nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet conflictenrecht huwelijk.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
28 oktober 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten;
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet conflictenrecht
huwelijk te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 4 van de Wet conflictenrecht huwelijk komt te luiden:
Artikel 4
Wat de vorm betreft kan een huwelijk in Nederland slechts rechtsgeldig
worden voltrokken ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand
met inachtneming van het Nederlandse recht, behoudens de bevoegdheid van buitenlandse
diplomatieke en consulaire ambtenaren om, in overeenstemming met de voorschriften
van het recht van de door hen vertegenwoordigde staat, aan de voltrekking
van huwelijken mede te werken indien geen der partijen uitsluitend
of mede de Nederlandse nationaliteit bezit.
ARTIKEL II
1. Artikel 4 van de Wet conflictenrecht huwelijk, zoals dit door deze
wet komt te luiden, is van toepassing op huwelijken die na de dag van de inwerkingtreding
van deze wet ten overstaan van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren
zijn voltrokken.
2. Huwelijken die na 1 januari 1990 en voor de dag van de inwerkingtreding
van deze wet ten overstaan van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren
in overeenstemming met het recht van de door hen vertegenwoordigde staat zijn
voltrokken worden, tenzij zulks onverenigbaar zou zijn met de openbare orde,
als geldig aangemerkt indien de ene partij uitsluitend of mede de Nederlandse
nationaliteit bezit en de andere partij uitsluitend of mede de nationaliteit
van de door de diplomatieke of consulaire ambtenaar vertegenwoordigde staat.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de uitgifte van het
Staatsblad waarin zij is geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,