwachte aanvragen. Dit kan gevolgen hebben voor het aantal uiteindelijk aan de rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk voor te leggen zaken. Zowel de arrondissementsrechtbank te Den Haag als het gerechtshof te Den Haag zullen een registratie bijhouden van het aantal zaken dat bij deze colleges wordt ingediend op basis van de Gemeenschapsmerk-verordening. Op basis van die registratie kunnen de gevolgen voor de werklast in kaart worden gebracht. Dit laatste kan binnen twee jaar of indien noodzakelijk eerder geschieden.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven