25 695
Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en enige andere wetten

nr. 44
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2006

Op 26 september jl. heeft uw Kamer een aantal moties aangenomen die ingediend zijn tijdens het VAO van 21 september jl. over het kabinetstandpunt Toekomst PBO. Met deze brief wil ik u mede namens de ministers van Economische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kort informeren over de voortgang met de uitvoering van deze moties. Op 23 oktober jl. heeft u al een brief ontvangen (kamerstuk 25 695, nr. 43) waarin is aangegeven wat het kabinet heeft besloten omtrent de uitvoering van deze moties. In deze brief heb ik aangegeven mede namens de ministers van Economische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat ik de TK nog voor het kerstreces 2006/2007 zou berichten over de voortgang en de bereikte resultaten. In de brief van 23 oktober jl. heb ik eveneens aangegeven dat voor het oplossen van de in de moties gestelde problemen inventarisatie bij en overleg met de schappen nodig is. Veel zou afhangen wat betreft de uitvoering van de moties van de invulling van de Code goed bestuur waartoe de schappen hebben besloten. Helaas moet ik u meedelen dat de voorzitter van de Werkgroep Code Goed Bestuur product- en bedrijfschappen in zijn brief van 4 december jl. mij berichtte dat het niet mogelijk is de Code voor 31 december as. op te leveren. Hij gaf aan dat de werkgroep nu verwacht de werkzaamheden vóór 31 maart 2007 af te ronden.

Door het uitstel van de oplevering van de Code ben ik nu niet in staat u voldoende te informeren over de uitvoering van de moties. Ik heb de voorzitter van de Werkgroep Code Goed Bestuur product- en bedrijfschappen verzocht mij uiterlijk voor 1 april 2007 de code te doen toekomen. Ik zal u in ieder geval voor 15 april 2007 berichten over de uitvoering van de moties.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven