25 687
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met aanpassing van de gronden voor de ziekenfondsverzekering (herstructurering Ziekenfondswet)

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijswijk, 30 maart 1998

De Ziekenfondsraad attendeerde er bij brief van 17 februari jl. op dat als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet herstructurering Ziekenfondswet per 1 januari jl. medeverzekerde personen van 65 jaar of ouder aangewezen zijn op een particuliere ziektekostenverzekering. Het gaat hierbij om een zeer beperkte groep personen. Aangezien dit niet in overeenstemming is met het per 1 januari jl. in de Ziekenfondswet ingevoerde «blijf zitten waar je zit»-beginsel ben ik voornemens om voor de betrokken groep met terugwerkende kracht naar 1 januari 1998 – datum inwerkingtreding Wet herstructurering Ziekenfondswet – een overgangsregeling te treffen. Een voorstel daartoe zal zo spoedig mogelijk aan u worden voorgelegd. Gelet op het standpunt van uw Kamer ten opzichte van het algemene uitgangspunt van «blijf zitten waar je zit» veronderstel ik dat vermeld voorstel op uw instemming zal kunnen rekenen.

Hierbij zend ik u een afschrift van mijn brief van heden aan de Algemeen secretaris van de Ziekenfondsraad1. Daarin verzoek ik de Raad om de uitvoeringsorganen op te dragen alvast dienovereenkomstig te handelen.

Een tweede opmerking van de Ziekenfondsraad betreft de zogenoemde opt-in regeling. In de memorie van toelichting bij de Wet herstructurering Ziekenfondswet is vermeld dat met de regeling niet wordt beoogd om de ziekenfondsverzekering open te stellen voor personen die bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd deelnemer zijn aan een publiekrechtelijke ziektekostenverzekering voor ambtenaren (IZA, IZR en DGVP).

Inmiddels is echter gebleken dat personen uit de betrokken groep toch trachten naar de ziekenfondsverzekering over te stappen. Ik acht het dan ook aangewezen om door middel van een wettelijke bepaling de weg hiervoor uitdrukkelijk af te sluiten. Zo spoedig mogelijk zal een daartoe strekkend voorstel aan u worden voorgelegd.

Een afschrift van deze brief heb ik aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal gezonden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven