25 702
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften

nr. 102
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN H.J. TER MAAT TE EIBERGEN OVER TOEPASSING VAN HET BIJZONDER TARIEF, MET BETREKKING TOT INKOMSTENBELASTING OVER EEN SCHADEVERGOEDING

Vastgesteld 9 april 1998

De commissie2, gelet op de door de staatssecretaris van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat hem niet wordt toegestaan een uitgekeerde schadeloosstelling in aanmerking te brengen voor toepassing van het bijzonder tarief van artikel 57, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 maar dat de middelingsregeling van artikel 66a van die wet wordt toegepast, terwijl dat ook niet apart gedaan wordt voor het deel wettelijke rente uit die schadevergoeding;

dat adressant een varkensmesterij exploiteert en destijds voor de voedering van varkens gebruik heeft gemaakt van voedsel- en slachtafval (SWILL), hetgeen medio 1986 werd verboden, in welk kader de overheid een schadevergoeding heeft gegeven;

dat adressant aanvoert dat toepassing van het bijzonder tarief voor hem voordeliger is dan toepassing van de middelingsregeling;

dat de staatssecretaris aanvoert dat uit de wetsgeschiedenis zou zijn af te leiden dat de wetgever toepassing van een bijzonder tarief in de winstsfeer nadrukkelijk heeft willen beperken tot onteigeningsgevallen;

dat adressant daartegenover stelt dat vaker inbreuk is gemaakt op dit uitgangspunt, bijvoorbeeld bij de zogenaamde opkoopregeling melk, de schadevergoeding SLOM-boeren, vergoeding van bedrijfs- en vermogensschade aan oesterkwekers in het kader van de Deltawet, en de tegemoetkoming aan melkveehouders bij overdracht melkquotum bij de omschakeling op rundvleesproductie, waarbij de schadevergoeding voor overheidshandelen buiten de normale winstsfeer is gehouden;

dat de staatssecretaris slechts aanvoert dat bij de SLOM-regeling de hoofdsom van de vergoeding betrekking heeft op een periode die langer is dan drie jaar, hetgeen mede van doorslaggevende betekenis zou zijn geweest om het bijzonder tarief van toepassing te verklaren;

dat de staatssecretaris de overige precedenten onweersproken laat en dat overigens in het specifieke geval van de SWIL-mesterij geen grote betekenis toegekend kan worden aan de periode waarop de schadevergoeding betrekking had;

dat de staatssecretaris overigens geen aanleiding ziet een deel van de schadevergoeding af te zonderen van de hoofdsom om alleen daarover het bijzonder tarief toe te passen, omdat dit deel in de wettelijke systematiek behoort tot de hoofdsom van de schadevergoeding, in welke beschouwing hij kan worden gevolgd,

stelt aan de Kamer voor:

a. de staatssecretaris van Financiën uit te nodigen zekerheid vooraf te geven dat het bijzonder tarief kan worden toegepast zoals adressant verzoekt;

b. voor het overige ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

1 Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op de griffie van de commissie voor de Verzoekschriften, Buitenhof 37, ter inzage van de leden.

2 De commissie bestaat uit de leden: Apostolou (PvdA), ondervoorzitter, Ybema (D66), Van Hoof (VVD), voorzitter, Koekkoek (CDA), Van Oven (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), B.M. de Vries (VVD), Verkerk (AOV), Heeringa (CDA) en de plaatsvervangende leden Liemburg (PvdA), Giskes (D66), M.M.H. Kamp (VVD), Hillen (CDA), Middel (PvdA), Cherribi (VVD), Van Wingerden (AOV), Smits (CDA).

De voorzitter van de commissie,

Van Hoof

De griffier van de commissie,

Hubert

Naar boven