nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Dit voorstel strekt tot vervanging van artikel 36a, eerste lid, onderdeel
g, van de Wet belastingen op milieugrondslag. Het ontwerp van dit onderdeel
werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn
nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983
betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische
voorschriften (PbEG L 109)1. Om alsnog aan de
verplichting tot notificatie te voldoen is dit onderdeel in ontwerp aan de
Commissie van de Europese Gemeenschappen genotificeerd (zie ook kamerstukken
II 1996/97, 25 389).
Voor een toelichting op de achtergronden van dit onderdeel zij verwezen
naar de toelichting bij het oorspronkelijke onderdeel (kamerstukken II 1994/95,
24 250).
De tekst van de bepaling is identiek aan de tekst van de huidige bepaling.
Het ontwerp is op 8 augustus 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese
Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van de eerdergenoemde
richtlijn. Het is op 11 september 1997 tevens gemeld aan het Secretariaat
van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid,
van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake technische
handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). Een aankondiging van de ontwerpregeling
is gepubliceerd in Stcrt. 1997, 193.
Deze notificatie is noodzakelijk, aangezien het bij dit onderdeel vermoedelijk
een technisch voorschrift betreft in de zin van richtlijn 83/189/EEG, zoals
gewijzigd. Voor zover het hier een invoerbeperking of maatregel van gelijke
werking in de zin van artikel 30 EG-Verdrag betreft, wordt deze maatregel
gerechtvaardigd door het belang van het voorkomen van dubbele heffing over
energieproducten ingeval de energieproducten worden gebruikt voor het opwekken
van elektriciteit. De eisen sluiten aan bij de criteria die door de energiebedrijven
worden gehanteerd voor het verlenen van het verlaagde aardgastarief voor warmtekrachtkoppelinginstallaties.
Aangezien slechts een enkel onderdeel van de Wet belastingen op milieugrondslag
notificatie behoeft (de overige onderdelen betreffen geen technische voorschriften
of zijn vastgesteld voordat de desbetreffende richtlijn ging gelden voor de
fiscaliteit), is ervoor gekozen niet de gehele wet in dit wetsvoorstel te
betrekken, maar uitsluitend het desbetreffende onderdeel.
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend