25 674
Millenniumvraagstuk

26 362
Het millenniumvraagstuk en zorg

nr. 38
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 4 maart 1999

De vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, voor Economische Zaken2, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport3, voor Buitenlandse Zaken4, voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij5 en voor Justitie6 hebben op 27 januari 1999 overleg gevoerd met minister Van Boxtel voor Grote Steden- en Integratiebeleid, minister Jorritsma-Lebbink van Economische Zaken, minister Borst-Eilers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, minister Peper van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, minister Korthals van Justitie, minister Apotheker van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en staatssecretaris Benschop van Buitenlandse Zaken over:

– de voortgangsrapportage Millenniumproblematiek bij de overheid (25 674, nr. 33);

– de voortgangsrapportage De internationale dimensie van het millenniumprobleem en de rol van Nederland daarbij (25 674, nr. 34);

– de voortgangsrapportage over de lopende activiteiten van het millenniumplatform (25 674, nr. 35);

– de nota Millenniumvraagstuk en zorg (26 362, nr. 1).

Van het overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Grote Steden- en Integratiebeleid Economische Zaken

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Wagenaar (PvdA) gaf de bewindslieden een compliment voor de toenemende inzichtelijkheid van de voortgangsrapportages. Zij maakte zich echter zorgen over de achterstand die hieruit blijkt bij de waterschappen, de distributiesector, de elektriciteitssector, het MKB, de gemeenten en de ketenproblematiek met het buitenland.

De rijksoverheid streeft ernaar op een bepaalde datum openheid van zaken te geven. Zij sloot zich aan bij de aanpak die de minister in zijn voortgangsrapportage voorstelt, maar het leek haar beter hierbij ook de lagere overheden en de bedrijven te betrekken. Deze openheid kan immers aanzetten tot een pittiger aanpak. Het concurrentiemechanisme kan ervoor zorgen dat het ene bedrijf niet achterblijf bij het andere. De consument krijgt op zo'n dag over de gehele linie de terzake doende informatie. Voorts kan door openheid paniek worden voorkomen. Zij dacht hierbij niet aan het houden van een nationale testdag, maar wel aan een dag waarop inzicht wordt gegeven in testen die al gehouden zijn, in noodscenario's, enz.

Voor de «managing public confidence» is het van belang de publiekscampagne zo snel mogelijk te starten. De autoriteiten dienen daarbij zoveel mogelijk eenstemmig met informatie en opvattingen naar buiten te treden. Verschijnen in de media berichten met een verschillende strekking, dan moet een betrouwbare overheid aan deze verwarrende beeldvorming sturing geven. Het advies van het COT (crisisonderzoeksteam) over dit onderwerp wilde mevrouw Wagenaar zo snel mogelijk ontvangen.

Het advies van de SER over de consumentenaspecten van het millenniumprobleem sprak haar erg aan: de consument kan de eigen verantwoordelijkheid alleen invullen wanneer hij adequaat is geïnstrueerd en goed is voorgelicht. Als voorbeeld gaf zij de verzekeraars, die geen dekking verlenen voor bedrijven en sommige groepen particulieren. Deze consumenten weten nu nog helemaal niet tot wie zij zich voor een oplossing moeten wenden. Voorlichting dient dan ook snel plaats te vinden. Zij verzocht de bewindslieden op dit gebied actie te ondernemen en zich daarbij ook te richten tot de verzekeraars.

Nu van de 10 000 mensen die zich bij de arbeidspool hebben aangemeld, slechts enkele tientallen te werk konden worden gesteld, vond mevrouw Wagenaar toch dat hierbij sprake is van mismanagement. Zij verzocht de bewindslieden een pakket van maatregelen samen te stellen waarmee wordt geprobeerd vraag en aanbod op elkaar te laten aansluiten, opdat deze mensen alsnog aan de slag kunnen.

De elektriciteitssector heeft laten weten dat de distributiebedrijven deze zomer klaar zijn met de voorbereiding op de eeuwwisseling. Kan de minister duidelijk maken waarom dat volgens haar pas later het geval is? Hoe staat het met de verbindingen met het buitenland? Mevrouw Wagenaar vond het zorglijk dat juist deze verbindingen niet worden getest.

Voorts verzocht zij de minister om een precieze taakomschrijving van de commissie-Alders.

Bij het kabinet is bekend dat een aantal sociale diensten weinig tot niets doet aan het oplossen van hun millenniumprobleem. Het leek haar zinnig indien de bewindslieden de gemeenteraden hiervan op de hoogte stellen, zodat zij de colleges van B&W kunnen aanzetten tot het nemen van actie bij die sociale diensten. Van de millenniumoefening die het kabinet zal houden, ontving zij graag een verslag.

De heer Cherribi (VVD) sprak waardering uit voor het feit dat de millenniumaanpak hoog op de politieke agenda is geplaatst. Hij was erkentelijk voor de overzichtelijke rapportages en dat de campagne voor het MKB nu op tv te zien is, gaf hem reden voor voldoening. Het ontbreekt de aanpak niet aan elan, maar nog wel aan voldoende resultaat. Het dwingt bewondering, maar ook deernis af hoe de minister de Nederlandse samenleving los wil zagen uit het wrak van de computerisering. De rapportages maken opnieuw duidelijk dat het onmogelijk is alles op tijd klaar te hebben. «Leven met een zekerheid» leek hem dan ook toepasselijker dan het door de minister gehanteerde «leven met een onzekerheid».

De oriëntatie op bestuurlijke knelpunten is gericht op de normplanning, de ketenkwesties en de noodplannen. Dat vond de heer Cherribi prachtig, maar met de inventarisatie, de analyse en de oplossing staat het nog niet zo best.

De normplanning ziet er bij de meeste ministeries geruststellend uit, maar bij gemeenten, provincies en waterschappen is dat nog allerminst het geval. Vertraging op ministeries kan door onoplosbare ketenkwesties alsnog omslaan in een stagnatie, en die zal zich niet zozeer intern als wel in publieke taken en internationale verbanden uiten. Met hoeveel zorgwekkende processen waarbij de Nederlandse overheden aangewezen zijn op derden, houdt de minister nog rekening? Zijn die extra te monitoren en hoe drukt de extra normplanning op de kostenverdeling tussen overheid en samenleving? Hij verzocht de minister aan te geven hoe de normplanning van gemeenten, provincies en waterschappen in beweging kan worden gebracht opdat de continuïteit wordt gewaarborgd. Worden ook zij uitgenodigd voor de Erecode 2000?

Verder pleitte hij voor een informatieplicht van ZBO's en aan de overheid gelieerde instellingen ten opzichte van de minister. Hierdoor kan de coördinerend minister de regie in handen nemen zodat de burgers niet de dupe worden van eventuele laksheid van bestuurders of van onwetendheid over het millenniumprobleem. Voor het verkrijgen van informatie van toeleveranciers deed hij een beroep op de eigen verantwoordelijkheid en inventiviteit van deze instellingen. Ook bedrijven moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen, die in de afgesloten contracten tot uitdrukkelijk komt. Hij was geen voorstander van een wettelijke informatieplicht.

Hij vond het nodig dat bij bepaalde legeronderdelen, politie en brandweer geen verlof wordt verleend voor de dagen rond de eeuwwisseling. Kan de minister overigens aangeven in hoeverre de aparte verlofregelingen ingrijpen in de Nederlandse huishoudens?

Verder sprak de heer Cherribi zorg uit over het ontbreken van internationale ketenafspraken, speciaal op het gebied van kernveiligheid en wapensystemen. De minister heeft vastgesteld dat in het geheel van ketens de toezichthouder nogal eens zoek is, ook in Nederland. Deelt de minister het vooruitzicht van de VVD dat de minister de burger dan onmogelijk garanties kan bieden op een millenniumovergang zonder kleerscheuren? En wat betekent dit voor de managing public confidence? Hij verzocht de minister in dit verband in te gaan op de aansprakelijkheid, de verzekerbaarheid en de gang naar de rechter.

De VVD hechtte eraan duidelijk te maken dat zij passende noodwetgeving voor een falende conversie een kernbestanddeel acht van een sluitende aanpak, zeker nu de normplanning nog steeds vertraging ondervindt en de nationale en de internationale ketenproblematiek niet is opgelost. Hij drong dan ook aan op een serieuze bestuurlijke oriëntatie op noodwetgeving. De Raad van State heeft uitgesproken dat de bevoegdheden van de overheid wellicht te beperkt zijn om zonder machtigingswet te kunnen ingrijpen. Trekt de minister zich deze waarschuwing aan?

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) had eveneens waardering voor de overzichtelijkheid van de rapportage en voor de activiteiten van het kabinet. Veel vitale maatschappelijke processen zijn reeds millenniumbestendig. Slechts in een aantal gevallen is een plandatum voor het najaar 1999 aangegeven of is onduidelijk of er wel een plandatum kan worden aangegeven. Toch is D66 er nog niet echt gerust op dat alles goed gaat. Het uitgangspunt van de minister – leven met onzekerheid – vond zij realistisch. Het aspiratieniveau wordt nu terecht op meer bestuurlijke gerichtheid en op continuïteit van vitale maatschappelijke processen geënt in plaats van op millenniumbestendigheid. Zij was het met de minister eens dat noodplannen alleen nodig zijn bij vitale processen waarover twijfel blijft bestaan en die deel uitmaken van grotere ketens of een bijzonder risico vertegenwoordigen. Zij verzocht de minister de Kamer in de voortgangsrapportages van de noodplannen op de hoogte te houden. Audits zullen niet meer gericht moeten zijn op een centraal raamwerk, maar toegespitst moeten worden uitgevoerd. Zij vroeg zich wel af of dit niet de controle en de coördinerende taak van BZK bemoeilijkt. Vergelijken is immers lastig en maatwerk is kostbaar en moeilijk.

Er is een behoorlijke discrepantie tussen de redelijk geruststellende rapportage, de verontrustende berichten in de pers en de uitspraken van de voorzitter van het millenniumplatform. Wie heeft er nu gelijk? Mevrouw Scheltema had overigens de indruk dat vrijwel alle vitale bedrijven hun werknemers rond de eeuwwisseling, terecht, in huis houden.

Het stempel millenniumbestendig biedt nog geen garantie voor de toekomst. Toetsen blijft daarom nodig. Voor diverse vitale processen – elektriciteitssector, telecom, ziekenhuizen – heeft de overheid slechts een afgeleide verantwoordelijkheid. Zijn de nationale audits op deze terreinen voldoende en heeft de overheid voldoende controle- en sanctiemogelijkheden? Mevrouw Scheltema maakte zich ook zorgen over de lagere overheden, de particuliere sector en het MKB. Zij pleitte daarom voor een stok achter de deur, voor een soort schandpaal in de vorm van openbaarheid over vitale sectoren die bijvoorbeeld in september hun zaken nog niet op orde hebben.

Over de aansprakelijkheid dient meer gesproken te worden. Die aansprakelijkheid is immers ook een belangrijke stok achter de deur om het goed te doen. Dit aspect moet in de voorlichting wellicht zwaarder worden benadrukt. Zij vroeg zich af in hoeverre de overheid aansprakelijk is voor gemaakte fouten. Kan gezegd worden dat de overheid meer toezicht had moeten uitoefenen of sancties had moeten opleggen en daarom aansprakelijk worden gesteld? Voorlichting hierover is belangrijk. Daarmee moet zo snel mogelijk gestart worden.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) wees erop dat openheid en discussies een bijdrage leveren aan de bewustwording van het millenniumprobleem. Zij vond het belangrijk dat de Tweede Kamer zich van een deel van deze verantwoordelijkheid kwijt door zittingen te organiseren waarbij elk beleidsterrein een keer aan bod komt, zodat de bewindslieden zich in het openbaar verantwoorden voor de aanpak op hun beleidsterrein.

Uit de rapportage in mei of juni zal moeten blijken of elke vitale sector millenniumbestendig is. Is dat niet het geval, dan moet dat expliciet worden gemeld en moet worden aangegeven op welke andere wijze continuïteit is verzekerd. Blijkt uit deze rapportage dat een aantal sectoren nog problemen heeft, dan is waarschijnlijk toch noodwetgeving nodig. Misschien moet nu zelfs al met de voorbereiding begonnen worden. In juni moet in elk geval blijken welke noodwetgeving nodig kan zijn en op welke manier daarin kan worden voorzien. Hierbij gaat het om het garanderen van de dienstverlening aan de burgers en het slagvaardig kunnen optreden bij eventuele calamiteiten.

De CDA-fractie vindt dat leveranciers wel degelijk de plicht hebben informatie te verschaffen aan hun klanten. Zij moeten niet alleen aangeven of hun producten millenniumproof zijn, maar vooral inzicht geven in de oplossingen die zij hebben gevonden om het millenniumprobleem op te lossen. Mevrouw Van der Hoeven noemde in dezen windowing, waarbij bepaalde getallen worden gebruikt om de computer te instrueren. Ook dit soort informatie moet bij de klant bekend zijn. Tegen een wettelijke informatieplicht had zij geen bezwaar, vooral als blijkt dat het bedrijfsleven niet bereid is de bedoelde informatie te verstrekken. Een wetgevingsprocedure kan echter waarschijnlijk pas aan het eind van dit jaar worden afgerond. Daarom riep zij het bedrijfsleven op de informatie die men heeft bijvoorbeeld via een databank ter beschikking te stellen. Zij vond het jammer dat nog steeds geen resultaat bekend is van het onderzoek van de landsadvocaat naar de wettelijke informatieplicht. Zij riep hem op hiermee haast te maken.

In een aantal sectoren ontbreekt nog steeds een toezichthoudende autoriteit. Elke minister zou zich daarom moeten bemoeien met de aanpak in de aan zijn ministerie gelieerde sector. Uit de rapportages blijkt nog niet of dit wel gebeurt en zo ja, op welke manier. Evenmin is duidelijk of er voor elke sector een millenniumplatform is.

Begin 1999 is voorzien in een interdepartementale crisisbeheersingsoefening rondom de overgang naar het jaar 2000. Hierover kreeg mevrouw Van der Hoeven niet alleen graag informatie, zij wilde ook met de ministers, op een later tijdstip, bezien of de vaste commissie daarbij aanwezig kan zijn. Het is van belang dat crisisbeheersingsoefeningen ook op gemeentelijk niveau worden gehouden. Bij de zelfstandige bestuursorganen is de «sense of urgency» nog niet doorgedrongen, maar dat wordt wel hoog tijd. Zij verzocht minister Van Boxtel op dit terrein actie te ondernemen.

Het was haar opgevallen dat de energiesector voor de oplossing van het millenniumprobleem eigen personeel heeft ingezet. In hoeverre is dat ook in andere sectoren gebeurd en is daardoor minder gewerkt aan een oplossing omdat het eigen personeel voor andere zaken nodig was? Zij had de indruk dat de arbeidspool niet nodig is. Er mogen bij de mensen die zich voor deze arbeidspool hebben aangemeld, geen verwachtingen worden gewekt die niet kunnen worden waargemaakt. Hierop hoorde zij graag een toelichting.

De heer Vendrik (GroenLinks) complimenteerde de coördinerend minister met de prettig aandoende daadkracht die hij aan de dag legt. In Nederland zullen geen grote rampen gebeuren, maar er zal wel sprake zijn van het nodige kleine ongemak. Het kabinet zal bij de managing of public confidence moeten kiezen voor een toonzetting waarvan een voldoende aansporing, misschien wel een dreiging uitgaat, terwijl toch geen paniek wordt veroorzaakt. De spreiding van kennis, inkomen en macht, waarvan in de jaren zeventig sprake was, wordt in de jaren negentig door het millenniumprobleem in feite aangevuld met de spreiding van risico's. Risicobeheersing is daarmee niet louter een zaak van deskundigen, maar een zaak van iedereen, in feite het summum van de democratie. De minister moet alarmeren en gebruik maken van de onzekerheid die er is, maar tegelijkertijd iedereen geruststellen. Dat leek de heer Vendrik een buitengewoon ingewikkeld proces. Een goede voltooiing hiervan vond hij dit jaar crucialer dan de technische kant van het millenniumprobleem.

De publiekscampagne kan niet snel genoeg beginnen. Daarbij zijn een aantal zaken essentieel: het proces van publieke informatievoorziening moet doordesemd zijn van openheid en eerlijkheid, de informatievoorziening moet concreet zijn en er dienen heldere handelingsalternatieven te worden aangegeven. Daarmee wordt niet alleen de omvang van het probleem – of de beperktheid ervan – zichtbaar, maar worden burgers wellicht ook tot actie aangespoord. De minister wil dat overheid en betrokkenen publiekelijk verklaren dat men niet hoeft te vrezen voor een materiële verstoring van de dienstverlening in de essentiële sectoren. Dat vond hij een boude uitspraak. Eerlijkheid is een absolute noodzaak; voorkomen moet worden dat boodschappen later onjuist blijken te zijn. Hij was het wel eens met de minister dat een overtrokken of angstige reactie van de bevolking de maatschappij al ernstig kan ontwrichten. Hij verzocht de minister aan te geven, hoe dit wankele evenwicht het komende jaar bewaard zal worden.

De voorlichtingscampagne voor het brede publiek zal moeten aangeven op welke manieren problemen kunnen worden aangepakt. Wellicht moeten bepaalde vakantiebestemmingen ontraden worden of moet geadviseerd worden bepaalde medicijnen in voorraad te houden. Er moeten in ieder geval handelingsalternatieven geboden worden. Heeft de minister op een aantal zaken geen antwoord, dan kan dat natuurlijk ook niet gegeven worden. Als mensen echter voorzorgsmaatregelen kunnen nemen, moet daar open en eerlijk over bericht worden. Daarmee wordt de burgers de mogelijkheid gegeven zelf iets te doen in plaats van maar af te wachten wat op hen af komt.

Het was de heer Vendrik opgevallen dat de rapportage weinig zegt over de maatschappelijke gevolgen van het millenniumprobleem. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hecht veel belang aan een inkomensgarantie, maar de situatie bij de sociale diensten in de gemeenten is ronduit zorglijk. Hij was zich ervan bewust dat de primaire verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeenten ligt. Heeft de minister wel inzicht in de wijze waarop de gemeenten deze verantwoordelijkheid gestalte geven?

Als burgers voorbereidende handelingen moeten verrichten voor de eeuwwisseling, is daarvoor ook geld nodig. Het leek GroenLinks een aardige geste om aan de meerjarige minima een soort millenniumuitkering te verstrekken.

In de rapportage (25 674, nr. 35) wordt melding gemaakt van een juridische werkgroep die zich bezighoudt met de aansprakelijkheid. Op dit punt blijft veel onduidelijkheid bestaan, terwijl iedereen wil weten wie eventuele schade gaat betalen, wie verantwoordelijk is en bij wie gereclameerd kan worden. De informatieplicht die de overheid op dit gebied heeft, gaat verder dan de studie die in de rapportage is aangekondigd.

Tot slot vroeg hij de coördinerend minister een inschatting te geven van de situatie in het buitenland. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de kernreactoren in Oost-Europa? Het is uitermate belangrijk voor het gevoel van vertrouwen dat de aanpak van de Nederlandse regering buiten de grenzen ook deugt.

Antwoord van de regering

De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid benadrukte nogmaals dat het kabinet het millenniumvraagstuk zeer serieus neemt. De overheid kan bij dit vraagstuk echter niet ineens de verantwoordelijkheden van anderen op zich nemen, maar zal wel doen wat gedaan moet worden. De minister wilde de bevolking zo open en eerlijk mogelijk vertellen op welke terreinen oplossingen gevonden zijn en waarover nog zorgen zijn. Binnen het kabinet is daarom afgesproken de komende driekwart jaar gezamenlijk op te trekken bij het organiseren van publiekelijke uitingen. Het COT heeft voor de voorlichtingscampagne een drieslag geadviseerd: de burgers in het voorjaar informeren over de huiselijke situatie – dit zal via de krant, radio of tv worden gedaan – zodat zij begrijpen wat er in hun omgeving aan de hand kan zijn en hoe zij daarop kunnen reageren, vlak na de zomer open en eerlijk aangeven hoe de zaken ervoor staan en tegen het eind van het jaar een mogelijkheid openhouden voor nadere informatie aan het publiek. De eerste voorlichting zal plaatsvinden in maart-april. De minister onderstreepte dat deze voorlichting zorgvuldig moet worden voorbereid omdat zij anders juist vragen oproept.

De voorlichting door de rijksoverheid zal op elkaar worden afgestemd en zal plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van de minister voor GSI en het PMO (projectbureau millennium overheid) en in nauwe samenwerking met het millenniumplatform. In de loop van het jaar zullen allerlei mensen de pers opzoeken en van alles over de eeuwwisseling zeggen. Deze uitingen kunnen veel verwarring scheppen. De minister zegde toe hierop adequaat te reageren. Wordt echt onzin verteld, dan wordt de informatie gecheckt en de betrokkene hierop aangesproken.

Het advies van de Raad van State over de machtigingswet was zeer open. Daaruit blijkt hoe moeilijk het is een machtigingswet met een open einde te maken. Dat is in Nederland ook ongebruikelijk. Het was de minister op dit moment niet duidelijk wat in zo'n wet opgenomen zou moeten worden. Bovendien twijfelde hij aan de toegevoegde waarde van een machtigingswet. In principe machtigt artikel 103 van de Grondwet de Staat om bij buitengewone omstandigheden, als de veiligheid intern of extern in het geding is, te doen wat nodig is. Voorts bestaat al veel noodwetgeving in de Gemeentewet en de Provinciewet, maar ook de verschillende sectoren hebben wettelijke voorzieningen. Twee jaar geleden heeft een revisie plaatsgevonden van de systeemstructuur van noodwetgeving. Daarbij zijn de terminologieën aan elkaar aangepast. Voorts brengt een interdepartementale werkgroep de grondwetzaken in kaart. De minister wees erop dat noodwetgeving een ultimum remedium is dat geen topprioriteit heeft. Dit soort zaken sterk benadrukken, kan immers de suggestie wekken dat voorbereiding op crises en rampen nodig is. Hij zei toe op de noodwetgeving en de machtigingswet in een volgende rapportage uitgebreid in te gaan. Getracht zal worden in kaart te brengen waarvoor de overheid de rechtstreekse verantwoordelijkheid heeft, in welke situaties de overheid eventueel moet ingrijpen en welk instrumentarium daarvoor beschikbaar is. Tegenover de heer Cherribi merkte hij op dat het Amerikaanse en Nederlandse rechtsstelsel niet geheel met elkaar te vergelijken zijn en dat hij niet verwachtte dat Nederland failliet zal gaan.

De gemeenten zijn bij de voortgangsrapportage van december stevig aangesproken. De burgemeesters hebben van de minister voor GSI voorts nog een brief ontvangen waarin zij zijn aangesproken over de stand van zaken. Dit heeft een enorm positief effect gehad. De minister zei er alles aan te doen om de gemeenten zo goed mogelijk te faciliëren. De gemeenten hebben via het Gemeentefonds 80 mln. ontvangen voor het oplossen van het millenniumprobleem. Sociale Zaken heeft 100 mln. extra beschikbaar gesteld voor het voorbereiden van de sociale diensten. De minister had bovendien het voornemen een aantal miljoenen extra uit te trekken om gemeenten een nationale testfaciliteit te bieden voor hun standaardapplicaties, waaronder het lokale belastingmodel. Samen met de VNG is een helpdesk ingericht en er is een onlineverbinding mogelijk met PMO, waar alle informatie verkregen kan worden. Ook het Kenniscentrum sociale diensten 2000 zal iedere gemeente aanschrijven. De directie toezicht van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal een risicoanalyse maken voor de sociale diensten en hierover contact opnemen met de gemeentebesturen.

Ook de waterschappen zijn aangeschreven. De minister zegde toe de Kamer hierover in een volgende rapportage te informeren.

Op 3 februari zal het kabinet een handtekening zetten onder de Erecode 2000. Veel bedrijven, maar ook een aantal gemeenten zullen dat doen. Dit impliceert de belofte om transparant te zijn en verantwoordelijkheid te nemen, ook in relatie tot anderen.

De minister vond het flauwekul om bij de aanpak van het millenniumprobleem door de overheid het woord «deernis» in de mond te nemen. De situatie is niet deerniswekkend. De overheid weet immers hoe de zaken ervoor staan.

Een aantal maanden geleden zijn de ministers Peper en De Grave en staatssecretaris De Vries aangeschreven over het beschikbaar houden van personeel rondom de jaarwisseling. In hoeverre mensen beschikbaar zullen zijn, wordt echter pas in de loop van het jaar bekend. Het COT heeft hierover een advies uitgebracht. De minister zei dit eerst interdepartementaal te willen bekijken. Daarna zal hij de Kamer duidelijk maken, hoe hij daarmee wil omgaan. Dat een groot deel van het personeel bij de brandweer uit vrijwilligers bestaat, is een apart punt van zorg. Daarop zal de brandweer specifiek moeten toezien. De commissie-Alders zal in eerste instantie proberen inzicht te krijgen in de stand van zaken bij de politie, brandweer en hulpdiensten. Verder zal zij de minister voor GSI adviseren over de opschaling, de paraatheid, het aantal mensen dat nodig is, enz. De minister wilde hierbij ook een link met defensie leggen.

Hij had geen bezwaar tegen het houden van feesten rondom de jaarwisseling. Wil men echter activiteiten ondernemen waarvoor een vergunning nodig is en hulpdiensten ingezet moeten worden, dan moeten de hulpdiensten – die een vergunning mede beoordelen – er rekening mee houden dat andersoortige inzet van hulpdiensten nodig kan zijn. Hierover kan bijvoorbeeld een clausule worden opgenomen in de vergunning.

Over de situatie in het buitenland is nog maar weinig bekend. Hij kon daarom niet met een gerust hart zeggen dat daar niks fout zal gaan. Op de EU-top in Duitsland staat het millenniumprobleem op de agenda. Verder brengt het IAEA (International Atomic Energy Agency) de situatie in de kernreactoren in kaart. Het lastige is dat Nederland in dezen geen probleemeigenaar is, maar mogelijk wel probleemhebber. Daarom zal het kabinet er alles aan blijven doen om de juiste informatie te krijgen.

Aan het betoog van de heer Vendrik over de zorgvuldige publieksvoorlichting wilde de minister niets af doen. Hij was blij met deze gedeelte verantwoordelijkheid. Dat mensen met een uitkering door de eeuwwisseling betalingsproblemen krijgen, verwachtte hij niet. Een soort millenniumtoeslag vond hij een doorgeschoten koudetoeslag. Daarvan was hij geen voorstander.

De minister van Economische Zaken zei dat nog steeds een aantal bedrijfstakken slagen te maken hebben. In 1999 zal worden getracht op een groot aantal terreinen zoveel mogelijk openheid te bewerkstelligen. Zij ging ervan uit dat alle vitale sectoren, ook de energiesector, in mei duidelijkheid van zaken geven. Alleen dat kan al een aansporing zijn voor andere sectoren om sneller te werken. De minister maakte zich wel zorgen over het feit dat zoveel bedrijven nu al weten dat zij niet tijdig klaar zijn of niet eens weten dat zij niet tijdig klaar zijn voor de eeuwwisseling.

De voorlichting voor de brancheorganisaties, die voor december 1998 was gepland, is mislukt omdat zich te weinig branches hadden aangemeld. Het millenniumplatform heeft daarom samen met het MKB, de kamers van koophandel en VNO-NCW een plan uitgewerkt om het MKB verder te helpen bij de aanpak van het millenniumprobleem. Dit plan zal gepubliceerd worden in een dagblad dat veel door MKB-mensen wordt gelezen. Het plan omvat het beschikbaar stellen van zogenaamde 2000-adviseurs aan brancheorganisaties en aan de kamers van koophandel, evenals het uitvoeren van een nieuwe serie pilotprojecten. De 2000-adviseurs worden geselecteerd uit de pool van millenniumwerkers van ARBVO (DG arbeids- voorziening SZ). Inmiddels zijn 300 mensen door middel van een korte training vertrouwd gemaakt met de aanpak van het millenniumprobleem in het MKB. Deze adviseurs kunnen ook individuele ondernemers adviseren, maar dat gebeurt dan wel via commerciële bedrijven tegen normale tarieven. Voor dit plan heeft de overheid geld beschikbaar gesteld aan het millenniumplatform, maar daar blijft het bij. Het is immers een probleem van de ondernemer zelf.

Op dit moment zijn 5000 millenniumwerkers beschikbaar. Het aantal vacatures bij het arbeidsbureau bedraagt 800. Slechts 40 mensen zijn geplaatst. De minister bevestigde dat veel bedrijven voor het oplossen van het millenniumprobleem eigen personeel hebben ingezet. Ook zijn veel studenten in korte tijd omgeschoold tot millenniumspecialist en door bedrijven ingehuurd. Hierover is een communicatie op gang gebracht tussen ARBVO en de IT-bedrijven. Zij vond het jammer dat vraag en aanbod elkaar in dezen niet hebben gevonden; de schuld daarvoor moet echter bij beide partijen worden gezocht. Het Nederlands economisch instituut heeft inmiddels een onderzoek gedaan naar de behoefte voor 1999, maar het verwacht dat nog steeds veel eigen personeel zal worden ingezet. De vacatures die door de millenniumwerkzaamheden zijn ontstaan, worden veelal voor reguliere IT'ers beschikbaar gesteld. Wel wordt een toenemende vraag naar millenniumspecialisten verwacht bij detacheringsbureaus. De minister riep de bedrijven die nog millenniummedewerkers nodig hebben op zich te melden bij de arbeidsbureaus. De convenantspartners bekijken op dit moment of mensen uit de pool in reguliere IT-functies kunnen worden geplaatst. Zij vond het niet verantwoord om door te gaan met werving en plaatsing van mensen op de oorspronkelijke wijze. Daarom zal worden geprobeerd de zaak in de komende drie à vier maanden af te bouwen.

Sinds de vorige voortgangsrapportage was de minister wat geruster over de stand van de zaken in de elektriciteitssector. Deze sector zal in mei moeten aangeven in hoeverre hij klaar is met de voorbereiding. De plannen van de sector zijn er overigens nog steeds op gericht de koppeling met het buitenland te handhaven. Die handhaving is ook gewenst gelet op de betrouwbaarheid van Nederland bij afspraken over internationale stroomuitwisseling. Thans wordt bekeken of er een mogelijkheid is om deze voorziening tijdig te testen. Dit moet in samenwerking met België, Duitsland en Frankrijk gebeuren. Hierover vinden gesprekken plaats, maar of die mogelijkheid er is, is nog niet zeker. Voor de elektriciteitssector wordt niet zozeer aan een noodwet als wel aan een noodscenario gedacht. Op basis van de Distributiewet kunnen maatregelen worden genomen. Een noodplan wordt echt alleen maar opgesteld voor het geval alles misgaat, maar de minister vertrouwde erop dat in de loop van het jaar geconstateerd kan worden dat dit niet gebruikt hoeft te worden.

Tegenover de heer Cherribi merkte de minister op dat in Nederland de aansprakelijkheid niet bij wet kan worden uitgesloten. De dekking voor particulieren blijft dus hetzelfde. De dekking voor bedrijven die in bestaande polissen is geregeld, wordt ook gehandhaafd, maar er wordt wel gewezen op de zorgplicht van bedrijven. Voor grote schade met een catastrofaal karakter hebben de verzekeraars een voorziening getroffen van 1 mld. Bij nieuwe polissen is het millenniumrisico uitgesloten; de consument moet hier dus bij de verzekeraar zelf om vragen. In de publiekscampagne zal hierover zoveel mogelijk duidelijkheid worden verschaft. Uiteraard is de rijksoverheid verantwoordelijk voor de echte overheidstaken. De overheid zal wel alles moeten doen wat in haar macht ligt om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld de elektriciteitsbedrijven blijven functioneren, maar deze zijn in principe zelf verantwoordelijk voor de leveringen aan hun klanten. De minister benadrukte overigens het verschil tussen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Zij voelde zich verantwoordelijk voor het op gang houden van het bedrijfsleven, maar voelde zich daarvoor niet aansprakelijk. Voor de zorgsector geldt in feite hetzelfde.

De minister was het met mevrouw Van der Hoeven eens dat windowing een goede methode is. In feite wordt dit soort systemen in de IT-sector al standaard gebruikt, maar zij zei toe deze sector hiertoe desondanks te stimuleren.

In januari jl. heeft de EU een bijeenkomst gehouden over het hulpprogramma voor Oost-Europa. Daarbij hebben verschillende Oost-Europese landen verklaringen afgelegd over de millenniumaanpak in kerncentrales. De indruk is dat de verschillende landen weliswaar een programma hebben, maar nog in een inventarisatiefase verkeren. Het onderwerp staat ook op de agenda van het IAEA. Dit agentschap heeft samen met Russische experts richtlijnen opgesteld voor de aanpak van het millenniumvraagstuk in de kerncentrales en voorgesteld, teams te formeren om Oost-Europa te adviseren bij deze aanpak. De regering van de Oekraïne heeft voor februari een bijeenkomst van experts georganiseerd. Daar kunnen westerse experts adviezen geven over de aanpak van het millenniumprobleem in kerncentrales. Nederland zal hieraan ook een bijdrage leveren.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Wagenaar (PvdA) nam aan dat de minister voor GSI in de volgende rapportage zal ingaan op een moment waarop nationaal openheid van zaken wordt gegeven. Hierin zag zij ook graag duidelijk aangegeven hoeveel mensen uit de arbeidspool aan de slag zijn. Nu deze arbeidspool tot stand is gekomen onder vigeur van het millenniumplatform, vond zij dat de overheid daarvoor toch een bepaalde verantwoordelijkheid heeft.

De heer Cherribi (VVD) vroeg zich af of de genoemde 20 mln. de totale kosten zijn van het oplossen van het millenniumprobleem voor de overheid. Verder verzocht hij de minister om extra aandacht voor de Chinese horeca.

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) verzocht de minister voor GSI na de zomer, bij de tweede door hem geschetste fase, de achterblijvers publiek te maken, opdat zij daarmee worden gestimuleerd het millenniumprobleem alsnog snel op te lossen.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) wilde graag weten welke sectoren nog geen millenniumplatform hebben. Zij verzocht de minister aan te geven hoe hij de extra aandacht aan de ZBO's die achterblijven, gestalte denkt te geven.

De heer Vendrik (GroenLinks) refereerde aan een passage in de voortgangsrapportage van de minister van EZ (25 674, nr. 35). Op blz. 4 wordt gesproken over een juridische werkgroep die onderzoek verricht naar de criteria die de aansprakelijkheid in relatie tot het millenniumprobleem bepalen. De strekking hiervan begreep hij niet goed. Wellicht kan hierop in de volgende voortgangsrapportage uitgebreid teruggekomen worden.

De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid zei dat het moment waarop maximale openheid zal worden gegeven, ongeveer zal samenvallen met de door hem eerder aangegeven tweede fase.

Hij wees erop dat uit de voortgangsrapportage niet blijkt dat de ZBO's achterblijven. Er is soms wel een onderdeel van een departement waar apart naar gekeken wordt. Zo is na overleg met de minister van VROM bij de Rijksgebouwendienst een nadere prioritering aangebracht.

In de brief van 15 januari is uitgebreid aangegeven welke platforms er zijn en waar geen platforms ingesteld kunnen worden. Verder is daarin aangegeven op welke manier de audits worden georganiseerd.

De minister van Economische Zaken meldde dat alle energiebedrijven de Erecode 2000 zullen ondertekenen. Dat houdt in dat zij tegenover de klanten en de overheid duidelijk zullen zijn.

Op de arbeidspool kwam zij later nog graag terug. Zij hoopte dat er tegen die tijd meer bereikt is.

Het CBS en PA Consultance hebben onderzoek gedaan naar de kosten van het millenniumprobleem. De uitkomsten tonen opmerkelijke verschillen, onder andere omdat het CBS alleen het Nederlandse bedrijfsleven heeft onderzocht en PA ook de overheden en de industriële automatisering bij het onderzoek heeft betrokken.

De minister zei toe te bekijken of onder de allochtone horecaondernemers taalproblemen voorkomen die het oplossen van het millenniumprobleem in de weg staan.

De juridische werkgroep valt onder het millenniumplatform. Het onderzoek richt zich op criteria rond de data van aanschaf, de vereiste zorgplicht van de gebruiker, de jurisprudentieontwikkeling, enz. De minister zei hierop mogelijk al in de volgende voortgangsrapportage terug te komen.

Aansluitend werd afzonderlijk gesproken met de andere bij de millenniumproblematiek betrokken bewindslieden. Daarbij werd in eerste termijn namens de commissies steeds het woord gevoerd door één commissielid.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) vroeg, of de minister vindt dat de enquête van het millenniumplatform zorg (MPZ) naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer zodanig is gewijzigd, dat daarin de praktijk goed naar voren komt. Worden de ziekenhuizen die niet meedoen aan de enquête, de workshops en het vragen van een second opinion, extra gecontroleerd door de inspectie voor de volksgezondheid? Hoe om te gaan met de ziekenhuizen die vinden dat het millenniumprobleem wordt opgeblazen? Waarom wordt geen verplichting overwogen om een toets te introduceren? Heeft de inspectie voor de volksgezondheid sanctiebevoegdheid? Wat is de reden, dat met name categorale ziekenhuizen weinig doen aan de millenniumproblematiek, en wat kan daaraan worden gedaan? Is het mogelijk dat, naast de computerdeskundigen, de medici meer worden betrokken bij de millenniumproblematiek? Zitten in het MPZ ook medici? Wat is de oorzaak van het achterlopen van de GG en GD'en?

Mevrouw Scheltema onderstreepte, dat de eigen verantwoordelijkheid van de ziekenhuizen voorop moet staan. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van de overheid, erop toe te zien dat gewerkt wordt aan de oplossing van het millenniumprobleem, om zo nodig de helpende hand te bieden. Krijgt de minister voldoende informatie van de ziekenhuizen om die taak goed uit te oefenen? Heeft zij voldoende instrumenten om haar toeziende verantwoordelijkheid ten aanzien van de zorgsector waar te maken? Zijn de ziekenhuizen er voldoende van doordrongen dat de aansprakelijkheid een loodzwaar probleem is en zo niet, moet dat dan niet via voorlichting duidelijk worden gemaakt? Wat als eind september blijkt, dat een aantal ziekenhuizen onvoldoende heeft gepresteerd? Zou dat dan niet publiek moeten worden gemaakt?

Antwoord van de regering

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport meende dat het rapport van de Algemene Rekenkamer al een heel duidelijk effect heeft gehad: er zijn al allerlei verbeteringen toegezegd. De Algemene Rekenkamer onderstreepte in het rapport dat het millenniumprobleem een probleem voor management en medische staf is. Het rapport van de Algemene Rekenkamer is daartoe wijd verspreid.

De minister onderstreepte dat de vierde kwartaalenquête van het MPZ zó is opgesteld, dat de uitkomsten de werkelijkheid redelijk weerspiegelen. Bij het invullen van een enquête worden zaken echter vaak iets mooier voorgesteld dan zij in werkelijkheid zijn.

Er zijn, benadrukte de minister, twee soorten niet-meewerkenden. De eerste soort wordt gevormd door degenen die achterblijven; hier jaagt het MPZ achteraan door het bieden van extra hulp in de vorm van een helpdesk. Zo nodig wordt de inspectie voor de gezondheidszorg ingeschakeld. Hetzelfde geldt voor de tweede soort niet-meewerkenden, de non-respondenten. Bij het overwegen van het instellen van een verplichting tot het afleggen van een toets, moet bedacht worden dat de structuur van de Nederlandse gezondheidszorg gedecentraliseerd is. Er is wel een sanctie, in de vorm van het staatstoezicht voor de volksgezondheid. De inspectie heeft de bevoegdheid, (afdelingen van) ziekenhuizen te sluiten.

De minister was het eens met mevrouw Scheltema dat het punt van de aansprakelijkheid een ferme stok achter de deur is. Verzekeraars zouden alleen verzekeringen aanbieden – dit is nog een punt van onderhandeling – als kan worden aangetoond dat er alles aan wordt gedaan om de eigen instelling millenniumproof te maken. Er wordt gediscussieerd over het zo nodig openbaar maken van de ziekenhuizen die in september nog niet millenniumproof zijn; hierover is nog geen definitief besluit genomen. Er wordt een macronoodplan voor heel Nederland voorbereid, dat in de loop van maart gereed zal zijn. Dit plan is bedoeld voor een situatie, waarin een aantal ziekenhuizen niet millenniumproof blijkt te zijn, waarbij de zorg uitsluitend kan plaatsvinden in ziekenhuizen die wel millenniumproof zijn. Er moet een zodanige spreiding over het land zijn, dat in iedere regio voldoende instellingen zijn om adequate zorg te verlenen. Het Calamiteitenhospitaal in Utrecht zal voorjaar 1999 een «tijdreis» organiseren: men zal daar zonder patiënten simuleren dat het 31 december 1999 is.

Ten slotte gaf de minister aan dat het MPZ gelukkig tijdig heeft ontdekt dat de GG en GD'en achterblijven, wat absoluut niet kan. De GG en GD'en en de ambulancesector zijn volop bezig hun achterstand in te lopen. Bij de ambulancezorg ligt 8% achter op de planning. Zij zegde toe in de volgende voortgangsrapportage hierover meer informatie te verstrekken.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Wagenaar (PvdA) vroeg, welke maatregelen de minister heeft genomen in reactie op de bevinding van de Rekenkamer dat de informatie die de minister krijgt, te rooskleurig is.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) vroeg, hoe het staat met de databank. Verder wilde zij informatie hebben over de kosten van de aanpak van het millenniumprobleem.

De heer Cherribi (VVD) vroeg, hoeveel bestanden verloren zullen gaan met testen zonder backups. Kan informatie worden gegeven over survival kits, zoals die in gebruik zijn bij het Amerikaanse Rode Kruis?

De heer Vendrik (GroenLinks) vroeg, wat de minister denkt te verbeteren aan de wijze van informatieverstrekking, onder andere door de ziekenhuizen.

De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid gaf aan dat een personele unie is gecreëerd tussen het MPZ en de commissie-Alders. Een informatieplicht in algemene zin houdt in dat de ziekenhuizen met informatie komen, waarop audits plaatsvinden. Voor PMO moet een accountantsrapport worden ingeleverd, dat de rapportage conform de inhoud van de audit is.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zei, dat onder voorzitterschap van Hans Alders een nationaal millenniumoverleg is opgezet, ter coördinatie van brandweer, politie en zorg. GG en GD en ambulances werken daarin mee.

Het had de minister geschokt dat juist de informatie uit de instellingen vaak niet adequaat is. Het MPZ heeft aan alle instellingen doorgegeven dat het management zich daarmee moet bemoeien. Zij wees verder op de gegevens die beschikbaar komen uit de pilotprojecten van het MPZ en de inspectie en uit de workshops. Samen met de gegevens uit de enquête is toch sprake van een geïntegreerd informatiebeeld, dat redelijk betrouwbaar is. De inspectie staat per 1 februari klaar met extra capaciteit om actief te gaan inspecteren. Naar vermogen wordt er alles aan gedaan, terwijl het onderwerp steeds meer «het gesprek van de dag» wordt. Van de databank met oplossingen wordt druk gebruik gemaakt. Er zijn geen financiële problemen gemeld door de instellingen. Van meet af aan is op de eigen verantwoordelijkheid gewezen; de minister benadrukte dat zij deze positie vol wil houden. Diverse ziekenhuisinstellingen proberen dit verhaal door te spelen naar hun leveranciers.

De minister wist niet hoeveel bestanden bij tests zonder backup worden gewist. Er is vrij veel ruchtbaarheid gegeven aan die gebeurtenis, zodat mag worden aangenomen dat dit niet nog eens gebeurt. In antwoord op de vraag over een survival kit van het Amerikaanse Rode Kruis, antwoordde zij dat in Nederland, gelet op de omvang en op de overheidsstructuur, voor een ander systeem is gekozen dan in de VS.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) noemde twee positieve zaken: de instelling van de commissie-Alders, en de nationale testfaciliteit voor gemeenten. Het zou goed zijn als deze twee punten in de eerstvolgende rapportage aan bod komen.

Uit de rapportage had mevrouw Van der Hoeven begrepen, dat de situatie bij de gemeenten op het gebied van het millenniumprobleem niet erg rooskleurig is. Er is een soort databank nodig, waarin gevonden oplossingen worden ondergebracht. De brief van de VNG over de millenniumproblematiek vond zij niet hoopgevend: men is er nog lang niet. Op welk moment en hoe heeft de minister zicht op het functioneren van gemeentelijke rampenplannen in het kader van de overgang naar het volgend millennium? Het probleem hiermee is, dat deze plannen op een aantal punten de gemeentelijke schaal te boven gaan, niet alleen regionaal, maar ook grensoverschrijdend. Hoe oefenen de gemeenten, apart en in samenspraak met elkaar, die rampenbestrijding? Op welke manier wordt dat regionaal gecoördineerd?

Onder verwijzing naar de brief van 3 december 1998 van de minister voor GSI over de rol van de burgemeester in de aanpak van het milleniumprobleem vroeg mevrouw Van der Hoeven, of de daarin gebezigde «nogal zware toon» wel nodig was? Uit de brief had zij begrepen dat de burgemeester, gelet op zijn bijzondere verantwoordelijkheden, persoonlijk verantwoordelijk kan worden gesteld, wat haar net iets te ver ging. Welk effect heeft de brief van de minister voor GSI gehad? Er moet worden gezocht naar echte oplossingen, en niet naar het procedureel indekken tegen mogelijke gevolgen en aansprakelijkheden. Bij problemen die zouden kunnen ontstaan is niet geregeld welke macht de burgemeester heeft, bijvoorbeeld jegens de energiebedrijven. Op welke manier wordt voorkomen, dat met betrekking tot de politie competentieproblemen ontstaan tussen Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties?

Antwoord van de regering

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderstreepte, dat zijn ministerie als het gaat om de rampenplannen ondersteunend werkt ten aanzien van de gemeenten, maar het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten, ook in regionaal verband, staat voorop. Hij vond de bewering van mevrouw Van der Hoeven dat de burgemeester persoonlijk verantwoordelijk zou zijn, nogal eng klinken. Als dit mocht worden uitgelegd als politieke verantwoordelijkheid, vond hij dat wel duidelijk. De burgemeester heeft op zichzelf jegens onder andere energiebedrijven de mogelijkheid om zich, gelet op de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde, tijdig te informeren over de stand van zaken. Dat gebeurt anticiperend. De minister benadrukte dat het zijn verantwoordelijkheid is er nauw op toe te zien dat de politie maatregelen neemt om het millenniumprobleem op te lossen. In dat opzicht zag hij geen competentieproblemen met de minister van Justitie. Hij beschouwde het in hoge mate als zijn verantwoordelijkheid om te kijken of de installaties waarop de politie is aangewezen, millenniumproof zijn. Van dat proces kan worden gezegd dat dat op orde komt.

De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid voegde hieraan toe, dat zijn brief van 3 december door hem ondertekend is mede namens de minister van BZK en staatssecretaris De Vries. De brief is geadresseerd aan de burgemeesters, omdat die een dubbele rol vervullen: in de eerste plaats een eigenstandige verantwoordelijkheid in het kader van openbare orde en veiligheid, en in de tweede plaats binnen de eigen gemeenten.

De minister van Economische Zaken kon zich nauwelijks voorstellen dat problemen op het gebied van de energievoorziening lokaal zouden zijn: dat soort problemen is bijna per definitie bovenlokaal. In de Distributiewet is geregeld dat de minister van Economische Zaken daarvoor verantwoordelijk is. Heel logisch is dat daarover overleg met burgemeesters nodig zal zijn. Hierover moet verder worden gepraat aan de hand van de noodscenario's, die het Energiemillenniumplatform aan het maken is. Het leek haar van belang om daarover nog eens met VNG en IPO te bekijken, hoe kan worden voorkomen dat daarover op het moment suprème afspraken moeten worden gemaakt.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) benadrukte dat problemen ontstaan als er meerdere burgemeesters betrokken zijn. Het moet duidelijk zijn wat er dan moet gebeuren. Zij toonde zich ontevreden met het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zij pleitte ervoor in vervolg op de interdepartementale tests ook regionale tests te houden, waarvan de commissies op de hoogte moeten worden gesteld. De positie van de raad was voor haar niet helder.

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) vroeg of er een landelijk noodscenario aanwezig is voor politie, brandweer, het centrale alarmnummer en de bedrijfstelefooncentrale rampenbestrijding. Gebeurt er iets met de problemen op dit punt op de Antillen?

De heer Cherribi (VVD) vroeg of de BVD inmiddels millenniumbestendig is. Ook hij vroeg informatie over de stand van zaken op de Antillen.

Mevrouw Wagenaar (PvdA) vroeg of duidelijkheid kan komen over de schadeclaim die RAET heeft neergelegd bij de overheid. Verder wilde zij weten, hoe qua personeelsbeleid twee grootschalige «evenementen», namelijk de millenniumovergang en het EK2000, zijn te regelen. Ten slotte maakte zij zich zorgen over de vraag, of de burgemeesters zich ervan hebben vergewist dat er op hun eigen grondgebied niets geks gebeurt.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties benadrukte dat voorrang is gegeven aan het millenniumbestendig maken van de vitale processen, diensten en producten van BZK. De volgende keer zal worden gerapporteerd over de noodscenario's. De Antillen zijn zelf verantwoordelijk voor de oplossing van dit probleem; Nederland geeft ondersteuning op het gebied van telecommunicatie en medische en financiële zaken. Ook de Antillen zijn stevig bezig zich op de materie voor te bereiden. De resultaten zijn bemoedigend, maar er moet nog veel gebeuren. De BVD is inmiddels volledig millenniumproof. Over de schadeclaim merkte hij op, dat dit punt nog niet is afgerond. Het salarissysteem is in orde. In het scenario voor de beide «evenementen» millenniumovergang en EK2000 is voorzien dat politie ter plaatse is. De volgende keer zal worden gerapporteerd over de positie van burgemeesters bij vraagstukken op regionaal niveau.

De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid voegde hieraan toe dat de inmiddels opgezette infodesk een besloten deel omvat, waarin gevonden oplossingen zijn opgeslagen.

Justitie

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Vendrik (GroenLinks) merkte op dat uit de rapportages blijkt dat, hoewel op Justitie hard wordt gewerkt aan het millenniumprobleem, er toch nog heel veel niet goed blijkt te gaan. Dit stemde hem niet erg gerust; hij had de neiging daaraan de kwalificatie toe te voegen «dat de minister van Justitie dreigt achter te lopen». Is meer positief nieuws te melden over het aantal niet-geanalyseerde vitale objecten? Kan in de volgende rapportage meer worden vermeld over de noodscenario's? Gaat het millenniumvirus bevrijdend werken op de elektronische beveiliging van rechtsgebouwen en gevangenissen, en hoe zit het op dat punt met de noodscenario's? Kan in een volgende rapportage meer aandacht worden besteed aan de handhaving van de openbare orde? Is de rechterlijke organisatie voorbereid op de kans dat bij de afrekening van het millenniumprobleem de juridisering massaal toeslaat? Wat vindt de minister zelf van de kans op juridisering? Over «Compas» vroeg de heer Vendrik ten slotte, hoe in het jaar 2000 voorkomen kan worden dat procedurele fouten ontstaan.

Antwoord van de regering

De minister van Justitie beaamde dat Justitie het millenniumvraagstuk in eerste instantie niet helemaal heeft opgepakt, maar sinds medio 1998 is een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Verwacht wordt dat per 1 juli alles gereed is, waarover de Kamer per 1 mei zal worden gerapporteerd. De achterstand werd veroorzaakt, doordat niet alleen sprake was van een automatiserings-, maar ook van een managementsprobleem. De aanpak bestaat uit drie delen: het repareren van datumfouten, het ontwikkelen van noodplannen en calamiteitenbeheersing. De datumfouten zijn overal geanalyseerd, zodat duidelijk is waar zij zitten. Per 1 juli zal dit volledig op orde worden gebracht. Voor de 40 belangrijkste objecten zullen per 1 mei noodplannen gereed zijn. Bij het Korps landelijke politiediensten (KLPD) wordt keihard gewerkt aan het wegwerken van een achterstand. De minister gaf aan dat de laatste informatie op dit punt is, dat men ook daar op 1 juli gereed is. Aan de raden voor de kinderbescherming zal extra aandacht moeten worden besteed. Over de gevangenissen zijn goede afspraken gemaakt met de minister van VROM, erop neerkomend dat ervan uit mag worden gegaan dat ook daar de systemen per 1 juli volledig op orde zullen zijn. Bovendien zullen voor alle gevangenissen noodplannen gereed zijn. Het openen en sluiten van deuren kan zo nodig handmatig worden opgelost.

De minister benadrukte dat, als per 1 januari 2000 zaken mislopen, de daarbij behorende schadeclaims niet onmiddellijk zullen worden ingediend. Er kan moeilijk extra juridische capaciteit worden ingehuurd voor eventuele problemen waarvan niet bekend is, hoe groot deze zullen zijn. Wel bestaat de mogelijkheid om daar snel op in te spelen. De minister hoopte dat per 1 januari 2000 geen sprake zal zijn van een snel toeslaan van juridisering. Ook voor Compas wordt ervan uitgegaan, dat het op 1 juli 1999 gereed is. Bijna alle andere systemen zijn al op 1 mei gereed. Daarmee wordt geprobeerd vormfouten te vermijden. Door een wijziging van het Wetboek kunnen vormfouten overigens worden hersteld. Ook voor de ZBO's geldt dat zij, na een late start, voor 1 juli de zaak op orde zullen hebben.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Wagenaar (PvdA) vroeg informatie over de IND, het Schengeninformatiesysteem (SIS) en Europol.

De heer Cherribi (VVD) vroeg of extra voorzieningen zijn getroffen om de extra criminaliteit rondom en in het millenniumweekeinde te beheersen.

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) vroeg of eenzelfde systeem als dat wat de minister schetste voor de gevangenissen, geldt voor de asielzoekerscentra.

De heer Vendrik (GroenLinks) vroeg of de minister kan toezeggen dat bij de volgende rapportage de Kamer uitgebreider geïnformeerd wordt over noodplannen. Verder vroeg hij hoe de minister de juridisering qua omvang inschat.

De minister van Justitie gaf aan dat de IND per 1 februari gereed is. De asielzoekerscentra kennen geen gesloten systeem, zodat de gevaren niet erg groot zijn. Op de criminaliteit in het millenniumweekeind is het calamiteitenprogramma gebaseerd. Onbekend is hoe de juridisering uitpakt. Hierover zal later met een stuk naar de Kamer worden gekomen. Hij benadrukte dat veel middels arbitrage zal plaatsvinden, zodat niet altijd een beroep zal worden gedaan op de rechterlijke macht. Het ministerie is druk bezig met het uitbreiden van de rechterlijke macht. Er is sprake van ondercapaciteit: de middelen zijn er wel, maar dat geldt niet voor de personele invulling. De millenniumproblematiek is een stimulans om die invulling voor 1 januari 2000 te laten plaatsvinden.

De minister onderstreepte dat er vier internationale vitale ketens zijn, die vallen onder het aandachtsgebied en de verantwoordelijkheid van Justitie: Schengen, Interpol, Europol en Celex. Het Nationaal Schengeninformatiesysteem (NSIS) is reeds millenniumproof. In de volgende rapportage zal worden ingegaan op de stand van zaken in de overige Schengenlanden. Bij Interpol worden vele gegevens van politieorganisaties van de aangesloten landen op het hoofdkwartier van de organisatie in Lyon in een systeem beheerd. Daarnaast wordt een wereldwijd netwerk met berichtenverkeer ondersteund. Het Nederlandse bureau Interpol is bij het KLPD onderbracht; het millenniumvraagstuk wordt vanuit centraal Interpol gestuurd en gecoördineerd. Voor de centrale database en het netwerk geldt dat deze volgens de planning in september 1999 millenniumproof zullen zijn. Om deze datum naar voren te trekken, wordt overwogen de centrale computer in Lyon te vervangen. Wat Europol betreft, is het oplossen van het millenniumprobleem bij alle aangesloten EU-landen door de gekozen organisatievorm bijzonder effectief. De in Nederland gezetelde Europolorganisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor het beheer van de automatisering binnen de organisatie, en daardoor niet afhankelijk van derden. Bij de aanschaf van apparatuur in 1996 is rekening gehouden met millenniumbestendigheid. De managementattentie voor het millenniumvraagstuk is gewaarborgd in de managementboard, waarvan de SG van Justitie lid is, bijgestaan door leden van het KLPD en BZK. Celex bevat een internationaal bestand van Europese regelgeving en uitwerkingen hiervan op nationaal niveau. Middels een officiële verklaring is dit millenniumproof verklaard, en het wordt beheerd door de EU in Luxemburg.

Buitenlandse Zaken

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Cherribi (VVD) dankte de staatssecretaris voor het goede werk dat hij heeft gedaan, met name bij het aan de orde stellen via de Veiligheidsraad van het millenniumprobleem op het gebied van kerncentrales. Hij sprak zijn zorg uit over de situatie in Rusland op dat gebied. Dit probleem is te laat op de politieke agenda gezet; men is te laat tot de ontdekking gekomen dat dit geen louter Russisch probleem is, maar een probleem van de internationale gemeenschap. In dit verband noemde de heer Cherribi Moermansk als één van de gevaarlijkste plekken ter wereld. Is de informatie juist dat Nederland geen bijdrage wil geven aan het werk van de IAEA en zo ja, is de staatssecretaris dan bereid daarvoor toch nog geld beschikbaar te stellen? Wil hij dit punt tijdens de top in Bonn en die in Berlijn op de agenda zetten? Een punt van zorg is verder, dat er geen tweede wereldwijde ontmoetingsdag komt voor coördinatoren op het gebied van de millenniumproblematiek. Is een rol weggelegd voor Nederland om druk uit te oefenen op de Europese Commissie om het millenniumprobleem op Europees niveau te tackelen? Ten slotte vroeg de heer Cherribi of de Benelux niet tot millenniumvrije zone moet worden verklaard.

Antwoord van de regering

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, die zich de zorgen van de heer Cherribi over de situatie in Rusland goed kon voorstellen, merkte op dat niet alle problemen in Rusland zijn verbonden met het millenniumprobleem. De kernbewapening vraagt de aandacht, niet zozeer omdat verwacht wordt dat daarmee rond de eeuwwisseling problemen ontstaan, maar omdat de mogelijkheid bestaat dat de earlywarningsystemen kunnen worden aangetast, waardoor de bevelhebbers in onzekerheid komen te verkeren over de gebeurtenissen. De Verenigde Staten, die de eigen systemen hebben getest en goed bevonden, hebben verschillende initiatieven richting Rusland genomen om het probleem aan de orde te stellen. Een van de belangrijkste daarvan is een uitnodiging aan Rusland om een gezamenlijke earlywarningfaciliteit te creëren in het millenniumweekeinde. Eenzelfde uitnodiging is uitgegaan naar andere kernwapenstaten. In december 1998 is tijdens de partnerschapsraad in Brussel op Nederlands initiatief een discussie aangekaart met de Russische regering over de stand van zaken. In Rusland schijnt inmiddels een platform te zijn opgericht, dat zich met het probleem moet gaan bezighouden. Op vrijdag 29 januari 1999 vindt in Brussel een seminar plaats in het verband van de NAVO en de samenwerking met Rusland, over de beveiliging van de kernwapensystemen en het oplossen van het millenniumprobleem. Van Nederlandse zijde zal daarbij de openingsbriefing verzorgd worden.

De staatssecretaris onderstreepte dat het probleem van de kerncentrales actief wordt aangepakt in IAEA- en EU-verband. Hiertoe worden faciliteiten aangeboden aan de Oost-Europese landen en wordt die landen gevraagd de problemen te inventariseren. In eerste instantie gebeurt dit met geld van de IAEA. Als duidelijk wordt dat dit onvoldoende is, zal moeten worden bekeken welke fondsen kunnen worden aangewend. Om aan te tonen dat de bereidheid om hieraan geld te spenderen aanwezig is, wees hij op de 5 mln. die minister Herfkens beschikbaar heeft gesteld voor het millenniumprogramma van de Wereldbank.

In december heeft, benadrukte de staatssecretaris, een wereldwijde bijeenkomst op het niveau van coördinatoren plaatsgevonden, wat leidt tot een reeks van regionale bijeenkomsten. De EU heeft daarbij aangeboden de Europese coördinatie voor zijn rekening te nemen. De VN hoeft dus geen aparte bijeenkomst in Europa te beleggen. Er zit over enkele maanden nog een tweede bijeenkomst van millenniumcoördinatoren op wereldschaal «in de pijplijn».

De staatssecretaris meende dat het niet meer zoveel zin heeft staatshoofden en regeringsleiders te confronteren met het millenniumprobleem. Hij was niet van plan op de «toppen» van Bonn en Berlijn hierover te beginnen, ook al omdat in de diverse landen een goede ontwikkeling te bespeuren is. Op Europees niveau zal in de Energieraad van 11 mei worden gesproken over het millenniumvraagstuk in de energiesector. Daarnaast zal op 22 april in de Telecommunicatieraad een verdere discussie plaatsvinden over wat op Europees niveau nog moet gebeuren. Verder zijn inmiddels allerlei bilaterale initiatieven genomen. Nederland wordt soms geconsulteerd door andere landen over de aanpak van het millenniumprobleem in Nederland. In Nederland is per departement aangegeven, wat de vitale sectoren zijn, welke grensoverschrijdende problemen daar zijn en hoe die worden aangepakt. In antwoord op de vraag van de heer Cherribi over de Benelux, gaf de staatssecretaris aan geen lid te zijn van het Beneluxparlement.

Nadere gedachtewisseling

De heer Vendrik (GroenLinks) vroeg of het juist is dat Nederland het millenniumprobleem in de Veiligheidsraad aan de orde zal stellen. Verder vroeg hij informatie over de export van overtollige verouderde Nederlandse wapens.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) vond het zorgelijk dat Nederland wordt geconsulteerd door sommige landen over het millenniumprobleem, want het betekent dat men zich daar nu pas realiseert dat er een probleem is waaraan men iets moet doen. Zij vroeg of in de volgende rapportage kan worden ingegaan op de weergave van grensoverschrijdende problemen en de aanpak daarvan per departement.

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) vroeg of de positieve wil om tot daden te komen bij de Europese Commissie aanwezig is. Dit is ook belangrijk, gelet op de wervende rol richting kandidaat-lidstaten.

De heer Cherribi (VVD) herhaalde zijn vraag of in Beneluxverband iets wordt gedaan aan de millenniumproblematiek. Hij vroeg of de rapportages op een overzichtelijke manier kunnen ingaan op de situatie in ieder land afzonderlijk.

Mevrouw Wagenaar (PvdA) vroeg hoe het ervoor staat in de buurlanden Duitsland en België.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken verwees naar de VN-bijeenkomst in december, terwijl in de algemene vergadering van 14 december een resolutie over het millenniumprobleem is aangenomen. Nederland overlegt op zeer korte termijn met een aantal andere landen over de vraag, of het probleem in de Veiligheidsraad aan de orde zal worden gesteld. Hij was van mening dat dat vrij laat zou zijn. Wellicht zou het enig nut hebben met het oog op verdere bijeenkomsten op wereldschaal of voor regionale bijeenkomsten die nog moeten plaatsvinden.

In het najaar van 1998 is al gemeld dat Nederland en het Verenigd Koninkrijk vooroplopen bij de bewustwording en de aanpak van het millenniumprobleem. Wereldwijd waren dat de VS en Australië. De staatssecretaris had de indruk dat de sense of urgency inmiddels redelijk wijdverbreid is. Het is heel moeilijk precies te beschrijven, wat de situatie per land is. Het is ook een Nederlands belang dat in zoveel mogelijk landen de zaken op orde komen. Een deel van de plannen in het buitenland bestaat overigens uit contingencyplannen. In de volgende rapportage zullen de internationale activiteiten per departement zoveel mogelijk worden vermeld. Op Europees niveau is de dadendrang toegenomen. Nederland heeft met name de Europese Commissie laten weten dat het wel wat sneller had kunnen gaan. In Duitsland en Frankrijk zijn de bewustwording en het aantal activiteiten toegenomen, waarbij moet worden aangetekend dat dit voor een deel gaat in de richting van beheersen, in plaats van voorkomen. De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid merkte in aanvulling over de export van overtollige wapens op, van de staatssecretaris van Defensie te hebben begrepen dat alles wat vanaf het laatste gesprek de deur uitgaat, nog gecheckt wordt en dat iedereen die wat vraagt, antwoord krijgt. Wat wapens die in een verder verleden zijn uitgevoerd betreft, zegde hij toe dat daarop in de volgende rapportage zal worden ingegaan. De belangrijkste acute zaken zijn opgepakt.

Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Wagenaar (PvdA) had uit de rapportage begrepen dat het departement wat inloopt op de aanwezige achterstand, waarmee zij blij was. Wel maakte zij zich heel grote zorgen over de aanpak van de problemen in de sector zelf. De hele agrarische sector is op het punt van de millenniumproblematiek eigenlijk nog nauwelijks op gang gekomen. Kan daarin in een volgende rapportage wat meer inzicht worden gegeven? Zij hoopte dat het niet hoeft te komen tot noodvoedselvoorziening, zoals genoemd in de rapportage. Hoe staat het met de voornemens om het crisisbeheersingsplan op dat punt aan te passen? Is de in de rapportage aangekondigde helpdesk inmiddels aanwezig en bestaat bij de sector voldoende bekendheid op dat punt? Mevrouw Wagenaar wees op het feit dat in de sector bijna alles is geautomatiseerd. Wat zijn de consequenties hiervoor voor de millenniumproblematiek, met name in de tuinbouw en de koeien- en varkenssector? Pakken de productschappen dit probleem enthousiast aan? Er zouden een soort miniplatformpjes moeten gaan functioneren voor de sector. Hoe zit het, gelet op de export, met de aanpak van de problemen bij de bloemenveilingen en met de ketenproblematiek? Wat zijn volgens de minister de risicogroepen, genoemd in de rapportage? Om welke acties gaat het daarbij? Wat staat daarmee te gebeuren? Kan de minister enig inzicht geven in het voedseltransport?

Antwoord van de regering

De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij meldde dat op 1 november 1998 nog 45% van alle objecten gereed was, terwijl dat percentage op 1 januari al was opgelopen naar 60. In de meirapportage zal een heel positief eindbeeld worden geformuleerd. De productschappen hebben het millenniumprobleem inmiddels geheel in de vingers. Voor de im- en exportsystemen geldt hetzelfde: door maandelijkse voortgangsrapportages en gesprekken is rondom de belangrijkste systemen en actoren sprake van een goed zicht op de zaak. De voortgang daar is naar behoren. Veel onderdelen van het departement zijn op basis van inventarisatie en informatie bezig met het adequaat op- of bijstellen van noodplannen. Niet omdat noodsituaties worden verwacht, maar om bij eventuele problemen altijd de juiste adequate maatregelen in huis te hebben.

Nogal veel vitale systemen bevinden zich buiten het departement. De buitenwereld van LNV wordt gevormd door een zeer groot aantal zeer kleine actoren: 110 000 bedrijven in de primaire sector. De houding van LNV is en moet blijven: stimuleren van rondetafelgesprekken en platformachtige discussies, waarbij vanuit het niet-hebben van een formele verantwoordelijkheid en zeggenschap toch de materiële verantwoordelijkheid wordt waargemaakt. Op één onderdeel ligt de directe verantwoordelijkheid wél bij LNV, namelijk de instandhouding van de voedselvoorziening in het algemeen, en de noodvoedselvoorziening. Er wordt intensief onderzocht of en, zo ja, hoe de voedselvoorziening in gevaar zou kunnen komen. Alles leidt, na een inventarisatie van risico's en het daarop uitvoeren van een externe quick scan, tot het aangeven in de meirapportage of het nodig is, het handboek crisisbeheersing voedselvoorziening aan te passen. Bij de noodvoedselvoorziening zal het gaan om een beperkt aantal basisvoorzieningen. Omdat daarmee internationale relaties annex zijn, zal in de meirapportage een combinatie van productgroepen en landen worden gemaakt, om aan te geven of daarin risico's en knelpunten zijn.

De minister benadrukte dat heel specifieke aandacht wordt gericht op dierziektenbestrijding en dierenwelzijn. De informatie- en registratiesystemen rondom runderen en varkens zullen per 1 mei volledig millenniumbestendig zijn. Voedsel- en watertoediening is zodanig geautomatiseerd, dat daar de risico's kunnen zitten. Dat zal één van de kernpunten zijn van een op korte termijn te starten helpdesk, die LTO in de vijf landsdelige organisaties zal inrichten. Daarbij zal initiërend en activerend richting de sector informatie worden gegeven, maar ook omgekeerd. Zeer binnenkort zal met LTO-Nederland het hele stappenplan worden nagelopen. Verder zal op het niveau van de voorzitter van LTO-Nederland en de minister een brief worden geschreven aan alle boeren en tuinders, waarin de verantwoordelijkheid wordt neergelegd, maar waarin ook de mogelijke oplossingsrichtingen worden aangegeven. Het departement zal 1,5 mln. bijdragen aan het opzetten van de helpdesk.

Herhaaldelijk is met de «captains of food» gesproken. Daarbij is afgesproken dat in februari een rondetafelgesprek zal worden gehouden, waarin wordt ingegaan op de problemen in de voedselkolom. Daarbij wordt uitgegaan van het principe «management by speech». De minister hoopte dat de meirapportage het inzicht zal completeren. De identificatie van de risicogroepen is gaande. In de volgende meirapportage zal worden aangegeven, welke extra acties daarbij zijn gevoerd. De minister gaf aan dat er wat dat betreft geen afwijkende zaken te zien zijn. De veilingen komen aan de orde in het rondetafelgesprek met de «captains of food».

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Van der Hoeven (CDA) vroeg in hoeverre in de gesprekken met de «captains of food» ook de distributiesector zal worden betrokken. Verder vroeg zij aandacht voor de opslag van voedsel.

De heer Cherribi (VVD) vroeg of de minister kan garanderen dat in januari 2000 genoeg voedsel beschikbaar is.

Mevrouw Wagenaar (PvdA) vroeg of de «captains of food» de Erecode 2000 onderschrijven.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gaf aan dat het agrotransport een zeer belangrijke sector is. De landbouwsector is verder erg afhankelijk van de energie en de watervoorziening. Dit punt zal in de diverse platforms aan de orde worden gesteld. Het overleg met de «captains of food» is nu juist bedoeld om ervoor te zorgen, dat in januari 2000 voldoende voedsel in de schappen ligt. Hij wilde op dit punt echter geen garantie geven.

De Erecode-2000 wordt, zo gaf de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid aan, ondertekend door Unilever; gehoopt wordt dat Ahold zich daarbij aansluit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Cloe

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Biesheuvel

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Essers

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

De Boer

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Ter Veer

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

Van Heemst

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Coenen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), Schutte (GPV), Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Dankers (CDA), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Rehwinkel (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wagenaar (PvdA), De Boer (PvdA), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP) en Balemans (VVD).

Plv. leden: Van den Doel (VVD), Rouvoet (RPF), Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Augusteijn-Esser (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Rabbae (GroenLinks), Wijn (CDA), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Nicolaï (VVD), Van Oven (PvdA), Brood (VVD), Apostolou (PvdA), Kuijper (PvdA), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Eurlings (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP) en Essers (VVD).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers (CDA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (RPF), M.B. Vos (GroenLinks), Van Zuijlen (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Hofstra (VVD), Van Walsem (D66), Wagenaar (PvdA), Stroeken (CDA), De Boer (PvdA), Van den Akker (CDA), Geluk (VVD), Verburg (CDA), Bos (PvdA), Van Dok-van Weele (PvdA) en Blok (VVD).

Plv. leden: Verbugt (VVD), Atsma (CDA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Wijn (CDA), Klein Molekamp (VVD), Vendrik (GroenLinks), Kamp (VVD), Van den Berg (SGP), Poppe (SP), Kuijper (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Van der Steenhoven (GroenLinks), Schoenmakers (PvdA), Bakker (D66), Cornielje (VVD), Schimmel (D66), Herrebrugh (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Smits (PvdA), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Koenders (PvdA), Rehwinkel (PvdA) en Udo (VVD).

XNoot
3

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, Bijleveld-Schouten (CDA), Middel (PvdA), Essers (VVD), voorzitter, Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Rouvoet (RPF), De Vries (VVD), Van Vliet (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Gortzak (PvdA), Hermann (GroenLinks), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA), Kant (SP), E. Meijer (VVD) en Van der Hoek (PvdA).

Plv. leden: Van 't Riet (D66), Rehwinkel (PvdA), Eurlings (CDA), Apostolou (PvdA), Örgü (VVD), Van de Camp (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Ravestein (D66), Weekers (VVD), Schutte (GPV), Cherribi (VVD), Schimmel (D66), Terpstra (VVD), Udo (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Belinfante (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Ross-van Dorp (CDA), Th.A.M. Meijer (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Smits (PvdA), Marijnissen (SP), O.P.G. Vos (VVD) en Hamer (PvdA).

XNoot
4

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van den Berg (SGP), Ter Veer (D66), Van Middelkoop (GPV), Apostolou (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Voorhoeve (VVD), Hillen (CDA), Valk (PvdA), Verhagen (CDA), ondervoorzitter, Hessing (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), M.B. Vos (GroenLinks), Dijksma (PvdA), Van den Doel (VVD), Koenders (PvdA), De Boer (PvdA), voorzitter, Van der Knaap (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA) en Wilders (VVD).

Plv. leden: Dijkstal (VVD), Bolkestein (VVD), De Graaf (D66), Van 't Riet (D66), Rouvoet (RPF), Belinfante (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Patijn (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Zijlstra (PvdA), Eurlings (CDA), Cherribi (VVD), De Haan (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van Bommel (SP), Harrewijn (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Remak (VVD), Albayrak (PvdA), Van Oven (PvdA), Van den Akker (CDA), Leers (CDA), Vendrik (GroenLinks), Feenstra PvdA) en Balemans (VVD).

XNoot
5

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), Ter Veer (D66), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Poppe (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Duivesteijn (PvdA), Stellingwerf (RPF), M.B. Vos (GroenLinks), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), O.P.G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Th.A.M. Meijer (CDA), Hermann (GroenLinks), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD) en Herrebrugh (PvdA).

Plv. leden: Van Vliet (D66), Van Zuijlen (PvdA), Ravestein (D66), Zijlstra (PvdA), Albayrak (PvdA), Kant (SP), Mosterd (CDA), Bos (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Van der Steenhoven (GroenLinks), Scheltema-de Nie (D66), Verbugt (VVD), Te Veldhuis (VVD), Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Rietkerk (CDA), Karimi (GroenLinks), Kamp (VVD), Reitsma (CDA), Van Wijmen (CDA), Patijn (VVD), Dijksma (PvdA), Belinfante (PvdA), Voorhoeve (VVD) en De Boer (PvdA).

XNoot
6

Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), voorzitter, Dittrich (D66), ondervoorzitter, Rabbae (GroenLinks), Rouvoet (RPF), Van Oven (PvdA), O.P.G. Vos (VVD), Van Wijmen (CDA), Patijn (VVD), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GroenLinks), Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP), Wijn (CDA) en Brood (VVD).

Plv. leden: Balkenende (CDA), Verhagen (CDA), Wagenaar (PvdA), Van Vliet (D66), Arib (PvdA), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), De Graaf (D66), Karimi (GroenLinks), Schutte (GPV), Santi (PvdA), Van den Doel (VVD), Rietkerk (CDA), Rijpstra (VVD), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Passtoors (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), Eurlings (CDA) en Kamp (VVD).

Naar boven