25 718
Wijziging van de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in verband met de wijziging vaststelling geldswaarde formatierekeneenheid

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 12 december 1997

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen genoegzaam zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Deze leden vragen of de regering kan uitleggen op welke wijze de overheidsfinanciën als factor een rol spelen bij de vaststelling van het verzilveringstarief. Tevens vragen deze leden waar de voorspelling op gebaseerd is dat de wijziging zal leiden tot een structurele opbrengst van 4,5 miljoen.

De leden van de CDA-fractie hebben met gemengde gevoelens kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is volgens deze leden voor de Kamer en voor het onderwijsveld nogal uit de lucht komen vallen. Naar de leden van de CDA-fractie en van de fractie van D66 begrepen hebben, is over dit voorstel geen overleg gevoerd, bijvoorbeeld in het bekostigingsoverleg of in het rechtspositioneel overleg in de Commissie Besturenorganisaties. Kloppen deze berichten en zo ja, waarom is niet de gebruikelijke weg van het overleg gevolgd?

Wat zijn, zo vragen de leden van de CDA-fractie, de overwegingen voor de regering om nu met dit voorstel naar de Kamer te komen? In het verleden is toch afgesproken dat de verzilvering in de pas zou lopen met de prijscompensatie en de loonkostenontwikkeling en werd het verzilveringsniveau vastgesteld op 80% van de gemiddelde personele lasten? Waarom dan nu het schrappen van de expliciete koppeling?

De leden van de CDA-fractie en van de fractie van D66, vragen de regering of aangegeven kan worden met welk percentage de gemiddelde personele lasten sinds 1992 zijn gestegen. Volgens gegevens van administratiekantoren is het verzilveringsniveau inmiddels materieel gedaald tot ongeveer 70% van de gemiddelde personele lasten. Hierop vernemen de leden van de CDA-fractie graag een inhoudelijke reactie.

Verzilvering van formatierekeneenheden over meerdere jaren is vaak hard nodig vanwege premiebetaling aan bijvoorbeeld het Participatiefonds en/of het Vervangingsfonds. De CDA-fractie hecht eraan dat verzilveringsmogelijkheden ruim blijven bestaan. Gezien de gevolgen van het voorliggende wetsvoorstel vrezen zij een inperking van de beleidsruimte voor scholen die beoogd was met de invoering van het Formatie Budget systeem.

Ook zijn de leden van de CDA-fractie beducht voor willekeur als gevolg van dit wetsvoorstel. Welke criteria gaan straks gelden voor de vaststelling van de geldswaarde van de formatierekeneenheid, en wat wordt de nieuwe methodiek voor berekening, zo vragen de leden van de CDA-fractie en van de fractie van D66. Tevens vragen deze leden hoe de nieuwe methodiek zich verhoudt tot de afspraken die destijds zijn vastgelegd in het FBS-akkoord en de daaruit voortvloeiende bekostigingssystematiek. De leden van de fractie van D66 vragen zich daarbij af of een en ander niet met elkaar op gespannen voet staat. Ook de leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe deze wet zich verhoudt met de doelstelling van het formatiebudgetsysteem om de schoolbesturen meer eigen beleidsruimte te geven. Zij vragen de regering aan te geven hoeveel van de verzilvering vanaf 1994 gespaard is?

De leden van de VVD fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel, waarin wordt voorgesteld om de expliciete koppeling tussen de hoogte van het verzilveringstarief en de ontwikkeling in de personele lasten te laten vervallen. De leden van de VVD-fractie vragen de regering op welke eerdere besluitvorming dit voorstel berust en op welke wijze de Tweede Kamer over dit voornemen is ingelicht.

De leden van de VVD-fractie vragen de regering of hier sprake is van een bezuinigingsmaatregel. Wat is de bestemming van de 4,5 miljoen die bij doorvoering van dit wetsvoorstel zal worden bespaard, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Deze leden vragen de regering de beleidsinhoudelijke redenen voor dit wetsvoorstel uiteen te zetten.

Het lijkt de leden van de VVD-fractie voor de hand liggen om de ontwikkeling in de personele lasten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van het verzilveringstarief. Dat ten onrechte de indruk zou bestaan dat dit de enige factor zou zijn lijkt hen op voorhand geen afdoende reden om deze factor te schrappen.

Hebben de leden van de VVD-fractie het goed dat in feite in het voorstel ervan uit wordt gegaan dat de renteopbrengst die gegenereerd wordt door gespaarde verzilverde eenheden het vervallen van een doorberekening van de ontwikkeling in personele lasten compenseert? En zo ja, is hierbij dan voldoende rekening gehouden met geldontwaarding? Kan in dit verband een overzicht worden gegeven van de procentuele stijging van de personele lasten in de jaren sinds de invoering van het FBS, afgezet tegen de gemiddelde rente en de gemiddelde geldontwaarding? Leidt de verrekening van rente met ontwaarding en de stijging van de personele lasten tot een gemiddelde meeropbrengst van 4,5 miljoen voor de schoolbesturen?

De leden van de fractie van D66 hebben met enige zorg kennis genomen van het voorstel om de expliciete koppeling tussen de hoogte van het verzilveringstarief en de ontwikkeling in de personele lasten te laten vervallen. De regering noemt als een van de factoren om deze wijziging in te voeren de toestand van de overheidsfinanciën. Bovendien levert de wijziging van de vaststelling van de geldswaarde van een formatierekeneenheid 4,5 miljoen op. Begrijpen de leden van de fractie van D66 het goed dat de voorgestelde wijziging een bezuinigingsmaatregel is?

Een ander argument voor de voorgestelde wijziging is de mate waarin en met welk doel bevoegde gezagsorganen gebruik maken van de verzilveringsmogelijkheid. Bedoelt de regering hiermee dat besturen de verzilveringsmogelijkheid op een oneigenlijke manier gebruiken? Een van de doelstellingen van het formatiebudgetsysteem is toch juist meer eigen beleidsruimte creëren voor besturen en scholen. Om eigen beleid te kunnen voeren is sparen nodig om risico's/projecten en toekomstig beleid te kunnen ondervangen, bijvoorbeeld om extra premie bovenop de rijksvergoeding te kunnen betalen aan het participatiefonds. De leden van de fractie van D66 krijgen de indruk dat het onderhavige wetsvoorstel er toe leidt dat scholen minder kunnen verzilveren dan tot nu toe het geval is geweest.

De leden van de fractie van D66 hebben vernomen dat volgens berekeningen van administratiekantoren het verzilveringsniveau materieel gedaald is tot ongeveer 70% van de gemiddelde personeelslasten. Terwijl bij aanvang van het formatiebudgetsysteem in 1992 het verzilveringsniveau formeel vastgesteld werd op 80% van de gemiddelde personele lasten. Is in de afgelopen jaren wel voldoende rekening gehouden met de ontwikkeling van de gemiddelde personeelslasten, zo vragen deze leden.

De voorzitter van de commissie,

M. M. H. Kamp

De griffier van de commissie,

Mattijssen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Vlies (SGP), Van Nieuwenhoven (PvdA), M. M. H. Kamp (VVD), voorzitter, De Cloe (PvdA), Janmaat (CD), Van Gelder (PvdA), ondervoorzitter, Van de Camp (CDA), Mulder-van Dam (CDA), Hendriks (HDRK), Rabbae (GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Koekkoek (CDA), J. M. de Vries (VVD), Liemburg (PvdA), Stellingwerf (RPF), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Cherribi (VVD), Dijksma (PvdA), Sterk (PvdA), Van Vliet (D66) en Bremmer (CDA).

Plv. leden: Reitsma (CDA), Schutte (GPV), Lilipaly (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Valk (PvdA), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Ten Hoopen (CDA), Van der Hoeven (CDA), Verkerk (AOV), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Bakker (D66), Van 't Riet (D66), De Haan (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Rehwinkel (PvdA), Leerkes (U55+), Versnel-Schmitz (D66), Essers (VVD), Korthals (VVD), Passtoors (VVD), Huys (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Verhagen (CDA) en Lansink (CDA).

Naar boven