nr. 72
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2000
In het algemeen overleg d.d. 3 november 1999 over de stand van zaken ten
aanzien van de millenniumaanpak in de zorgsector heb ik toegezegd u nader
te informeren over het verloop van de millenniumovergang en over het behoud
van de verworvenheden voor de zorgsector.
Tot mijn genoegen kan ik u melden dat de continuïteit en kwaliteit
van de vitale zorgprocessen tijdens de millenniumovergang gewaarborgd zijn
gebleven. Met de intensieve ondersteuning vanuit het Millennium Platform Zorg
en onder toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg is de zorgsector
in staat gebleken de millenniumproblemen bij vitale zorgprocessen tijdig en
afdoende te verijdelen. Illustratief zijn de tijdig geconstateerde en gerepareerde
computergerelateerde millenniumfouten in de hartbewakingsmonitoren, de sterilisatieapparatuur
en de analysers in laboratoria. Uitval van deze medische apparatuur had kunnen
leiden tot verkeerde analyses of zelfs tot tijdelijk of blijvend letsel voor
de patiënt. De millenniumovergang verliep echter vlekkeloos. Het beperkt
aantal geconstateerde datumgerelateerde problemen in laboratoria en in de
ziekenhuisinformatiesystemen heeft geen enkel effect gehad op de continuïteit
en kwaliteit van de vitale zorgprocessen. Ik heb de zorginstellingen, koepel-
en brancheorganisaties en zelfstandig beroepsbeoefenaren in de zorgsector
schriftelijk met dit resultaat gecomplimenteerd.
Met de afronding van de millenniumprojecten is het moment aangebroken
de verworvenheden over te dragen. Een verworvenheid waaraan ik bijzonder belang
hecht is het behoud van de samenwerkingsverbanden tussen zorginstellingen
en zelfstandig beroepsbeoefenaren op regionaal niveau ter voorbereiding op
mogelijke calamiteiten. Zorgaanbieders benoemden elkanders afhankelijkheden
en realiseerden zich dat regionale samenwerking noodzakelijk is teneinde de
bereikbaarheid van de basiszorg ook bij calamiteiten te garanderen. De coördinerende
GGD-en vervulden daarbij een regisserende rol en bundelden de samenwerkingsafspraken tot een zorgbreed continuïteitsplan voor de gehele zorgregio.
De millenniumovergang fungeerde als katalysator van een aanpak die naar verwachting
ook in de toekomst haar vruchten zal afwerpen. Ik zal voor 2000 en 2001 jaarlijks
3 miljoen beschikbaar stellen voor het behoud van deze samenwerkingsafspraken
en de nadere inbedding van de samenwerkingsstructuren in iedere zorgregio
ter voorbereiding op toekomstige calamiteiten.
Een tweede verworvenheid betreft het gerealiseerde inzicht in de informatievoorziening
en het gebruik van computergerelateerde systemen binnen de zorgsector. Deze
kennis komt ter beschikking van het ICT Platform Zorg (IPZ), evenals het complete
overzicht van namen en adressen van de risico-instellingen in de zorgsector.
Voor het totale activiteitenpakket van het IPZ stel ik 1,5 miljoen voor het
jaar 2000 en 2 miljoen voor 2001 beschikbaar.
Een laatste belangrijke verworvenheid is de opgedane ervaring met een
projectorganisatie als het Millennium Platform Zorg die een intermediaire
functie vervulde tussen het VWS-beleid en de implementatie van het beleid
in het zorgveld. Het Millennium Platform Zorg ondersteunde, faciliteerde,
coördineerde en monitorde de zorgsector en ontwikkelde initiatieven die
het veranderingsproces bevorderden. Het ministerie van VWS kan de opgedane
expertise benutten bij de implementatie van andere zorgvernieuwingsinitiatieven.
De 3000 Nederlandse zorginstellingen en 30 000 zelfstandig beroepsbeoefenaren
in het divers georganiseerd zorgveld hebben zich in relatief korte tijd gedegen
voorbereid op de millenniumovergang. De technische infrastructuur in de zorgsector
is opgeschoond, de vitale processen en ketenafhankelijkheden zijn opnieuw
tegen het licht gehouden en de noodplannen zijn sterk verbeterd. Met gepaste
trots kan ik stellen dat de inzet loonde. Het bewandelde traject biedt een
voorbeeldfunctie voor toekomstige veranderingstrajecten in het zorgveld.
De Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers