25 719
Nieuwe bepalingen inzake De Nederlandsche Bank N.V. in verband met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Bankwet 1998)

nr. 10
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 17 februari 1998

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 17 wordt vervangen door:

Artikel 17

1. Onze Minister is, met inachtneming van artikel 107 van het Verdrag, bevoegd de Bank met betrekking tot de taken en werkzaamheden ter verwezenlijking van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde doelstelling, gegevens of inlichtingen te vragen die naar zijn oordeel nodig zijn ter bepaling van het financieel-economisch beleid van de regering.

2. De Bank is, met inachtneming van artikel 10.4 en artikel 38 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken, verplicht aan Onze Minister de in het eerste lid bedoelde gegevens en inlichtingen te verstrekken.

Toelichting

De geheimhouding van de Nederlandse Bank naar de Minister van Financiën moet beperkt worden tot die bedoeld in de artikelen 10, vierde lid, en 38 van de Statuten van de Europese Centrale Bank, waarin staat vermeld dat de vergaderingen van de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank geheim zijn. Verder moet bij een dialoog tussen de Minister van Financiën en de president van de Nederlandse Bank het bepaalde in artikel 107 van het Verdrag in acht worden genomen.

Witteveen-Hevinga

Hoogervorst

Terpstra

Van der Vlies

Naar boven