25 671
Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Wet overige OCenW-subsidies)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 december 1997

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt «Bij de subsidieverstrekking wordt voorzover het betreft onderwijsinstellingen» vervangen door: Bij de subsidieverstrekking aan onderwijsinstellingen wordt.

B

Aan artikel 3 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. In geval van subsidieverstrekking als bedoeld in het tweede lid is artikel 4, derde lid, onder c, niet van toepassing.

C

In artikel 4, derde lid, worden de onderdelen c tot en met i vernummerd tot d tot en met j en wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

c. delegatie van de bevoegdheid besluiten te nemen met betrekking tot de subsidie,.

D

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1998.

Toelichting

Onderdeel A

Deze wijziging betreft een redactionele verbetering. De wijziging vloeit voort uit een uit een opmerking in het verslag van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Onderdelen B en C

Aan artikel 4, derde lid, wordt een nieuw onderdeel c toegevoegd in navolging van een overeenkomstige bepaling in de Kaderwet EZ-subsidies. Deze bepaling wordt opgenomen omdat het in sommige gevallen wenselijk kan zijn de bevoegdheid om besluiten te nemen over de subsidie te delegeren aan afzonderlijke instanties. Zo bestaat er bijvoorbeeld behoefte om door de Stichting Wetenschap en Techniek Nederland (WeTeN) subsidies te laten verstrekken aan organisaties die voorlichting verzorgen op het gebied van wetenschap en technologie. Ten aanzien van deze delegatie is een wettelijke grondslag nodig. Ook de Minister van Economische Zaken is voornemens besluitvorming in verband met subsidiëring aan de WeTeN te delegeren. Als gevolg van het nieuwe onderdeel c is aan artikel 3 een nieuw derde lid toegevoegd waarin wordt bepaald dat de in onderdeel c bedoelde delegatie van bevoegdheid niet mogelijk is in geval van subsidieverstrekking in de dringende gevallen, bedoeld in artikel 3, tweede lid. In dergelijke gevallen zou verschuiving van bevoegdheid niet passend zijn.

Onderdeel D

Bij brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer van 26 november 1997 (kenmerk WJZ/1997/35147) is onder meer nader ingegaan op de Subsidieregeling ICT voor het primair en voortgezet onderwijs. In dat verband is aangekondigd dat in het wetsvoorstel Wet overige OCenW-subsidies een zodanige wijziging zal worden aangebracht dat aan de inwerkingtreding van deze wet terugwerkende kracht wordt verbonden. De terugwerkende kracht wordt verleend tot en met1 januari 1998.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Naar boven