25 675
Voorzieningen betreffende de totstandbrenging en de exploitatie van een vaste oeververbinding onder de Westerschelde door een naamloze vennootschap (Tunnelwet Westerschelde)

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN BERG

Ontvangen 23 juni 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 3, vierde lid vervalt.

Toelichting

De scheiding tussen het beheer van de tunnelwegen (door het Rijk) en het bevoegd gezag in de zin van de Wegenverkeerswet (de provincie) werkt onnodig complicerend. Door dit amendement blijven beheer en bevoegd gezag in één hand, namelijk het Rijk, c.q. de minister van Verkeer en Waterstaat.

Van den Berg

Naar boven