nr. 105
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN J.S. ROSEVAL TE ROTTERDAM BETREFFENDE
GEDEELTELIJKE KWIJTSCHELDING VAN EEN AANSLAG INKOMSTENBELASTING/PREMIE VOLKSVERZEKERINGEN
De commissie2, gelet op de door de staatssecretaris van Financiën
verstrekte inlichtingen,
overwegende,
dat adressant zich erover beklaagt dat hem ondanks een toezegging geen
kwijtschelding wordt verleend van het resterende gedeelte van een openstaande
belastingschuld en dat hij discriminerend is behandeld;
dat de belasting/premieschuld verband houdt met de behaalde winst uit
een destijds door hem geëxploiteerd administratie- en belastingadvieskantoor;
dat de onderhavige belastingaanslagen zijn opgelegd na een ingesteld boekenonderzoek
en dat daarna ook administratieve boetes zijn opgelegd;
dat de staatssecretaris bevestigt dat geconstateerd is dat adressant op
het gebied van het voeren van administraties en het geven van belastingadviezen
slechts over beperkte kennis beschikte, hetgeen ook het geval is bij de inmiddels
door hem opgerichte onderneming waar zijn echtgenote de directie voert en
hij werkzaam is;
dat de staatssecretaris gevolgd kan worden in zijn stelling dat geen kwijtschelding
kan worden verleend omdat het aan adressant kan worden verweten dat hij wegens
opzet of grove schuld de aanslag niet kan voldoen;
dat de staatssecretaris van mening is dat aan adressant geen toezegging
is gedaan voor kwijtschelding nadat hij een bepaald bedrag zou hebben voldaan,
maar dat hem is toegezegd dat, ingeval de bedrijfsvoering van zijn administratie-
en belastingadvieskantoor wordt gestaakt, de onderwerpelijke belastingschuld
kan worden afgekocht/gesaneerd tegen dat bedrag;
dat adressant op dit aanbod niet is ingegaan;
dat kwijtschelding van belastingaanslagen in de ondernemingssfeer zeer
zelden wordt verleend en dan alleen ingeval van een akkoord tussen de belastingschuldige
en alle schuldeisers tot gedeeltelijke betaling van de schuld tegen finale
kwijting en dat zo'n akkoord niet met adressant tot stand is gekomen;
dat niet is gebleken dat adressant gebruik heeft gemaakt van de openstaande
bezwarenprocedure inzake zijn klachten over discriminatie hoewel hij herhaaldelijk
op die mogelijkheid is gewezen,
van oordeel,
dat bij de eis van de Belastingdienst dat een belastingadvieskantoor de
werkzaamheden staakt, een meer dan gebruikelijke zorgvuldigheid geboden is
om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden, van welke extra zorgvuldigheid
in dit geval niet is gebleken,
dat niet gesteld kan worden dat daarmee de Belastingdienst in dit concrete
geval onzorgvuldig is opgetreden ten aanzien van adressant,
dat, alles bijeengenomen, niet is gebleken dat ten aanzien van adressant
een verkeerd fiscaal beleid is gevoerd,
stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde
van de dag.
1 Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek
ten dienste hebben gestaan, liggen op de griffie van de commissie voor de
Verzoekschriften, Buitenhof 37, ter inzage van de leden.
2 De commissie bestaat uit de leden: Apostolou (PvdA), ondervoorzitter,
Ybema (D66), Van Hoof (VVD), voorzitter, Koekkoek (CDA), Van Oven (PvdA),
Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), B.M. de Vries (VVD), Verkerk (AOV), Heeringa
(CDA) en de plaatsvervangende leden Liemburg (PvdA), Giskes (D66), M.M.H.
Kamp (VVD), Hillen (CDA), Middel (PvdA), Cherribi (VVD), Van Wingerden (AOV),
Smits (CDA).
De voorzitter van de commissie,
Van Hoof
De griffier van de commissie,
Hubert